Zeina Bassa van Veiligheid NL pleit voor buitenspelen met risico’s: ‘Gebruik de 10-seconden regel’
Risicovol buitenspelen, dat klinkt spannend, misschien zelfs een beetje eng. Toch pleit expert van VeiligheidNL Zeina Bassa juist voor die spannende momenten buiten. “Als kinderen leren vallen, leren ze ook opstaan. Daar groeien ze van.” Voor J/M Ouders legt ze uit waarom kinderen risico’s moeten nemen, wat het je als ouder oplevert om soms even niet in te grijpen en hoe je buitenspelen weer leuker maakt dan het scherm.
Wat houdt risicovol buitenspelen in?
Zeina: “Dat gaat over kinderen de ruimte geven om te ontdekken, ook als dat een beetje spannend is voor het kind, de ouder of beide. Buiten op een boomstam klimmen, hutten bouwen, een keer vallen: dat hoort erbij. Het gaat niet om het opzoeken van echt gevaar, maar om het leren inschatten van risico’s. Dat kunnen kinderen veel beter dan we vaak denken. En uiteindelijk gaat het om zoveel meer dan alleen maar buitenspelen: het gaat over omgaan met het leven, met tegenslag, met onverwachte situaties.”
Vanaf welke leeftijd kun je hiermee beginnen?
“Vanaf dag één kun je kinderen versterken. Eerst ligt de nadruk wel op beschermen. Maar naarmate kinderen zich ontwikkelen, verschuift de focus naar versterken. Dus ook bij baby’s kun je al iets doen. Leg je baby bijvoorbeeld op een kleedje buiten, op de buik (onder toezicht). Zo oefent het de nekspieren en stimuleer je de motorische ontwikkeling.
Geuren, geluiden en licht prikkelen de zintuigen. Buiten zijn hoort gewoon bij het dagelijks leven. Dat ritme neem je als ouder automatisch mee als je er een gewoonte van maakt en het meeneemt in de routine van de dag. Kinderen leren van jou, dus als jij geniet van buiten zijn, doet je kind dat ook.”
Veel ouders worstelen met schermtijd. Hoe krijg je kinderen weer vaker naar buiten?
“Zorg dat buitenspelen een vast onderdeel van de dag wordt, net als eten of tandenpoetsen. Als er andere kinderen buiten zijn, wordt het automatisch leuker. Regel speeldates, verzin samen avonturen, maak van buiten zijn iets creatiefs: moddertaartjes maken, schilderen met bladeren, een speurtocht met krijt. En beperk de schermtijd structureel, zodat het niet steeds een concurrent is.
Dit zijn een aantal tips om toe te passen en je kind een zetje te geven in het risicovol buitenspelen:
- Ga samen op zoek naar elementen om mee te spelen zoals bladeren, stenen, schelpen en zand.
- Bied eens touwen en dekens aan om een hut mee te bouwen.
- Met oudere kinderen werken natuuractiviteiten goed, denk aan dammen bouwen in een beekje.
- Bied een natuurbak aan in je achtertuin met elementen als takken, stenen, schelpen, bladeren en kastanjes.
- Geef je kind een bakje modder om mee te kliederen of een bakje water om een natuursoepje te maken.
Hoe ga je als ouder om met angst voor bijvoorbeeld ongelukken?
“Die angst is heel begrijpelijk. Maar vallen hoort erbij en zolang het niet om ernstig letsel gaat, is het zelfs goed. Het probleem is dat veel kinderen niet meer weten hoe ze moeten vallen, omdat ze te weinig buiten komen. Ze zitten veel binnen, op een scherm, en missen daardoor motorische ervaring. Dan is zo’n val ook harder. Je komt in een vicieuze cirkel terecht, die je doorbreekt door juist vaker naar buiten te gaan.”
Als je dan naar buiten gaat, hoe zorg je er dan voor dat je niet de hele tijd ‘pas op!’ roept?
“Door je kind het vertrouwen te geven om zelf dingen te proberen. We zijn geneigd snel in te grijpen, maar probeer eens 10 seconden te wachten. Kijk wat er gebeurt. In die tijd zie je vaak dat kinderen zelf een oplossing vinden. Ze groeien daarvan, in zelfvertrouwen en in zelfstandigheid. En jij leert intussen ook: wat heeft mijn kind écht nodig aan hulp?
Meteen ingrijpen remt hun creativiteit en zelfvertrouwen. Kinderen willen zichzelf ook echt niet bezeren, ze willen gewoon ontdekken. Ga ook het gesprek aan: wat zou er gebeuren als het glad is op die boomstam? Wat zijn de gevolgen? Zo geef je ze bagage mee voor als ze later alleen spelen. Het gaat niet alleen om veiligheid nu, maar ook om het aanleren van levensvaardigheden.
Vind je dit lastig? Probeer dan onze Durfwijzer eens. Dat is een test over hoe jij als ouder omgaat met risicovolle situaties van je kind, met handige tips.”
Wat als je zelf steeds die spanning ervaart bij wat je kind doet?
“Het is goed om eerlijk te zijn over je gevoel, maar let erop dat je je angst niet te groot maakt voor je kind. Je mag best zeggen: ‘Ik merk dat ik het spannend vind als je zo hoog klimt. Maar hoe voel jij dat?’ Het is vooral belangrijk dat je vertrouwen laat zien in je kind. Zeg bijvoorbeeld ook: ‘Ik vertrouw erop dat jij weet wat je kunt.’ Zo leren kinderen hun eigen grenzen kennen en groeien ze in zelfvertrouwen. Het draait om wederzijds vertrouwen: jij durft los te laten, en je kind durft te oefenen.”
Je verlegt je eigen grenzen dus eigenlijk?
“Een belangrijke stap in het stimuleren van risicovol buitenspelen is het veranderen van je eigen mindset als ouder. In plaats van automatisch te reageren met ‘pas op’, ‘kijk uit’ of ‘niet doen’, kun je proberen te denken vanuit vertrouwen: ik geloof dat jij dit kunt. Kinderen voelen het feilloos aan als je spanning of angst uitstraalt, en dat kan hen juist onzeker maken.
Door bewust een stap achteruit te doen en eerst 10 seconden te observeren, geef je je kind de kans om zelf tot een oplossing te komen. Die ruimte is essentieel: het leert hen risico’s inschatten en hun grenzen te verleggen. Natuurlijk grijp je in als het echt gevaarlijk wordt, maar juist door het vertrouwen (‘Ik vertrouw erop dat jij weet wat je doet’), geef je je kind de vrijheid om te groeien.
Het vraagt om omdenken: niet alleen stilstaan bij wat er kan gebeuren als je niet ingrijpt, maar juist bij wat je kind mist aan leermomenten als je wél meteen ingrijpt.”
Heb je ook concrete tips voor ouders met oudere kinderen die zonder toezicht buitenspelen?
“Begin met mee naar buiten gaan. Scan de omgeving: wat zijn de echte risico’s? Denk aan verkeer of water, daar moet je als ouder op anticiperen. Maar binnen die veilige setting kun je je kind de ruimte geven. En praat samen over situaties. ‘Wat zou jij doen als dit gebeurt?’ Dan ontdek je hoe je kind denkt, en hoe jij kunt begeleiden zonder het over te nemen.”
Hoe ga je om met kinderen die buitenspelen spannend vinden?
“Wees ook daarin een rolmodel. Fiets samen een heuvel af, klim eens mee in een boom. Laat zien dat ook jij uit je comfortzone gaat. Dan voelen kinderen: ik mag ontdekken, ik mag fouten maken. Maar ook als je zelf vaak buiten bent: wandelen, tuinieren of sporten is dat een goed voorbeeld.
Ook oudere kinderen kunnen een waardevolle rol spelen in het risicovol buitenspelen van jongere kinderen. Door samen buiten te zijn en bijvoorbeeld een parcours te bouwen of spelletjes te verzinnen, inspireren ze de jonge kinderen. Die leren vervolgens veel van het observeren van oudere kinderen die iets uitdagends doen, zelfs zonder dat ze zelf meedoen.
Die ervaringen slaan ze op en pakken ze er pas bij als ze er zelf klaar voor zijn. Zo ontstaat er een natuurlijke leercyclus waarin kinderen van verschillende leeftijden elkaar versterken. Die mix van leeftijden is niet alleen leuk, maar ook heel gezond voor de ontwikkeling van alle kinderen.”
Wat zijn de verschillen in leeftijden als het gaat om risicovol buitenspelen?
“We denken vaak in leeftijden, maar het is beter om in fases te denken, want ieder kind ontwikkelt in zijn of haar eigen tempo”:
- 0-3 jaar is echt de ontdekkingsfase: lekker rollen in het gras, bladeren verzamelen, op blote voeten lopen. Typische activiteiten die de motoriek en zintuiglijke ontwikkeling stimuleren.
- 4-6 jaar draait om fantasie en creatief spel: op muurtjes balanceren, hutten bouwen, piratenavonturen beleven met vriendjes. Zo ontwikkelen ze ook hun sociale vaardigheden.
- Vanaf 7 jaar worden kinderen zelfstandiger en willen nieuwe vaardigheden proberen. Ze kunnen dan met messen takken slijpen, marshmallows roosteren boven een vuurtje en samen met vrienden op pad.
- Tieners zoeken hun uitdaging in sportactiviteiten die hun grenzen opzoeken en groepsgevoel versterken, bijvoorbeeld fietsen, skaten, freerunnen.