Lucas Westerbeek
Lucas Westerbeek Columns Vandaag
Leestijd: 8 minuten

‘Geld is de duivel, meester’: Mentor Lucas Westerbeek over een leerling die hem niet loslaat

Lucas Westerbeek stond jarenlang voor de klas als docent Nederlands op twee scholen in de ‘betere buurten’ van een grote stad. Een wereld van verschil met zijn huidige werk als mentor en stagebegeleider op een praktijkschool voor jongeren tussen de 16 en 18 jaar. Ook richtte hij stichting De Frisse Blik op, waarmee hij film- en mediawijsheidsprojecten door Nederland bracht. Toch zijn het vooral de verhalen van zijn leerlingen op de praktijkschool die hem de afgelopen jaren bezighouden.

Westerbeek: “Ik geef ze les, begeleid ze op hun stage, maar eigenlijk manoeuvreer ik samen met hen door de moeilijkheden van opgroeien in een stadsdeel vol armoede, huiselijke problemen en verleidingen van de straat. Misschien is er soms wel meer sprake van overleven.” Westerbeek neemt ons met zijn columns mee in een wereld die vaak verborgen blijft: ontroerend, rauw en soms hartverscheurend. Deze week gaat het over de afwezigheid van Jordan (17).

In de appgesprekken is de letterlijke tekst gebruikt. Daarom kunnen er hier en daar wat fouten in staan.

Een appje op zaterdagavond

Het is zaterdagavond. Ik sta te koken, als ik een appje krijg.
“Meester”
Een berichtje van Jordan. Een van de jongens uit mijn mentorklas. Een lange, slungelige jongen met een bos dreadlocks. Hij stuurt een vraagteken als ik niet meteen antwoord geef.
“Ja?”, antwoord ik.
“Zou ik maandag naar me stage kunnen gaan want me neefje is maandag jarig en ik wou een cadeautje halen maar dat kan alleen als ik maandag naar stage kan gaan.”

Jordan is altijd vriendelijk, maar heel onrustig. Dan stuitert hij door de klas. Hij begint een liedje in z’n hoofd hardop mee te zingen of gaat een glas water halen. Maar eerst loopt hij nog langs de andere jongens in de klas om even te kletsen, of om ze een boks te geven. In de kring reageert hij vaak impulsief. Een paar maanden geleden riep hij op maandagochtend door de klas, waar hij zich op een soa kon laten testen. Een aantal leerlingen begon te lachen. Ik antwoordde hem dat dat kan bij z’n eigen huisarts of bij de GGD. Maar dat z’n vriendinnetje zich ook wel even moet laten testen. “Ze is m’n vriendin niet meester”, antwoordde hij. “Het is gewoon een meisje.”

Lachers op zijn hand

In de klas heeft hij vaak de lachers op z’n hand, als hij ’s ochtends met een grote donkere zonnebril binnenkomt, begint te rappen en doet alsof hij wereldberoemd is.

Jordan is drie dagen per week op stage en twee dagen op school. Hij loopt stage in het magazijn van een groot bouwcenter. Hij zet bestellingen klaar en daarna gaat hij met de vrachtwagen mee, om alles af te leveren bij de klanten. Het gaat goed op z’n stage, hij krijgt er de ruimte en voelt zich er thuis. Ik stuur hem een berichtje terug.

Geen geld

“Waarom moet je dan maandag naar je stage? Je moet in de klas zijn. Ik begrijp het niet?”
“Ooh ik krijg toch geld van me stage en met dat geld kan ik dat cadeautje halen.”
Ik begrijp het eigenlijk nog steeds niet. Ik app weer terug.
“Maar je kan toch ’s middags naar je stage gaan om het geld op te halen? Na schooltijd?”
“Nee meester ik moet toch eerst stage lopen en na me stage krijg ik pas geld.”
Nu heb ik door dat hij geen geld heeft. Hij moet eerst een aantal uren stage lopen, dan krijgt hij daarna cash betaald.
“Oké, ik begrijp het”, stuur ik terug. “Ik vind het goed als je stage loopt, niet als je thuis blijft. Goed van je dat je even overlegt.”
“Dankjewel meester.”

Maandagochtend vroeg zie ik een nieuw berichtje van Jordan. Om 0.55 heeft hij het verstuurd.
“Meester sorry ik had me vergist me neefje is woensdag jarig zou ik dan morgen naar school kunnen komen en woensdag stage ik had me vergist.”
Ik vind het een verwarrend verhaal. Onduidelijk. Ik vraag me af of er iets anders aan de hand is.

De straat als constante dreiging

Het zou niet de eerste keer zijn, dat Jordan in de problemen zit. Een paar weken geleden is er een explosief ontploft in de portiek van de flat waar hij met z’n broer, zusjes en z’n moeder woont. Waarschijnlijk een Cobra, zwaar illegaal vuurwerk, vergelijkbaar met een handgranaat. De politie heeft een paar weken de tijd genomen om de telefoon van Jordan te doorzoeken, maar niks bezwaarlijks gevonden.
“Zouden ze iets kunnen vinden?”, had ik hem gevraagd, toen hij me vertelde dat z’n telefoon was ingenomen. “Nee hoor meester”, antwoordde hij me toen.

Woensdagochtend vroeg zit Jordan niet in de klas. Ik probeer z’n moeder te bellen. Ze neemt niet op. Ze laat de rest van de dag ook niets van zich horen. Van z’n vader heb ik geen nummer. Hij woont in een ander deel van de stad. Jordan heeft het nooit over hem.

Jordans moeder

Een paar dagen later komt de conciërge naar me toe. Jordans moeder heeft gebeld. Ze vraagt zich af of wij weten of hij nog wel naar z’n stage gaat. Ze maakt zich zorgen.

Ik bel haar terug. Ze vertelt me dat het moeilijk is thuis. Dat ze denkt dat Jordan niet meer naar stage gaat. Maar, hij slaapt ook vaak niet thuis. Soms is hij het hele weekend weg.
“Ik weet ook niet meer wat ik moet doen, hij luistert niet meer naar me”, zegt ze.
“Ik zal eerst z’n stage bellen, dan horen we wel of hij er is”, antwoord ik haar.

Niet komen opdagen

Z’n stagebegeleider vertelt me dat Jordan al twee weken niet is geweest. Er is niets bijzonders voorgevallen. Hij is gewoon niet meer komen opdagen. Zonder bericht. Ik zeg dat ik niet begrijp, waarom hij me niet eerder heeft geïnformeerd. Nu begin ik me ook zorgen te maken. Als hij niet op stage is, krijgt hij geen geld. Maar hij heeft natuurlijk wel geld nodig.

Ik denk aan de tijd dat ik zelf 17 was. Ik had een krantenwijk. Op woensdagmiddag en vrijdagmiddag bracht ik kranten rond in de buurt. Iedere week, jarenlang. Ik verdiende er leuk mee en het was prettig werk, lekker buiten. Halverwege de wijk bij een vriend wat drinken en een praatje maken. En als ik thuis kwam, stond het eten klaar. Dan gingen we aan tafel met m’n vader, moeder en m’n zusje. Elke maand geld op m’n rekening. Ik kon drankjes betalen in de discotheek en ik spaarde voor een muziekinstallatie.

Nauwelijks geslapen

Op maandag zit Jordan weer in de klas. Hij oogt vermoeid en zegt dat hij nauwelijks geslapen heeft. Als we aan het lezen zijn -het is stil in de klas- ligt hij met z’n hoofd op z’n boek.

“Er is helemaal niks aan de hand”, zegt Jordan ’s middags als we tegenover elkaar in de klas zitten.
“Maar waarom ga je dan niet meer naar stage?” vraag ik hem.
“Meester, ik krijg last van m’n rug daar. Ik loop de hele dag zware dozen te tillen”.
“En waar slaap je als je niet thuis bent?”
Jordan zegt iets over een mattie, waar hij aan het gamen is ’s avonds, en dat hij daar dan op de bank slaapt. Ik merk dat hij eigenlijk niets wil zeggen, en ik besluit later verder te praten.Als Jordan woensdag weer op school is, vraag ik hem of we zullen praten, na school. Hij vindt het prima.

Nieuw nummer

Ik belde je een paar keer deze week. Waarom bel je niet terug?”
“Meester, ik heb een nieuw nummer. U moet me gewoon een berichtje sturen.”
Hij geeft me z’n nieuwe nummer. Na de praktijklessen wacht ik hem bij de ingang van de school op.

“We gaan wel even de school uit, dat praat makkelijker.”
Jordan trekt de capuchon van z’n hoodie over z’n hoofd. De dreads pieken er onderuit.
We lopen de straat voor de school uit.
“Ik maak me over twee dingen zorgen.”
“Wat dan meester, er is helemaal niks aan de hand.”
“Ik maak me zorgen over je diploma. Als je geen stage loopt, krijg je geen diploma. En als je geen stage loopt, krijg je geen geld. Maar je hebt wel geld nodig. Dus je verdient op een andere manier geld. Je weet hoe het op straat gaat. Hoe mensen je proberen te verleiden met geld. Lekker makkelijk.

Buurtvader

Het blijft even stil. We lopen verder door de buurt, het park in. Hij kijkt me aan. En ik vermoed dat hij ziet dat ik me echt zorgen maak.
Dan vertelt hij dat ze met de matties wel eens samen een beetje rond hingen bij een man in de buurt. Een gastvrije buurman.
“Hij heeft gewoon een gezin hoor. En kleine kinderen. Eigenlijk een soort buurtvader.”
En dat ze wel eens wat voor hem weg hebben weg gebracht. Hier en daar wat bezorgd. In de buurt. Soms in een andere wijk.
“Maar dat is afgelopen hoor. Ik heb nu een vriendin. Ik kom niet meer bij hem.”
Ik zeg niks. Hij kijkt me aan.
“Geld is de duivel meester. Maar u moet zich geen zorgen maken. Volgende week ben ik weer op stage. En ik ga m’n diploma halen. Het komt echt goed.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Ieder weekend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je weekend goed met onze mooiste verhalen.