Japke Janneke Sybesma
Japke Janneke Sybesma Persoonlijke verhalen 3 sep 2025
Leestijd: 11 minuten

Nina van As (34): ‘Ik lag te kolven toen de arts zei: ‘Pem gaat vanavond overlijden’

Bij de 20-wekenecho bleek de groeicurve van Pem achter te lopen. We werden wekelijks gemonitord en voorbereid op een vroeggeboorte. Na 27 weken was een spoedkeizersnede noodzakelijk. Pem kwam levend ter wereld. Toch moesten Nina van As (34) en haar partner Tom twee dagen na de bevalling alweer afscheid nemen. Toen Nina lag te kolven, kregen ze te horen dat Pem die avond zou overlijden.

Nina van As (34) is inmiddels bijna tien jaar werkzaam als interieurarchitect. “Een paar jaar geleden ben ik mijn eigen bureau gestart: NVA Interior Design. Ik woon samen met mijn partner Tom Kuijpers. We hebben elkaar leren kennen tijdens onze studententijd aan de HTS en zijn sindsdien in Tilburg blijven hangen.

In 2017 kochten Tom en ik een fantastisch pand: de oude muziekstudio van VOF De Kunst. We besloten het helemaal zelf te verbouwen, een iets grotere klus dan we in eerste instantie dachten. Dat ‘jaartje klussen’ werd dus wat langer, mede omdat we er bewust voor kozen ook een sociaal leven te blijven houden: vrijwilligerswerk, vrienden, carrière, sporten.

Toen corona kwam, bleek dat voor onze verbouwing niet verkeerd: we hadden eindelijk het gevoel dat we bijna klaar waren. Tom was toen 35 en ik 29. Al jaren had ik in mijn hoofd dat ik rond mijn dertigste zwanger wilde zijn. Heel nuchter besloten we in het voorjaar van 2020 te stoppen met anticonceptie, met het idee: we zien wel.

Zwangerschap met kwalen

In het begin maakte ik me zorgen of ik überhaupt wel vruchtbaar was. Maar na drie maanden hield ik een positieve zwangerschapstest in mijn handen. Wat een opluchting! Ik voelde meteen: dit was het grootste obstakel, ik bén vruchtbaar. We waren ontzettend blij en vol verwachting, onbezorgd en nog totaal niet wetend wat ons allemaal te wachten stond.

Ik was tijdens mijn zwangerschap erg misselijk, kreeg last van zwangerschapsacne en was ontzettend moe. Het voelde echt als een aanslag op mijn lichaam. Voor die tijd was ik superfit: ik sportte vijf keer per week, kluste ’s avonds en in het weekend en had energie voor tien. Omdat ik verder gezond was en er geen erfelijke ziektes in de familie voorkomen, kregen we van de verloskundige een ‘laagrisico’-traject.

Een 13-wekenecho was er toen nog niet, dus na de termijnecho bij 10 weken hoefden we pas weer terug te komen voor de 20-wekenecho. De controles tussendoor gaven geen enkele aanleiding om te denken dat er iets mis zou zijn. We gingen dan ook vrij naïef naar die 20-wekenecho in het ziekenhuis, vooral nieuwsgierig naar het geslacht, niet vermoedend dat er iets niet goed kon zijn.

20 weken

Er bleek gelukkig niets schokkends, maar toch waren er twee kleine afwijkingen: ze was iets kleiner dan gemiddeld en ze miste een ader in de navelstreng. Op zichzelf was geen van beide reden tot zorg, maar de combinatie maakte dat we werden doorverwezen voor een tweede 20-wekenecho bij een gynaecoloog. Niet met spoed, dus we dachten: het zal allemaal wel meevallen.

Een week later bleek bij die tweede echo dat haar groeicurve toch iets verder achterliep. Ook leek het alsof ze witte darmpjes had, al konden ze dat niet goed zien. Voor meer duidelijkheid werden we doorgestuurd naar het Radboud in Nijmegen, waar betere apparatuur beschikbaar was. Daar kwam het besef: ze is écht te klein.

Opname

Vanaf dat moment werden we wekelijks gemonitord. We werden voorbereid op een mogelijke vroeggeboorte, waarschijnlijk rond de 32 weken. Alles boven de 32 weken, zo vertelde de neonatoloog, was eigenlijk niet spannend. Dus wij gingen ons voorbereiden: ik kocht pyjama’s om wekenlang in het ziekenhuis te kunnen verblijven en we kregen uitleg over de NICU. Behalve haar kleine groei leek alles gelukkig gezond.

Totdat ik bij 25 weken voor controle kwam. Toen bleek dat de hartslag van onze dochter niet stabiel was. Ik werd per direct opgenomen in het ziekenhuis, zonder de kans nog even naar huis te gaan voor mijn spullen. Tom moest heen en weer rijden om alles te halen. Vanaf dat moment lag ik aan de monitor, want er kon elk moment een spoedkeizersnede nodig zijn.

Spoedkeizersnede

De artsen gaven ons met 25 weken een kans van vijftig procent. Elke dag langer zou die kans groter maken. Dus toen er na een dikke week, op 6 mei, ineens vijf artsen mijn kamer binnenkwamen met de woorden: “We gaan haar nu halen,” voelden we ondanks alles vertrouwen en ook een soort enthousiasme. Eindelijk zouden we onze dochter ontmoeten.

De bevalling werd een spoedkeizersnede, maar dan wel eentje met een aanlooptijd van acht dagen. De achtbaan van onzekerheid was voorbij. We werden via de snelle loopbrug naar de OK gebracht. Terwijl iedereen zich haastig omkleedde, werd bij mij ‘even snel’ een ruggenprik gezet. Helaas ging dat twee keer mis. Bij de derde poging zakte de verdoving niet snel genoeg in. Daardoor voelde ik de eerste snedes en het trekken aan mijn buikwandvlies heel duidelijk. Ik beet op mijn tanden. Alles in mij schreeuwde van de pijn, maar ik hield me vast aan één gedachte: onze dochter moet veilig ter wereld komen.

Ik kreeg haar één seconde te zien, door het plastic heen. Het eerste wat me opviel: een prachtig meisje met een bos donkere haren. Ik was op slag verliefd, totaal overdonderd door haar schoonheid. En tegelijk dacht ik meteen: breng haar naar de kinderarts.

NICU

In de momenten na de geboorte werd Pem gewogen en getest. Tom was overal bij, terwijl ik nog op de operatietafel lag om dichtgenaaid te worden. Toen de artsen haar wilden wegrijden naar de NICU, kwam Tom snel naar me toe. Hij vertelde dat het goed met haar ging: ze woog 540 gram (boven de 500-gramgrens) en ze ademde helemaal zelf. Wat een geluk. Ik kon het nauwelijks bevatten en voelde meteen: dit komt goed.

Die middag waren we al bezig met kolven, en met mijn bed en al werd ik naar de NICU gereden om Pem te bewonderen. Vasthouden mocht nog niet, maar ik voelde me voor het eerst echt mama. We kregen beschuit met muisjes en alles voelde zo nieuw, zo bijzonder. Dit was ons gezin.

Die nacht kreeg Pem haar eerste bloedtransfusie. We wisten dat het leven op de NICU geen rechte lijn omhoog zou zijn, en dat er momenten van tegenslag zouden komen. Dit was de eerste. Haar bloed stolde niet goed. Toch begon de volgende dag positief. Ik mocht haar huid-op-huid nemen en Tom warmde haar op in de couveuse. De vaste verpleegkundige noemde haar ‘de pittige dame’, omdat ze zo goed liet merken wanneer ze iets niet fijn vond. Ik herkende mezelf er direct in en dacht: echt mijn dochter.

We werden steeds aangesproken als “de papa en mama van Pem” en dat voelde zó goed. Ik was ongelooflijk trots. Later die dag werd duidelijk dat een snorkel niet meer voldoende was; Pem moest beademd worden. Voor ons spannend, maar voor de artsen dagelijkse routine. We stemden dus in. Alleen ging het intuberen bij zo’n klein lichaampje niet zonder complicaties. Haar keeltje werd geraakt, en omdat haar bloed niet goed stolde, werd dat meteen een groot probleem. De hele middag en avond stonden er artsen rond haar couveuse. Ik keek vanuit mijn ziekenhuisbed, tien meter verderop, naar de monitor die maar geen stabiele waarden wilde laten zien.

Overlijden

Zelfs een KNO-arts werd erbij gehaald, en artsen kwamen vanuit huis aangereden. Eén stormde nog in motorkleding de afdeling op, met slechts een klein verplegersschortje om. Het leek alsof de hele wereld zich over onze dochter boog. Ik lag halfnaakt te kolven, toen diezelfde arts in motorkleding ferm zei: “Pem gaat vanavond overlijden.”

Die woorden sloegen in als bliksem. Geen seconde had ik eraan gedacht dat dit kon gebeuren. Ze was toch groot genoeg? Ze was toch gezond? Natuurlijk zouden er ups en downs komen, maar dit… dit einde klopte niet.

Toen eindelijk iedereen rond de couveuse wegstapte en wij dichterbij mochten komen, zagen we het zelf: hoe donker ze was, hoeveel zuurstof ze tekortkwam, hoe zwaar ze had gevochten. De cijfers hadden we wel gezien, maar pas toen ik haar echt in mijn armen kreeg, begreep ik hoe zwaar het voor haar moest zijn geweest.

We gaven toestemming om alle medicatie en zuurstof te stoppen, behalve de pijnstilling. Ze werd op mijn borst gelegd, alleen in haar ieniemienie luier. Zo kwetsbaar, zo puur. Voor het eerst kon ik haar echt helemaal zien, zonder slangetjes en snoertjes. Tom kroop naast me in bed, en samen reden we met Pem naar een kamer weg van de NICU. Daar, in de veiligheid van onze armen, overleed ze op de borst van Tom.

Naar huis

De volgende dag verlieten we het ziekenhuis. Met zijn drieën, maar zo anders dan we gehoopt hadden. Ik zat in een rolstoel, met Pem in een doorzichtige plastic bak met koud water op mijn schoot. Zo reden we naar huis. In mijn tas zat een speciale brief die verklaarde dat we gemachtigd waren om een lijk te vervoeren. Dat woord alleen al.

Mijn grootste dieptepunt was de eerste dag na thuiskomst: ik had onwijze stuwing in mijn borsten, lag op bed omdat ik niks kon vanwege de keizersnede, het grote verdriet van het overlijden van onze dochter, en bovenop alles was het die dag een soort eerste Moederdag. Ik had al gefantaseerd over hoe leuk dat zou zijn met ons kleine meisje, maar alles was nu anders. Ondanks dat kon Tom een kleine glimlach op mijn gezicht toveren door heerlijk te koken en voor me te zorgen.

Verwerking van het overlijden

Pas in het najaar van 2021 heb ik echt steun gezocht. De zomer daarvoor ging voor mijn gevoel uitzonderlijk goed. We hadden vrede gesloten met het idee dat Pem nog niet klaar was voor deze wereld, dat ze te klein was en dat ze misschien zo een moeilijke periode – en leven – bespaard is gebleven. Natuurlijk nam dat het verdriet van het overlijden niet weg, en ook niet de traumatische ervaringen die we in het ziekenhuis hadden meegemaakt. Vanuit het ziekenhuis in Tilburg kreeg ik de mogelijkheid om met een psycholoog te praten, en ik heb voldoende EMDR-sessies gevolgd.

We kregen ook onderzoeken bij prof. Spaanderman in Maastricht, een expert op het gebied van perinatologie. Zo ontdekten we dat de aderen naar mijn baarmoeder te smal waren en te veel weerstand boden. Hierdoor kreeg de placenta niet voldoende bloed en kon niet optimaal groeien. En als de placenta niet optimaal functioneert, is dat natuurlijk ook niet goed voor de baby.

Opnieuw zwanger

Het liefst wilde ik meteen beginnen aan een tweede kindje, maar achteraf ben ik heel blij dat we even gewacht hebben. Eerst moest ik fysiek herstellen, daarna ook fysiek opbouwen, en ondertussen mentaal klaar zijn voor het eventuele verdriet als het weer mis zou gaan. Daarnaast voelde het dienstverband toch niet helemaal als mijn ding, dus ben ik weer voor mezelf begonnen. Ook Tom startte een nieuw bedrijf dat als een trein ging, en we waren druk met onszelf en met de laatste loodjes van de verbouwing in ons huis.

Die zomer werden we opnieuw zwanger: weer erg misselijk, veel medicatie en veel onzekerheid. Het was een spannend traject in het MUMC en het Radboud, waarbij we pas na de 20-wekenecho voorzichtig durfden te hopen op een goede afloop.

Gelukkig is op 12 mei 2023 onze tweede dochter Puk geboren. Vanaf dat moment is zowel letterlijk als figuurlijk de zon weer gaan schijnen. Pem blijft natuurlijk altijd onderdeel van onze familie. Ze heeft een prachtig kunstwerk als urn in onze woonkamer, en we vieren elk jaar haar geboortedag.

Nuchterheid

Wat ons staande heeft gehouden, is nuchterheid. Niet de werkelijkheid ontkennen, maar accepteren dat het nu eenmaal zo is. En niet blijven hangen in ‘wat als…’.

Geen enkele dag is alleen maar leuk, maar ook geen dag is alleen maar stom. In elke dag zit iets goeds: vrienden die er voor je zijn, lekker eten, een mooie wandeling, of een vlinder die voorbijvliegt. Het zijn juist die kleine dingen die vonkjes van geluk aanwakkeren. En ik denk dat we met genoeg kleine vonkjes ons algemene geluksgevoel kunnen behouden. Ik schrijf dit terwijl ik 13 weken zwanger ben van ons derde wondertje – een nieuwe, spannende periode na de rumoerige miskraam van afgelopen winter.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Ieder weekend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je weekend goed met onze mooiste verhalen.