Artsen zagen dit bijna nooit: Alinda (7 maanden zwanger) krijgt diagnose uitgezaaide borstkanker
Alinda Snel was zeven maanden zwanger toen ze de diagnose uitgezaaide borstkanker kreeg. Een zeldzame situatie, die gepaard ging met veel angst en onzekerheid.
“‘Alles wijst op borstkanker.’ Daar zat ik dan, met mijn suffe, zwangere hoofd. De grond leek onder mijn voeten te verdwijnen en ik ervaarde kortsluiting: het nieuwe leven dat in mij groeide ging niet samen met een levensbedreigende ziekte.
Er was paniek, ook bij de artsen. In vijf jaar hadden zij dit twee keer eerder gezien en nooit zo laat in de zwangerschap. Toch was ik zeven maanden zwanger en had ik een snelgroeiende tumor, die was uitgezaaid naar mijn lymfeklieren.
Zwanger en borstkanker
In het begin leek het nog onschuldig. Grotere en hardere borsten horen erbij als je zwanger bent. Doorgaans trekt dit na een aantal maanden weer weg, maar bij mij bleef één borst hard. Het was net een tennisbal. Voor de zekerheid vroeg ik de verloskundige of ik een borstontsteking had. Ze leek niet al te bezorgd, maar stuurde me toch door naar de huisarts. Daar trof ik een invaller die zich ook geen zorgen maakte. Het harde gedeelte zat immers los van de huid en ik was pas 36. Daarom moest ik het zes weken aankijken.
Het harde gedeelte in mijn borst groeide, dus ging ik terug. Deze keer keek mijn eigen huisarts, die meteen de specialist belde. Toen ging het snel. Dezelfde ochtend kreeg ik op de mammapoli van het ziekenhuis een echo, röntgenfoto en puncties. ’s Middags moest ik terug voor de uitslag. Dat moment vergeet ik nooit meer.
Niet te verbergen
Slapeloze nachten volgden, vol zorgen, verdriet en onzekerheid over wat zou komen. We hadden al een zoon van drie en het voelde verschrikkelijk dat hij dit moest meemaken. Romeo verheugde zich enorm op een zusje, maar deze mooie en spannende gebeurtenis werd ineens iets heel naars. Hij kreeg er veel van mee, zoiets valt niet te verbergen. Ik kon hem niet beloven dat het goed zou komen.
Onmogelijke keuze
Oncologen, mijn gynaecoloog, neonatologen en kinderartsen van drie ziekenhuizen bogen zich over de grote vraag: de bevalling vervroegen om meteen met zware chemo te beginnen of tijdens de zwangerschap starten met een minder schadelijke, maar ook minder geschikte behandeling? Een onmogelijke keuze. Het idee om een gezonde zwangerschap af te breken terwijl ze nog zo lekker in mijn buik zat, was hartverscheurend. Maar de andere optie – chemo binnenkrijgen en haar tot het einde laten zitten, waarna ze misschien alsnog haar moeder zou verliezen – was een nog akeliger perspectief.
De keuze lag bij ons, maar ik kreeg dezelfde dag nog een injectie om de longetjes versneld te laten rijpen. Voor het geval dat. Als een wonder stond diezelfde dag de huisarts aan de deur. Hij bleef uren praten en nam uiteindelijk de beslissing voor ons: laat haar maar geboren worden. Zonder hem waren we er denk ik niet uitgekomen.
Heftige behandeling
Net 34 weken werd onze dochter Indy geboren. Een klein konijntje, maar ook een pittige tante en vreselijk lief. Drie weken waren we samen in het ziekenhuis. Tijdens de chemotherapie was ik weliswaar patiënt, maar als ik bij haar op de couveuse-afdeling was, voelde ik me alleen maar moeder.
Vijf maanden lang kreeg ik wekelijks een chemokuur en immunotherapie. In mijn eentje fietste ik naar het ziekenhuis, waarna ik lopend terugkwam omdat fietsen dan te zwaar was. Een vriendin hield me regelmatig een uurtje gezelschap. Ik ging redelijk oké naar de behandelingen, maar kwam opgeblazen, versuft en ziek weer thuis. Dan had ik een aantal dagen om bij te komen en begon het weer opnieuw.
Lange nasleep
De chemotherapie viel me erg zwaar en de oncoloog zei dat ik moest slapen. Leuk bedacht, maar dat kan niet met een pasgeboren baby. Na de kuren werd ik geopereerd en daarna nog bestraald. Tenslotte kreeg ik nog een half jaar wekelijks immunotherapie. Al met al ben ik hiermee bijna anderhalf jaar zoet geweest.
Om alles te verwerken sprak ik met een oncologiepsycholoog. Indy hechtte zich in die tijd meer aan haar vader. Dat was pijnlijk, maar ik leerde dat haar geluk het belangrijkste voor me is. Toen ik dit besef toeliet en mijn verdriet uitsprak, voelde ik me meteen beter. Daarna groeide onze moeder-dochterband vanzelf.
Geruststelling
Tijdens de behandelingen hield ik vast aan één beeld. Daarin was Indy twee jaar oud en zaten we met z’n vieren op een strand in Thailand. Pas na de operatie, een half jaar na de diagnose, werd ik iets geruster op. De chirurg zei dat mijn overlevingskans was gestegen van twintig naar tachtig procent. Al bleven de controles de jaren erna erg spannend.
Mooi en triest tegelijkertijd
Door dit alles waardeer ik mijn vrienden en familie nóg meer. Ik zag wat het met hen deed en voelde hoeveel liefde er was. Als moeder beet ik me zo goed mogelijk vast in de zorg voor mijn kinderen. Ik heb ook niet alleen nare herinneringen. Sommige zijn mooi en triest tegelijkertijd. Romeo speelde tijdens mijn zwangerschap veel met zijn Playmobil-kasteel. Om de beurt kregen zijn ridders kanker en gingen ze dood, waarna de dokter ze weer beter maakte. Een spiegelbeeld van wat er thuis gebeurde.
Indy is inmiddels achttien en het gaat heel goed met haar. Ze is een prachtig, lief mens. We hebben een sterke band en knuffelen veel. Nog meer nu Romeo net het huis uit is. Ik ben ontzettend dankbaar dat we zo ver zijn gekomen.
Levenslessen
Als je ziek bent, noemen mensen je vaak sterk, maar de werkelijkheid is anders. Je komt in een trechter en kunt alleen maar met de stroom mee naar beneden. Zoveel keus heb je daarin niet. Daarom raad ik anderen aan om niet te vechten, maar om mee te bewegen met wat er moet gebeuren. Mijn psycholoog moedigde me zelfs aan om de chemo te omarmen als iets wat me zou helpen. Dat was lastig, want ik voelde weerstand om ‘me te laten vollopen met gif’, maar uiteindelijk hielp het om de behandeling minder als vijand te zien.
Ik leerde om alle hulp aan te nemen die je kunt krijgen, want je hebt het echt nodig. Veel mensen willen heel graag iets voor je doen. En misschien wel het allerbelangrijkste: zorg dat je als partners verbonden blijft. Niet alleen praktisch, maar emotioneel. Elk moment waarop je samen kunt zijn en tegen elkaar zegt dat je elkaar niet kwijt wil, is zo waardevol. Hierdoor voelt degene die ziek is zich niet eenzaam met de ziekte. Dat dit er bij ons niet was, is één van de redenen dat we uiteindelijk zijn gescheiden.”
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.jmouders.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F10%2Fruth.jpg)