Erica van Benten (33) verloor haar zoon Miles (4) aan kanker: ‘Het leek alsof hij al aanvoelde hoe zwaar het gevecht zou worden’
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.jmouders.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F09%2FWhatsApp-Image-2025-09-18-at-14.55.20.jpeg)
Als ouder kun je je er geen voorstelling van maken dat je je kind moet verliezen. Voor Erica (33) werd het werkelijkheid: haar zoontje Miles overleed afgelopen zomer, net na zijn vierde verjaardag.
“De zwangerschap en bevalling verliepen vlekkeloos. Miles was een makkelijke baby, hij at goed en sliep goed. Alles ging vanzelf. Ik had nooit kunnen bedenken dat we een paar jaar later in een medische achtbaan terecht zouden komen.”
Lymfeklierkanker
“Toen hij eind november 2024 begon te hoesten, dacht ik dat het gewoon een griepje was, zoals bij zoveel kinderen in die tijd van het jaar. We gingen een paar keer naar de huisarts en zelfs op kerstavond nog naar het ziekenhuis, maar telkens werden we weggestuurd met medicijnen. Totdat het op 28 december misging: Miles zakte in elkaar, kreeg geen lucht en had zelfs geen hartslag meer. Ik moest hem zelf reanimeren. Toen werd ontdekt dat hij lymfeklierkanker had. Zijn tumor kneep zijn luchtpijp dicht.
In de eerste fase verbleven we vaak in het Prinses Máxima Centrum. We waren nauwelijks thuis; soms konden we een paar dagen weg, maar de meeste weken waren gevuld met ziekenhuisbezoeken, behandelingen en controles. Het was een zware periode. Miles was zwak en kon niet meer lopen. Ik heb hem opnieuw leren lopen, veel fysio gedaan en hem verzorgd in en om het huis. Door de bijwerkingen van de chemo moest hij vaak spugen, waardoor we nauwelijks op pad konden.”
Voor altijd slapen
“Rond Moederdag vroeg Miles, die zijn opa nooit had gekend, of hij net als opa Hans een sterretje zou worden. Dat moment was heel bijzonder. Hij was nog zo klein, maar tegelijk zo wijs. Het leek alsof hij al aanvoelde hoe zwaar het gevecht zou worden. Eind mei kregen we de aanvullende diagnose leukemie en werd een nieuw behandelplan opgesteld. Maar op zijn verjaardag, 16 juni, kregen we opnieuw het hartverscheurende nieuws dat de chemokuren niet aansloegen. Ik vroeg hem die dag of hij de strijd tegen die stomme cellen zou winnen. Hij schudde zijn hoofd. Alsof hij diep vanbinnen wist dat dit gevecht niet meer te winnen was.
De laatste weken waren intens. Na zware kuren bleek dat hij uitbehandeld was. Stichting Make-A-Wish kwam nog langs, er werden foto’s gemaakt. En enkele dagen later, op 4 juli, is hij overleden. Zijn lichaam was op, maar hij keek me nog een keer aan en stak zijn handje op. Toen stopte zijn hartje. Ik was bij hem, samen met mijn moeder, mijn zus en een van de opa’s en oma’s. We hebben met hem besproken dat hij lang zou gaan slapen, voor altijd. Hoe leg je dat uit aan een kind? Toch wist hij het zelf al en was er oké mee.”
Wat blijft
“Doordat we zoveel tijd in het ziekenhuis hebben doorgebracht voelde de artsen bijna als familie; ze hebben alles gedaan wat in hun macht lag. Toch hebben we Miles moeten laten gaan. Omdat ik hoop dat dit andere ouders bespaard mag blijven, heb ik een memoriambus geopend ter nagedachtenis aan Miles en voor onderzoek naar de vormen van kanker die hij had. Geen enkel kind zou dit mee moeten maken. En geen enkele ouder zou afscheid moeten nemen van zijn kind. Tegen andere ouders wil ik zeggen: luister altijd naar je gevoel. Jij kent je kind het beste. Blijf aandringen, ook als een arts zegt dat het wel meevalt. Soms klopt je onderbuikgevoel, hoe erg je dat ook zou willen ontkennen.
Ooit hoop ik opnieuw moeder te worden. Niet om Miles te vervangen, want dat kan niet. Maar om dat gat in mijn hart iets zachter te maken. Hij blijft voor altijd mijn eerste kindje.”