Wilma Groothuis
Wilma Groothuis School Vandaag
Leestijd: 4 minuten

‘Mijn kind kán gewoon niet meer naar school’ – onderwijsexpert over de 70.000 thuiszitters

“Mijn kind kán gewoon niet meer naar school.” Het zijn woorden die je als ouder nooit wilt uitspreken, maar steeds meer gezinnen doen het wel. Inmiddels zijn er in Nederland zo’n 70.000 thuiszitters. Geen uitzondering meer, maar een signaal. Onderwijsexpert Marieke Ligtenberg vertelt wat veelvoorkomende redenen zijn en wat je als ouder kan doen als je neigt naar thuisonderwijs.

Marieke: “Ik zie deze kinderen als de kanarie in de mijn. Vroeger namen mijnwerkers een kanarie mee naar beneden. Als de lucht te dun werd, waarschuwde de vogel. Niet omdat hij zwak was, maar omdat hij als eerste liet zien dat er iets niet klopte. Zo is het ook met thuiszitters: zij laten ons zien dat de omstandigheden voor veel kinderen te zwaar zijn.

Waarom kinderen thuis komen te zitten

Kinderen zitten niet zomaar thuis. Vaak bouwt het zich langzaam op. Ouders merken eerst kleine signalen: buikpijn, driftbuien of steeds meer moeite met opstaan. De oorzaken verschillen, maar er zijn patronen:

  • Overprikkeling – volle klassen, lange dagen, te veel toetsen.
  • Niet gezien worden – een kind voelt zich alleen maar beoordeeld op wat niet lukt.
  • Pestervaringen – soms zichtbaar, soms subtiel, altijd schadelijk.
  • Druk om te presteren – de lat ligt hoog, terwijl het fundament wankel is.
  • Onveilig voelen – in de groep of in contact met de leerkracht.

Veel ouders van thuiszitters hebben vaak al een lange weg achter de rug: gesprekken, plannen, onderzoeken, soms zelfs meerdere scholen. En vaak ook leerkrachten en teams die hun uiterste best hebben gedaan. Het is dus niet simpelweg een kwestie van ‘even iets proberen’. Tegelijkertijd laten ervaringen zien dat kleine verschuivingen – een ander ritme, een gesprek dat anders gevoerd wordt of een veilige plek om rustig op te starten – soms wél ruimte geven. Niet als wondermiddel, maar als begin van herstel.

Een blik in de school

Als leerkracht en intern begeleider heb ik vaak met ouders om tafel gezeten. Ik weet dat de meeste collega’s wel mee willen denken, maar zij werken ook binnen kaders van volle klassen, planningen en protocollen. Soms lijkt er daardoor weinig ruimte, terwijl die in het persoonlijke contact vaak wél kan ontstaan.

Een tip van een oude rot in het vak: laat als ouder merken dat je oog hebt voor hun kant. Een zin als: ‘Ik snap dat het druk is, maar wil je met me meekijken naar wat dit voor mijn kind betekent?’ opent veel sneller de deur naar samenwerking dan een lijst met eisen.

In gesprek gaan – wat helpt?

Als je kind (dreigt) thuis (te) zitten, is praten met school spannend. Toch kan juist dat gesprek het
verschil maken. Vanuit mijn ervaring werken deze vier ankerpunten:

  • Verbinding en synergie
    Begin niet bij oplossingen, maar bij hoe je je kind ziet. Deel iets wat je raakt of trots maakt. Dat opent de menselijkheid.
  • Leiderschap en impact
    Durf je plek in te nemen als ouder. Stel vragen als: ‘Hoe zie jij mijn kind op school en herken je ook wat ik thuis zie?’
  • Visie en verwezenlijking
    Kijk samen vooruit: ‘Wat zou dit jaar haalbaar en fijn maken?’ Het gaat om mogelijkheden, niet om tekorten.
  • Groei en verankering
    Sluit af met kleine afspraken. Vraag ook meteen: ‘Wanneer komen we hierop terug?’ Zo blijft iedereen betrokken.

Soms is het simpel

In de jaren dat ik als intern begeleider werkte, herinner ik me een jongen die elke ochtend tien minuten eerder naar school kwam. Dat kleine verschil gaf hem ruimte om rustig zijn spullen klaar te leggen, even te kijken wat de dag zou brengen en dit kort met de leerkracht te bespreken. Die paar minuten maakten een wereld van verschil: hij startte de dag met rust en overzicht. En dat werkte door: voor hemzelf, maar ook voor zijn leerkracht en ouders. Een kleine aanpassing met groot resultaat.

Eerder schreef ik voor J/M Ouders over hoe startgesprekken kinderen helpen om het jaar met vertrouwen te beginnen en over het nieuwe hoorrecht, waardoor kinderen officieel hun stem mogen laten horen. Dit artikel bouwt daarop voort. Want wat als al die gesprekken, acties en interventies niet genoeg zijn en een kind écht niet meer naar school kan? Dan mogen we de boodschap van deze kinderen horen: thuiszitters zijn de kanarie in de mijn.

De kanarie werd niet weggezet als lastig, maar serieus genomen als waarschuwing. Zo mogen we ook kijken naar kinderen die thuiszitten. Niet als probleemgevallen, maar als spiegels. Zij laten ons zien dat opgroeien en leren meer is dan toetsen, roosters en protocollen. Een kind dat zich gehoord voelt, krijgt weer vertrouwen. En dát vertrouwen is misschien wel belangrijker dan welk leerdoel dan ook.”

Meer ouders halen kind uit het reguliere schoolsysteem, maar geven ze wel thuisonderwijs?

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Ieder weekend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je weekend goed met onze mooiste verhalen.