Wilma Groothuis
Wilma Groothuis Persoonlijke verhalen 5 jun 2025
Leestijd: 7 minuten

Elise (31): ‘Ik voel niet altijd die onvoorwaardelijke liefde voor mijn kind’

Een ouder houdt onvoorwaardelijk van zijn of haar kind. Althans, dat is de ongeschreven regel die in het ouderschap geldt. Maar wat als je die onvoorwaardelijke liefde niet altijd ervaart? Wat als jij het lastig vindt om je kind altijd op één te zetten? Elise kan erover meepraten. “Ik mis ergens nog een bepaald stukje, een soort laatste puzzelstukje, waardoor alles op zijn plaats zou vallen.”

“Ik durf dit aan niemand te vertellen. Ik zal dit ook nooit met mensen delen, omdat ik toch al weet wat ze denken. Dat dit niet normaal is om als moeder te voelen, dat ik geen goede moeder ben of het niet verdien om moeder te zijn. En weet je: misschien is het wel waar. Want die ‘onvoorwaardelijke liefde’ waar je ouders altijd over hoort, voel ik niet altijd. En geloof me, dat vind ik zelf nog het ergste.

Moederschap onderschat

Even vooropgesteld: ik houd van mijn kind. Mijn dochter is nu 1,5 jaar en ze is hartstikke lief en vrolijk. Ze is nieuwsgierig naar de wereld om haar heen en ze kan heerlijk in haar eentje spelen. Daar geniet ik echt wel van. Ik heb ook geen spijt van het moederschap, mijn man en ik zijn beiden gek op haar. Alleen merk ik af en toe dat ik het moederschap wel onderschat heb.

Ik verwachtte dat zodra mijn dochter na de geboorte op mijn schoot werd gelegd, die onvoorwaardelijke liefde als een soort douche over mij heen zou vallen. Alleen gebeurde dat niet. Ik wist niet goed hoe ik mij voelde op dat moment, maar ik voelde eerder een afstand tot mijn dochter dan een grote liefde. Nu weet ik dat dat niet gek is, niet elke ouder ervaart het op de ‘normale’ manier. Het heeft soms even tijd nodig.

Verliefd kijken

Die afstand die ik aan het begin voelde, trok gelukkig wel bij. Ik genoot steeds meer van mijn dochter en ons nieuwe, kleine gezinnetje. Wel merkte ik een verschil tussen mijn man en mij. Mijn man kon echt zo verliefd naar onze dochter kijken. Dan hield hij haar vast en zag ik gewoon die onvoorwaardelijke liefde in zijn ogen staan. Alsof het hem echt kon ontroeren en er niks anders meer op de wereld was.

Elke keer als ik dat zag, ging er een apart gevoel door mij heen. Dan vroeg ik me af of ik ook op die manier naar haar keek, of ik hetzelfde voelde als hij. Ik vond het hartstikke leuk om naar mijn dochter te kijken en alle leuke, grappige uitdrukkingen op haar gezichtje te zien. Maar het was niet zo dat ik het er letterlijk warm van kreeg, alsof je de liefde door je lichaam voelt stromen.

Nog niet mezelf

Ik hield mezelf voor dat het kwam door alle factoren die meespeelden: slapeloze nachten, de vele krijsbuien door de darmkrampjes die ze had en het herstellen van de bevalling en de daarbij horende klachten. Ik voelde me gewoon nog niet helemaal mezelf, maar hoe gek was dat? Je was net bevallen en je hele leven staat op zijn kop. Het komt nog wel, dacht ik.

Of het kwam? Ja en nee. Ik voelde echt wel dat ik van mijn dochter hield. En de eerste keer dat ze lachte, was echt een geluksmoment. Ik vond dat zó schattig. En ik kan soms ook echt urenlang naar haar kijken. Maar toch mis ik ergens nog een bepaald stukje, een soort laatste puzzelstukje, waardoor alles op zijn plaats zou vallen. Alsof ik nog niet met heel mijn hart, met alles wat ik in me heb, van haar kan houden.

Door het vuur

Als ik andere ouders weleens hoor zeggen: ‘Voor mijn kinderen ga ik door het vuur’, of ‘Voor mijn dochter heb ik alles, maar dan ook alles over’, dan praat en knik ik met ze mee. En ik zou voor mijn dochter ook door het vuur gaan, maar niet omdat ik dat diep van binnen zo voel, maar omdat dat van mij verwacht wordt. Ergens denk ik dan: als het echt aan de orde zou zijn, zou ik het dan wel kunnen?

Als mijn dochter een krijsbui heeft of weer eens een driftbui, dan vind ik dat heel lastig. Ik voel dan zoveel frustratie. Waar andere ouders enorm die behoefte voelen om je kindje te troosten bij een huilbui, omdat ze het zo zielig vinden, troost ik mijn dochter omdat ik gewoon niet kan wachten tot ze weer stil is. En de slapeloze nachten spelen ook nog steeds mee, ik ben gewoon uitgeput en dat werkt op mijn zenuwen.

Het keerpunt

Toen mijn dochter weer eens zo’n krijsbui had en ze maar niet stil werd, kwam er opeens een gedachte in mij op. Het liefste wilde ik haar in haar bedje leggen en zelf het huis uit gaan. Echt, ik stond bijna gewoon op het punt om dat te doen. Maar tegelijkertijd schrok ik zo van deze gedachte, dat ik vanaf dat moment besloot: dit kan zo niet langer. Ik moet hierover praten, anders word ik gek.

Eindelijk praatte ik met mijn man over mijn gevoelens. Over hoe ik het gevoel heb dat ik niet dezelfde liefde voor onze dochter voel zoals hij dat voelt. Dat ik niet weet of ik letterlijk alles in mijn leven voor haar over heb en dat die gedachte mij heel erg bang maakt. Dat ik mij zo’n slechte moeder voel. Mijn man schrok hier wel van. Hij had geen idee, want ik had er nooit wat over gezegd.

Bij de psycholoog

Mijn man zei dat ik misschien eens met een psycholoog hierover moet praten. Ik twijfelde, want dat betekende dat ik toe zou geven dat ik een probleem heb en dat vond ik best een drempel. Maar ik wist ook dat het zo niet door kon gaan, niet voor mezelf, maar al helemaal niet voor onze dochter. Het was een gelukje, maar ik kon op korte termijn bij een psycholoog terecht. En dat opende mijn ogen.

Bij de psycholoog bleek dat ik te maken had met een postnatale depressie. Ik had daar wel van gehoord, maar omdat onze dochter al 1,5 is, dacht ik dat dat niet meer kon. Maar volgens haar waren dit nog steeds de gevolgen daarvan en heeft zo’n depressie meer invloed dan je zou denken. Toen ik dit hoorde, voelde ik vreemd genoeg een soort opluchting. Ik was niet gek of een slechte moeder, dit overkwam mij.

Een betere moeder worden

Ik ben nu drie keer bij de psycholoog geweest en het helpt zo erg om erover te praten. Om te horen dat mijn gevoel er mag zijn. Dat het niet betekent dat ik een slechte moeder ben, maar dat ik hulp nodig heb om een nog betere moeder te worden, om weer mezelf te worden. Ik merk al een kleine verandering. Puur omdat ik minder streng ben voor mezelf, kan ik steeds meer van de kleine dingen genieten.

Ondanks dat ik mijn verhaal niet zal vertellen aan bekenden, deel ik wel op deze manier mijn verhaal. Ik wil vrouwen laten weten dat het niet erg is om dit te voelen, maar dat het wel belangrijk is om de juiste hulp te krijgen. Een kind heeft jouw onvoorwaardelijke liefde als ouder nodig, daar sta ik ook helemaal achter. Hoe eerder je die hulp krijgt, hoe sneller je die liefde gaat voelen. En dat is waar het om draait.”

Iris (29) had moeite om zichzelf na de bevalling weer terug te vinden: ‘Ik ging als een zombie door het leven’

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Ieder weekend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je weekend goed met onze mooiste verhalen.