Een ballon te veel: hoe lachgas Rosita’s (16) benen verlamde
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.jmouders.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F09%2Flocas-westerbeek.jpg)
Lucas Westerbeek stond jarenlang voor de klas als docent Nederlands op twee scholen in de ‘betere buurten’ van een grote stad. Een wereld van verschil met zijn huidige werk als mentor en stagebegeleider op een praktijkschool voor jongeren tussen de 16 en 18 jaar. Ook richtte hij stichting De Frisse Blik op, waarmee hij film- en mediawijsheidsprojecten door Nederland bracht. Toch zijn het vooral de verhalen van zijn leerlingen op de praktijkschool die hem de afgelopen jaren bezighouden. Deze week gaat het over Rosita (16) die verslaafd raakte aan lachgas.
Lucas: “Ik geef ze les, begeleid ze op hun stage, maar eigenlijk manoeuvreer ik samen met hen door de moeilijkheden van opgroeien in een stadsdeel vol armoede, huiselijke problemen en verleidingen van de straat. Misschien is er soms wel meer sprake van overleven.” Westerbeek neemt ons met zijn columns mee in een wereld die vaak verborgen blijft: ontroerend, rauw en soms hartverscheurend.
In de appgesprekken is de letterlijke tekst gebruikt. Daarom kunnen er hier en daar wat fouten in staan.
“Meester, ik lig in het ziekenhuis”
Ik schrik, het is een berichtje van Rosita. Ze is al van school, maar af en toe zoekt ze weer contact. Dan staat ze opeens voor m’n neus of stuurt me een berichtje. Ik was haar mentor en stagebegeleider en ik ben veel met haar op stap geweest. Naar een verzorgingshuis voor een stage, naar de supermarkt voor een bijbaantje. Of met de auto naar het ROC om te kijken bij een vervolgopleiding. In de klas was ze vaak afwezig. Dan belde ik haar om te vragen of ze naar school kwam en lag ze thuis nog in bed. Soms kwam ze dan alsnog een paar uur later op school. Haar moeder is altijd thuis, vanwege gezondheidsklachten en ze is slecht ter been. Rosita’s ouders zijn niet bij elkaar. Haar vader heb ik nooit gezien. Hij woont ergens anders.
“Wat heb je? Wat is gebeurd”, stuur ik terug.
Ze antwoordt niet meer. Ik bel haar. Na een paar keer neemt ze op.
“Meester, ik lig in het ziekenhuis, sinds gisteravond. M’n benen doen het niet meer.”
“Je benen? Wat is er gebeurd?”
“Ze zijn verlamd.”
Het blijkt dat ze al een tijdje met haar vriendinnen lachgas gebruikt. Een paar dagen geleden is ze door haar benen gezakt. Een vriendin heeft een taxi gebeld en ze zijn naar de spoedeisende hulp gereden. Niet met de ambulance; ze waren bang dat dat te duur zou zijn.
Verslaving
Ze stuurt me een brief die ze in het ziekenhuis heeft geschreven. “Natuurlijk ben ik gewaarschuwd door vrienden en familie. Ik ga niet liegen het was gewoon een verslaving elke keer die ballonnen.” Ze schrijft dat het haar eigen schuld is. Dat ze niet goed meer kan lopen, niet meer kan rennen. “Ik viel laatst in de douche en toen dacht ik nee, zo wil ik echt niet leven. Ik durf gewoon niet alleen te douchen zonder een stoel. Het spul is niet goed het fuckt je hele lichaam op.”
Ik slik als ik haar tekst lees. Wel vaker heb ik gehoord over de effecten van lachgas, evenwichtsstoornissen en neurologische klachten, ernstige gevolgen als verlamming van de benen en zelfs een dwarslaesie kan het resultaat zijn.
Een paar dagen later zoekt ze weer contact. “Faka Meester ik ben thuis!”
Ik vraag haar of ze het leuk vindt als ik op bezoek kom.
“Ja, is goed”, antwoordt ze. “Komt u vandaag of morgen?”
“Zeg het maar”, antwoord ik.
“Kunt u morgen, er zijn al zo veel mensen ik ben echt moe.”
De volgende dag rij ik nog even langs de supermarkt. Op de lagere school was ik ooit twee weken thuis vanwege een oorontsteking. Juffrouw Bruins, mijn juf uit de derde klas, kwam thuis bij me op ziekenbezoek. De juf bij me thuis. Ze had een cadeautje bij zich. Een enorme reep chocola. Studentenhaver. 45 jaar geleden.
Chocola
In de supermarkt koop ik twee repen chocola. Ik bel nog even Rosita’s moeder, dat ik langs wil komen. Ze is er ook, zegt ze. Ik bel aan. Door de intercom klinkt de stem van haar moeder. “Kom maar binnen, meester.” Ik duw de deur open en loop de trap op. Kaal beton. Vuilniszakken in het trapportaal. De derde verdieping. Er is geen lift. Ik groet een buurman die naar beneden gaat. Hij loopt zonder iets te zeggen langs me heen. Boven staat de deur open. In de gang staat een rijtje schoenen. Ik trek ook m’n schoenen uit en zet ze ernaast.
“Hallo!” roep ik in de lege hal.
“Loop maar door meester!” hoor ik Rosita roepen.
Ik loop verder, de woonkamer in. Het ruikt er naar rook. De balkondeur staat open. Rosita en haar moeder liggen op de bank, voor een enorme tv. Er staat een spelshow aan. “Leuk dat u er bent meester.” Rosita lacht. Ze heeft een joggingbroek aan, haar bos donkere krullen in een losse staart gebonden. Ze zet de tv zachter. “Wilt u wat drinken meester?” vraagt Rosita’s moeder. Ik antwoord dat ik wel een glas water wil. “Gaat het?” vraag ik aan Rosita. “Kan je al weer een beetje lopen?”
“Ja hoor, ik heb fysiotherapie. Het gaat steeds beter. Volgende week mag ik weer naar school.”
“Wat een geluk”, antwoord ik opgelucht.
“Ik wil m’n moeder ook niet steeds lastig vallen”, zegt ze. “Zij heeft zelf hoge bloedruk en last van haar benen. Dus ik wil alles gewoon zelf doen, maar dan raak ik geïrriteerd omdat ik niks kan.”
“Fuckt je lichaam op”
“Ik ben zo boos op haar geweest”, zegt haar moeder. Ze komt uit de keuken en geeft me een groot glas water. “Ik ben opgehaald door het busje van het ziekenhuis en heb de hele nacht bij haar gezeten.”
“Ik heb een cadeautje voor je meegebracht”, zeg ik en geef haar de twee chocoladerepen.
“Lekker meester!” Rosita lacht en ze haalt de wikkel van een chocoladereep. Ze breekt een groot stuk chocola af en steekt het in haar mond. “Dat spul fuckt je hele lichaam op”, zegt ze met volle mond.
* Om privacy-redenen is er een schuilnaam gebruikt. De echte naam is bekend bij de redactie.