Autismespecialist doorbreekt hardnekkige mythe: ‘Ontwikkeling is mogelijk: als je eerst hecht en pas daarna leert’
Veel ouders kennen het moment: de kamer, het bureau, de professional tegenover je. En dan de zin die je nooit meer vergeet. “Autisme is levenslang. Er verandert niet veel meer.” Yvonne Loekemeijer hoorde het zelf toen haar zoon vijf jaar was. Terwijl zij zag dat hij wél stappen zette, werd haar verteld dat dit het eindstation was. Geen vooruitzicht, geen hoop. Alleen structuur, lijstjes en vaste protocollen.
Maar Yvonne voelde iets anders: een kind ontwikkelt niet op basis van regels of trucjes, maar door veiligheid en nabijheid. Dat werd de basis van de Loekemeijermethode en voor haar boeken Handboek Autisme en Gehechtheid en Verbindingsvol Hechten, waarin ze laat zien dat ontwikkeling bij autisme wél mogelijk is. Niet ondanks, maar dankzij echte verbinding.
Verkeerde bril
Volgens Yvonne gaat het in de zorg vaak mis bij de allereerste stap: welk beeld we van een kind vormen. “We kijken naar het gedrag dat vaak als ongepast wordt geïnterpreteerd, de diagnose en de kalenderleeftijd, niet naar gehechtheidsontwikkeling,” vertelt ze. Als je het gedrag bekijkt vanuit een lagere ontwikkelingsfase van de emotionele en sociale gehechtheid, is het gedrag begrijpelijk. Haar methode laat zien dat kinderen met autisme dezelfde gehechtheidsfasen doorlopen als ieder ander kind. Alleen vaak later, trager of met stilstand.
Veel kinderen met een (vermoeden van) autisme bevinden zich volgens haar nog in Ontwikkelingsfase 3: de eenkennigheidsfase en angst voor vreemden. Dat is de fase waarin een dreumes zich vastklampt aan zijn ouder, bang is voor onbekenden en zich alleen veilig voelt bij zijn gehechtheidsfiguur.
“Maar,” zegt Yvonne, “van een kind op school verwachten we vaardigheden die horen bij een veel hogere fase, zoals zelfstandigheid, emotionele flexibiliteit of groepsdeelname. Terwijl het kind nog midden in het hechten zit.” Dat levert dagelijks overleven op: verlatingsangst, stress, overprikkeling en vaak schooltrauma.
‘Meer structuur’ is niet de oplossing
Veel ouders krijgen standaard gedragstherapie of tips om te ‘oefenen’ met sociale situaties. Maar volgens Yvonne raakt dat de kern niet. “Je geeft een baby van acht maanden ook geen cognitieve gedragstherapie,” zegt ze. “Waarom dan een twaalfjarige die emotioneel op datzelfde punt zit wel?”
Kinderen met autisme kunnen cognitief vaak veel meer dan ze emotioneel aankunnen. Ze begrijpen de regels, imiteren gedrag en lijken sociaal vaardig, maar van binnen blijven ze gespannen. “Ze gedragen zich als kameleons,” legt Yvonne uit. “Daarmee lijken ze aangepast, maar ze raken juist verder verwijderd van hun gevoel.”
Actieve Nabijheid
De Loekemeijermethode draait het om: eerst veiligheid en gehechtheid, dan pas de rest. Het hart van de methode is Actieve Nabijheid. Dat betekent: aanwezig zijn, zonder oordeel en zonder te willen fixen. “Eerst zien en begrijpen wie je kind is,” zegt Yvonne. “Achter gedrag schuilt altijd een boodschap.”
Door middel van een speciaal ontwikkelingsonderzoek (de ADAut) wordt bekeken in welke gehechtheidsfase een kind zich bevindt. Dat geeft ouders een helder startpunt: Wat heeft mijn kind nu nodig om zich veilig te voelen? Actieve Nabijheid kan er in elke fase anders uitzien: samen spelen op ooghoogte, meegaan naar lastige plekken, ritme verlagen, woorden geven aan angst of juist de veilige bubbel beschermen.
Wat het níet is? Overprikkeling. “Nabijheid betekent niet dat je bovenop je kind gaat zitten,” zegt Yvonne. “Het gaat om begrip tonen, geruststellen en afstemmen. Soms is nabijheid juist rust creëren, vertragen, meegaan in hun wereld.”
Niet alleen
Veel ouders voelen zich schuldig of overbelast als weer blijkt dat zíj het verschil moeten maken. Maar Yvonne ziet dat anders: “Het is nooit de zorg voor hun kind die ouders overbelast. Het is alles daarbuiten: professionals die niet luisteren, systemen die dwingen, scholen die te veel verwachten.”
In Yvonne’s methode worden ouders in hun kracht gezet en stap voor stap begeleid. Ze leren niet alleen hoe ze nabijheid kunnen geven, maar krijgen ook steun om school, hulpverlening en omgeving mee te nemen in het proces. “We doen het samen,” benadrukt Yvonne. “Niemand moet dit alleen dragen.”
Zijn er grenzen? “Natuurlijk,” zegt Yvonne. “Niet ieder kind bereikt dezelfde fase. Maar ontwikkeling is áltijd mogelijk, op elk niveau.” Yvonne heeft kinderen zien opbloeien na jaren van stilstand: weer naar school, vrienden maken, werken zonder stress, zichzelf reguleren, levenskracht terugvinden. Wat ze ouders wil meegeven is niet een oplossing, maar een uitnodiging: “Kijk opnieuw. Onder gedrag schuilt altijd een mens dat wil verbinden.”
In een wereld die vaak vraagt om loslaten, leert Yvonne ouders juist om eerst vast te houden. Zacht, afgestemd, liefdevol. En van daaruit, stap voor stap, ontstaat beweging. Niet door structuur. Niet door trucjes. Maar door verbinding.
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.jmouders.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F09%2FSchermafbeelding-2023-07-03-om-10.03.07.png)