‘Mijn kind scoort lager op de Cito dan verwacht, moet ik me zorgen maken?’
Een lagere Cito-score dan verwacht kan ouders flink laten schrikken. Zeker als het schooladvies voor de middelbare school dichterbij komt. Want wat zegt zo’n toets eigenlijk écht over je kind? En wat als die score niet past bij het beeld dat jij, de leerkracht en je kind zelf hebben? In deze rubriek geeft leerkracht, moeder van twee hoogbegaafde pubers en hoogbegaafden- en onderwijsspecialist Sofie van de Waart advies op vragen van ouders over een kind met schoolproblemen.
Marit (45): “Ik merk dat ik steeds onzekerder word over de schoolprestaties van mijn kind. In de klas en op het rapport lijkt alles goed te gaan: de methodetoetsen zijn prima en de leerkracht ziet een betrokken leerling. Maar zodra de Cito-toetsen komen, wijkt het beeld ineens af. Die lagere scores blijven door mijn hoofd spoken, vooral nu het middelbareschooladvies dichterbij komt. Ik vraag me af wat ik nu moet geloven. Zegt de Cito iets wat ik en de leerkracht niet zien, of kan mijn kind op zo’n moment gewoon niet laten zien wat het werkelijk kan?
Ik wil mijn kind beschermen tegen prestatiedruk, maar tegelijkertijd ben ik bang dat deze toetsen bepalend worden voor de toekomst. Had ik iets anders moeten doen? Moet ik nu al ingrijpen? De twijfel tussen vertrouwen hebben en toch actie ondernemen maakt me onzeker. Ik zoek houvast en wil begrijpen wat deze verschillen betekenen, zodat ik mijn kind op de juiste manier kan ondersteunen.“
Het antwoord van onderwijsspecialist Sofie:
“Dit is een herkenbaar probleem. Het beeld van een leerling op school wordt niet alleen bepaald door de Cito toetsen, maar door de observaties van de leerkracht, wat ouders vertellen en door de methodetoetsen. Maar als de Cito scores afwijken van de rest van het beeld kan dat erg lastig zijn, zeker als het advies voor de middelbare bepaald moet worden. Veel ouders vragen zich dan ook af; hoe kan dat en wat kan ik daar aan doen?
Wat is het verschil tussen methodetoetsen en Cito?
Allereerst leg ik graag het verschil uit tussen de methodetoetsen die je op het rapport ziet en de Cito toetsen. Scholen geven lessen die de kerndoelen behandelen die het ministerie voorschrijft. De methodemakers gebruiken die kerndoelen en de leerkracht vult dat aan met eigen lessen. De Cito baseert ook zijn toetsen op de kerndoelen- niet op de methodes. Die kunnen dus afwijken van elkaar.
Maar het belangrijkste verschil is dat bij de methodes stof wordt gevraagd die het afgelopen blok, dus over een periode van enkele weken, is behandeld. Terwijl Cito kijkt waar de leerling tot nu toe staat en daarvoor de kerndoelen van het afgelopen half jaar terugvraagt, en zelfs nog wat langer terug én een beetje vooruit. Het is natuurlijk makkelijker om toetsen te maken over iets wat je nét hebt geleerd dan over een hele periode, waar ook nog eens alles wat je hebt geleerd door elkaar staat.
Waarom Cito-toetsen lastiger voelen voor kinderen
Daarnaast is de manier van vragen heel anders op de Cito ( of IEP) toetsen dan leerlingen gewend zijn. Multiple choice wordt weinig gebruikt in de methodes, maar wel in deze toetsen. De teksten van begrijpend lezen zijn over het algemeen langer en bij rekenen worden vooral verhaaltjessommen gevraagd, terwijl in de methodes ook veel ‘kale’ sommen zitten.
Werkwoordspelling krijgt weinig aandacht in de methodes maar is wel een flink onderdeel in de Cito. Doordat de aandacht veel op taal ligt betekent dat ook dat bv kinderen met dyslexie of een taalachterstand soms meer moeite hebben om te laten zien wat ze kunnen op een Cito toets.
Niet elk kind kan laten zien wat het kan
Ook zie ik vaak dat kinderen in mijn praktijk de vragen niet goed lezen, te moeilijk denken en daardoor gaan twijfelen. Ook kunnen ze door faalangst zo gespannen zijn als de Cito toetsen eraan komen dat ze niet rustig meer kunnen nadenken en dan juist fouten maken. Ook zie ik weleens kinderen die moeite hebben de vakjes op de juiste manier aan te kruisen. Dat is zonde, want op deze manier kunnen kinderen niet laten zien wat ze in huis hebben. Elk niveau is goed, maar je wil graag dat kinderen zich in een constante lijn ontwikkelen, passend bij het beeld dat ouders, leerkracht en de leerling zelf hebben van zijn of haar capaciteiten.
Tot slot, en dat is iets waar je zelf als ouder goed mee aan de slag kan, merk ik vaak dat leerlingen de basisvaardigheden onvoldoende beheersen. Als ze de tafels niet goed kennen, de dagen van de week niet kunnen opnoemen of het alfabet niet geautomatiseerd is, kosten de complexe opgaven waarbij deze kennis als bekend verondersteld wordt heel veel tijd en energie van het werkgeheugen. Als je bijvoorbeeld moet aangeven op welke bladzijde van een woordenboek je een bepaald woord moet opzoeken en je kent het alfabet niet uit je hoofd, wordt dat lastig.
Wat kan je hier nu aan doen als ouder?
Probeer als ouder vooral aandacht te besteden aan de basis. Voorlezen is fantastisch voor de woordenschat en het tekstbegrip én hartstikke gezellig, laat kinderen zelf veel lezen ( ja, gewoon verplicht elke dag lezen thuis, ook als ze dat niet leuk vinden) en oefen met de tafels, klokkijken, de maanden van het jaar. Laat kinderen de krant lezen en vraag informatie terug, hebben ze begrepen wat er staat? Vraag de leerkracht of de basisvaardigheden op orde zijn, en zo niet, pak dat thuis dan op.
Als blijkt dat dat niet voldoende is vraag aan de leerkracht of hij of zij kan aangeven waar het vooral misgaat, misschien is er tijd om eens met je kind te zitten om te analyseren of je kind de vragen echt niet begrijpt of dat het ligt aan de vraagstelling. Geef je kind niet het gevoel dat de Cito “superbelangrijk” is, maar gewoon een toets om te kijken waar je kind staat.
Tot slot geven wij, vanuit De Club van juf Sofie, een mooie Cito Challenge waarbij kinderen ondersteund worden in het voorkomen van de meest gemaakte fouten. Dat kan je overwegen als het voorgaande niet voldoende blijkt.”