Puberjongens als wannabe Mocro’s
‘Wolla, die blok is niet barki!’ ‘Yeah bro, maar die pokko is lauw.’ Wie dit verstaat, mag het zeggen. Ik niet. Dat is gek, want ik moet zo langzamerhand gepokt en gemazeld zijn in straattaal, na drie jaar praktijkles thuis. Mijn zoons spreken bijna geen normaal tattalands meer. Elke dag leer ik wel weer wat bij. Onmin lauw!
In het begin ergerde ik me wel eens aan die straatwoorden. Twee keurig opgevoede, superwitte, middenklasse-jongens op keurig nette scholen met keurig nette middenklasse-vriendjes die ineens een beetje Marokkaans/Surinaams gingen praten. Ik vond het wannabe stoer. Dat maakte trouwens niets uit. In mum van tijd breidde de straatwoordenschat van de jongens zich uit tot een niveau waarop het kon concurreren met de Dikke Van Dale. Met als gevolg dat er nu thuis gesprekken gevoerd worden die voor de oudere generatie uit het gezin niet te volgen zijn. Vroeger kon je als ouders nog wel eens iets geheims in een andere taal zeggen.
Eigenlijk is er niks nieuws onder de zon. Ik herinner mij dat ik me ergens half jaren zeventig – met pukkel (de tas dan), Duckies en zeer strakke Lois-spijkerboek – ook van hippe uitdrukkingen bediende waar mijn ouders niets mee hadden. Relax! Make love, not war! De mazzel!
Maar… straattaal – en meer in het algemeen de straatcultuur waar het uit voortkomt – blijkt helemaal niet zo onschuldig te zijn. Socioloog Iliass El Hadioui (vast geen tattalander van oorsprong) heeft onderzoek gedaan onder Rotterdamse jongeren en weet het zeker: ‘Straatcultuur ondermijnt de school.’ Spijbelen, taalachterstand, agressief gedrag; allemaal de schuld van de cultuur die ontstaan is in stadse volkswijken onder invloed van Amerikaanse gangsterrap. Iedereen die wel eens een onvervalste 50 Cent heeft gehoord weet dat die raps odes zijn aan machogedrag, geweld en uiterlijk vertoon: hoe machistischer, gewelddadiger en blingblinger, hoe cooler. Ook Vinexwijk-jochies krijgen daar een tik van mee.
Er zit wat in, vind ik. Ik herken de bewondering van mijn zoons – en hun vrienden – voor de echte straathelden. ’t Liefst zien ze er net zo uit als zij. Vandaar die (vreselijke!!) Nickelson-jassen met bontkraag. En vandaar die straattaal: ben je net als hun!
Of ik het erg vind? Neu, dat geloof ik niet. Al ga ik wel een beetje twijfelen als ik – doedoe uit Damsko – mezelf hoor zeggen: ‘Neem je wel je pokkie mee als je gaat chillen?’
Vertaling:
wannabe = nep
Mocro = Marokkaan
wolla = ik zweer
blok = sukkel
niet barki = niet 100 procent
bro = broer
pokko = lied
lauw = gaaf
tattalands = nederlands
onmin = erg
hun = zij
doedoe = moeder
Damsko = Amsterdam
pokkie = mobieltje
chillen = relaxen