Sofie Vissers
Sofie Vissers Opvoedadviezen Vandaag
Leestijd: 3 minuten

Dilemma: ‘Mijn zoon (5) vindt alles niet eerlijk, hoe ga ik hiermee om?’

Regelmatig krijgen we bij J/M Ouders vragen van lezers over opvoeden, ouderschap en problemen en dilemma’s waar ouders mee zitten. Daarom delen we elke week een dilemma van een lezer die hoofdredacteur Sofie Vissers met behulp van een expert beantwoordt. Deze week legt Rana (29) haar dilemma voor: “Mijn zoon vindt alles niet eerlijk, hoe ga ik hiermee om?”

Rana: “Ik heb twee dochters van 3 en 5 jaar. Mijn oudste dochter vindt alles niet eerlijk. Of dat nou gaat om het taartje van haar zusje dat net een fractie groter is of omdat haar zusje een trui heeft gekregen en zij niet. Ik probeer altijd uit te leggen dat zij niets tekort komt en dat haar zusje nu een trui krijgt en zij op een later moment ook. Maar wat is eigenlijk de beste reactie?”

Het antwoord

Dit is veelvoorkomend gedrag dat je beschrijft, Rana. En ook helemaal niet gek, het heeft zelfs een functie. Voor een opvoedrubriek van J/M Ouders in Noord Hollands Dagblad, sprak ik orthopedagoog Loes Waanders hierover. Zij gaf aan: ,”Een kind is van nature altijd bezig met veiligheid voelen en vraagt zich constant af; ben jij er voor mij? Want het moet veilig zijn om te kunnen overleven. Daarnaast is het een besef wat zich ontwikkelt bij je kind. Ze gaan waarnemen dat er sprake is van verschil en ongelijkheid in behandeling.”

Het is niet slim om te gaan overcompenseren om alles maar eerlijk te verdelen. Dat legt alleen nog maar meer aandacht op die verdeling en dat zorgt juist vaak voor meer protest. Waar je als ouder vervolgens weer harder van gaat werken.

Volgens de orthopedagoog is het juist ook iets moois dat een kind opmerkt dat er verschillen zijn. ,”Die ‘sensor’ wil je ook behouden wanneer er dus echt iets niet oké is. Dus ruimte en openheid bieden is daarom belangrijk en is in de verdediging schieten, tegenargumenten noemen is niet effectief voor de lange termijn.”

Wat kun je volgens Loes wel doen? ,,Accepteer dat het onmogelijk is om alles ‘gelijk’ te verdelen. Kijk na zo’n opmerking eerst wat het bij jou oproept. Die gedachte, bijvoorbeeld: ‘ik doe het niet goed’, stuurt je gevoel en vervolgens je reactie. Als je hier meer grip op krijgt, wordt het makkelijker om met je kind in gesprek te gaan.”

Volgens de orthopedagoog is het belangrijk om eerst ruimte te geven aan het gevoel. Zeg bijvoorbeeld: ,,Dat is geen fijn gevoel hè, als je het idee hebt dat Fay meer mag dan jij. Of: ,,Jij wil eigenlijk ook heel graag cadeaus uitpakken, dat snap ik wel.”

Ook is het volgens Waanders belangrijk om het in perspectief te zetten. ,,Zeg bijvoorbeeld: ,,Het klopt dat niet alles altijd eerlijk wordt verdeeld en dat dat gevoel lastig kan zijn. Soms mag jij mij helpen en soms jouw broer.” Benoem ook eigen voorbeelden. Bijvoorbeeld dat een collega op werk eerder weg mag, omdat ze voor een zieke partner zorgt.”

Waanders adviseert ook om uitleg te geven. ,,Zo leren kinderen begrijpen wat de redenen kunnen zijn om bepaalde keuzes te maken. Bijvoorbeeld: ,,Jesse krijgt vandaag cadeaus, omdat hij jarig is. Als jij jarig bent, dan krijg jij cadeaus.”

Zelf wordt Loes dagelijks met het naar bed gaan geconfronteerd met dit gedrag: “De jongste vindt het bijvoorbeeld erg oneerlijk dat hij eerder naar bed moet dan de oudste.  Wat ik dan doe, is: erken gevoel door te zeggen: “Ik snap dat je graag langer op wil blijven.” Gevolg door korte uitleg: “Omdat je twee jaar jonger bent heeft jouw lijf nog meer slaap nodig zodat als je straks een groot mens bent, lekker lang kan opblijven. En vaak voeg ik er wat humor of fantasie aan toe, bijvoorbeeld: “Wat zou je dan doen als jullie met z’n tweeën zo lang mochten opblijven? Dan krijg ik een hele rits aan gekke ideeën en dan fantaseer ik mee, waardoor het gesprek een andere lading krijgt.”

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Ieder weekend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je weekend goed met onze mooiste verhalen.