Jip (32): ‘Ik vind het verschrikkelijk om spelletjes met mijn kind te spelen’
Jip weet dat het niet goed is om als ouder toe te geven, maar ze doet het toch: ze vindt het verschrikkelijk om spelletjes met haar kind te doen. “Echt, bordspel, kaartspel, dobbelspel, maakt niet uit. Ik vind het allemaal één grote marteling. En mijn zoon van zeven? Die is er dus compleet geobsedeerd door. Hij wil iedere dag spelen. Iedere. Dag.”
“Ik zie hem al met zo’n stralend koppie aankomen: ‘Mamaaaa, zullen we weer Mens erger je niet doen?’ En ik denk alleen maar: nee, laat me alsjeblieft gewoon even níet ergeren. Toch zeg ik altijd ja. Of nou ja… een soort van. Ik zeg heel overdreven vrolijk: ‘Gezelliiiiiig!’ Maar van binnen trek ik een sprintje richting mijn mentale nooduitgang.
Altijd laten winnen
En dan komt mijn geheime strategie: ik laat hem altijd winnen. Niet uit pedagogische overtuiging. Maar omdat het dan sneller klaar is. Hoe sneller hij wint, hoe sneller het spel voorbij is. Als ik echt zou meespelen, duurt alles drie keer zo lang en moet ik nóg langer doen alsof ik het geweldig vind.
Ik weet dat sommige ouders het belangrijk vinden dat kinderen leren verliezen, dan zeggen ze dingen als: ‘Je moet hem leren omgaan met teleurstelling.’ Maar ik denk vooral: het is al een teleurstelling dat ik moet spelen. Dan hoeft hij er niet óók nog één te hebben.
Kampioen
Maar er zit ook iets liefs in en dat beseft ik maar al te goed. Hij wordt zó blij als hij wint. Hij springt op, rent door de kamer en schreeuwt: ‘Ik ben de kampioen!’ En dan kijkt hij me aan met die brede glimlach… tja, dan ben ik toch weer verkocht. Heel even, hoor. Tot hij zegt: ‘Nog een potje?’ Dan is het weer klaar.
Ik weet dat het niet het meest pedagogisch verantwoorde gedrag is, maar ik vind het wel realistisch. Iedere ouder heeft iets wat ze niet trekken. Voor de één zijn dat knutselprojecten, voor de ander is dat buitenspelen in de regen. Bij mij zijn het gewoon spelletjes. Ik vind het saai, ik ben er niet goed in en ik kan na vijf minuten al niet meer bedenken waarom het ooit is uitgevonden.
Iedereen wint
Ik hoop stiekem dat hij later videogames leuker vindt dan bordspellen. Dan hoef ik alleen maar naast hem te zitten en te zeggen dat hij het goed doet. Tot die tijd blijf ik gewoon doen alsof ik het leuk vind. Hij blij, ik snel klaar: iedereen wint. Letterlijk.”
* Om privacy-redenen is er een schuilnaam gebruikt. De echte naam is bekend bij de redactie.
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.jmouders.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F08%2FWhatsApp-Image-2025-08-17-at-15.29.56.jpeg)