Lucas Westerbeek
Lucas Westerbeek Columns Vandaag
Leestijd: 6 minuten

‘Meester, heeft u misschien 20 euro?’ Over Soraya (18) en wat armoede met jongeren doet

Lucas Westerbeek stond jarenlang voor de klas als docent Nederlands op twee scholen in de ‘betere buurten’ van een grote stad. Een wereld van verschil met zijn huidige werk als mentor en stagebegeleider op een praktijkschool voor jongeren tussen de 16 en 18 jaar. Ook richtte hij stichting De Frisse Blik op, waarmee hij film- en mediawijsheidsprojecten door Nederland bracht. Toch zijn het vooral de verhalen van zijn leerlingen op de praktijkschool die hem de afgelopen jaren bezighouden.

Westerbeek: “Ik geef ze les, begeleid ze op hun stage, maar eigenlijk manoeuvreer ik samen met hen door de moeilijkheden van opgroeien in een stadsdeel vol armoede, huiselijke problemen en verleidingen van de straat. Misschien is er soms wel meer sprake van overleven.” Westerbeek neemt ons met zijn columns mee in een wereld die vaak verborgen blijft: ontroerend, rauw en soms hartverscheurend. Deze week gaat het over Soraya (18) die vraagt om 20 euro.

In de appgesprekken is de letterlijke tekst gebruikt. Daarom kunnen er hier en daar wat fouten in staan.

“Meester, ik heb u gebeld.’

“’s Middags rond 15.00 uur krijg ik een berichtje binnen. De leerlingen zijn al naar huis. Ik ben de stoelen op tafel aan het zetten.
“Meester ik heb u gebeld.”
Ik zie dat ik inderdaad gebeld ben door een onbekend nummer. Meteen wordt er weer gebeld. Door hetzelfde nummer.
“Meester, hoe gaat het?” Het is Soraya.

Het laatste wat ik van haar hoorde was een kort berichtje: “Me moeder is overleden.”
Dat is al weer maanden geleden. Ik was geschrokken. Twee jaar geleden zat ze bij me in de klas. Ze had het altijd moeilijk gevonden om naar school te komen en bleef liever in bed liggen. Haar moeder was vaak ziek en slecht ter been. Haar vader had een nieuw gezin. Ik had hem nog nooit ontmoet. Als ik haar moeder belde voor een rapportgesprek, vertelde ze me dat ze niet naar school kon komen. Dat ze de trap van de flat niet af kon. Ze woonden op drie hoog, zonder lift. En haar dochter kreeg ze ook niet naar school. Maar ik was wel welkom in hun huis. Dus hadden we het rapportgesprek thuis op de bank. In een klein appartement aan de rand van het winkelcentrum.

Daarna niets meer

En toen kwam dat berichtje.
En daarna niets meer.
Maanden lang hoorde ik niks meer. Ik stuurde nog wel af en toe een berichtje terug. Maar die kwamen niet aan. Of ik belde, maar er werd niet opgenomen. Ik had al wel een keer haar tante gebeld. Maar die deed afwerend. Ze vertelde me dat iedereen verdrietig was. Maar dat ze Soraya zou doorgeven dat ik gebeld had.

En nu, opeens, had ik haar aan de telefoon.
“Soraya! Wat fijn dat je belt! Hoe gaat het? Wat hebben we elkaar lang niet gesproken.”
“Ja hè. Het gaat wel hoor. Ik ben wel even gestopt met school. En met stage.”

Altijd te laat, maar nooit onverschillig

Ik dacht aan de tijd dat ik haar begeleidde op haar stages. In de supermarkt, en in het verzorgingshuis. Altijd werd ze uiteindelijk weer weggestuurd. Ze vonden haar wel lief en slim, maar ze kwam nooit op tijd. Vaak een half uur te laat. Of een uur. Of ze kwam helemaal niet. Ze liet dan ook niets meer van zich horen. Ze vonden haar onbetrouwbaar.

Maar ik zag hoe ze communiceerde met klanten in de supermarkt. Ze maakte praatjes achter de kassa, met een lach op haar gezicht, terwijl ze geroutineerd de boodschappen langs de scanner haalde. Ik zag hoe lief en begripvol ze met de ouderen in het verzorgingshuis om ging. Ze danste met ze. Ze smeerde broodjes voor een heer op leeftijd. En ze pakte de rolstoel en wandelde buiten in de buurt met een dementerende dame. Af en toe stuurde ze mij dan foto’s.

“En vertel over je moeder. Wat is er allemaal gebeurd?”
“Ze kon steeds slechter lopen. De dokter zei dat ze gezonder moest eten. En stoppen met roken. Maar ze voelde dat het niet goed ging. En toen heb ik de ambulance gebeld. Het was al helemaal uitgezaaid meester. Ik ben in het ziekenhuis blijven slapen. En twee weken later was ze dood.”

Ik weet niet hoe ik moet reageren. Toen mijn vader overleed, zat hij al zeven jaar in een verpleeghuis. Hij herkende me niet meer. Begreep de wereld om hem heen niet meer. Gelukkig had ik al m’n eigen gezin. Waar ik terecht kon met m’n verdriet. Ik was 35 en al jaren voorbereid op z’n dood.

‘Ik ga begeleid wonen’

“En waar woon je nu? Nog in jullie huis?”
“Ja, nu nog wel, maar m’n zus krijgt een jongerenwoning en ik ga begeleid wonen. Maar ik weet niet wanneer. We hebben allebei een coach gekregen.”
“Wat fijn dat je me weer gebeld hebt. Als ik je nog ergens mee kan helpen, moet je het maar zeggen.”
“Dat is goed meester.”
Ik sla haar nieuwe nummer meteen op in m’n telefoon.

Een paar weken later stuurt ze me weer een berichtje.
“Echt slecht nieuws te horen gekregen net.”
“Want?” antwoord ik.
“Begeleid wonen is afgekeurd voor de GGD ofzo dus nu moeten we via een andere weg het is echt veel.”
“Weet je ook waarom?”
“Geen idee meester.”

Ik bel haar om te vragen hoe het precies zit. Ze weet het niet. Morgen heeft ze een gesprek met haar coach. Om te overleggen. Het moet nu via een ander traject.
“Als ik je ergens mee kan helpen moet je het zeggen hoor”, besluit ik het gesprek. “Ik kan je ook helpen met de verhuizing, als dat handig is.”

20 euro voor boodschappen

“Goed meester, dankjewel.”
Een kwartiertje later stuurt ze me nog een berichtje.
“Ik wou het eigenlijk niet vragen maar heeft u alstublieft 20 euro op u rekening voor boodschappen ik maak t morgen gelijk terug over.”

Ik vind het een ingewikkelde vraag. Want ik wil leerlingen geen geld lenen. M’n eerste reactie is om samen met haar boodschappen te doen. Maar dat komt nu eigenlijk niet goed uit. Ik stuur haar een berichtje terug.
“Je zegt dat je het morgen terug betaalt, maar heb je morgen wel geld dan? Ik wil je natuurlijk graag helpen hoor.”

Moeilijke situatie

Wat ik eigenlijk het moeilijkste aan de situatie vind, is dat ze het misschien niet kan terug betalen. En dat ze me daarna niet meer durft te bellen, omdat ze zich schuldig voelt.
“Jaa morgen heb ik wel”, antwoordt ze.
“Oké, stuur maar een tikkie dan.”
“Isgoed dankjewel meester.”

De volgende dag stuurt ze me ’s avonds een berichtje.
“Mooi u kan t sturen.”
Ik stuur haar een tikkie van 20 euro en vraag hoe het gesprek met haar coach is gegaan. Ze antwoordt niet. Als ik een paar dagen later m’n rekening bekijk, zie ik dat er nog niet betaald is.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Ieder weekend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je weekend goed met onze mooiste verhalen.