Signe (11) vond haar passie in rolstoelhockey: ‘Ik kan eindelijk écht meedoen’
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.jmouders.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F10%2Frolstoelhockey2.jpg)
Signe (11) heeft een spierziekte en vond dankzij het Fonds Gehandicaptensport haar passie: rolstoelhockey. Haar inspirerende verhaal staat in het boek Ik begin*, naast bekende sporters als Sherida Spitse en Diede de Groot. Samen met haar moeder Caroline vertelt ze hoe de sport haar leven veranderde en waarom ze nooit meer zonder zou willen.
Wanneer de 11-jarige Signe voor het eerst in een sportrolstoel plaatsneemt, weet ze het meteen: dit is het. “Ik vond het geweldig, want het was snel, samen en ik kon eindelijk echt meedoen,” vertelt ze enthousiast. Inmiddels speelt ze in het Nederlands belofteteam rolstoelhockey, traint ze wekelijks met haar team, en droomt ze van deelname aan een EK of WK. Haar moeder Caroline kijkt trots toe – en vertelt hoe deze sport hun leven op z’n kop zette.
De eerste ontmoeting
Het begon allemaal toen Caroline in gesprek raakte met Dick, de bondscoach van het Nederlands team rolstoelhockey. “Hij zei meteen: ‘Laat haar het gewoon eens proberen!’” herinnert Caroline zich.
Signe stapte in een van de sportrolstoelen van de spelers – een elektrische rolstoel die 18 kilometer per uur haalt en razendsnel kan draaien. “En toen was ze weg,” lacht Caroline. “Ze zat daar tussen volwassen WK-spelers, midden op het veld. Ik stond aan de zijkant en dacht alleen maar: wauw, wat gebeurt hier?”
Signe was toen pas zes of zeven jaar oud, maar haar enthousiasme was onmiddellijk duidelijk. “Ik vond het geweldig,” vertelt ze. “Het is een snelle sport en je doet het samen. Dat maakt het zo leuk.”
Gelijkwaardig meedoen
Voor Caroline was die eerste ervaring een openbaring. “We hadden al van alles geprobeerd – rolstoelbasketbal bijvoorbeeld – maar dat was het toch net niet,” vertelt ze. “Er zijn niet veel sporten die je kunt doen in een elektrische rolstoel. En bij rolstoelhockey kon ze eindelijk volledig meedoen. Niet omdat iemand het voor haar aanpast, maar gewoon écht meedoen. Dat was zó bijzonder.”
In het rolstoelhockey spelen mannen en vrouwen, jong en oud, allemaal samen. “Je kunt tegen een team van zestigjarigen spelen, of tegen volwassenen die studeren,” zegt Caroline. “Iedereen is gelijkwaardig. Of je nou alleen een vinger kunt bewegen of je armen goed kunt gebruiken – je bent allemaal even belangrijk op het veld.”
Fonds Gehandicaptensport
Die gelijkwaardigheid was bevrijdend voor Signe, maar de sport zelf bracht ook praktische uitdagingen met zich mee. Een sportrolstoel kost namelijk al snel twintigduizend euro. “Dat is niet iets wat je zomaar betaalt,” legt Caroline uit. “Gelukkig konden we dankzij het Fonds Gehandicaptensport en de gemeente het grootste deel financieren. Zonder dat fonds was het gewoon niet gelukt. Dan had Signe nooit kunnen spelen.”
Inmiddels traint Signe fanatiek en werd ze afgelopen jaar geselecteerd voor het Nederlands belofteteam. “Dat ging via een talentendag,” vertelt ze. “We moesten twee keer meedoen met trainingen, en daarna hoorden we dat we erbij zaten. We waren zó blij!”
Haar mooiste moment tot nu toe? “Dat was toen ik laatst twee keer scoorde tijdens een wedstrijddag,” vertelt ze trots. “Ik gebruik een T-stick – die zit vast aan mijn rolstoel, dus scoren is moeilijker. Als dat lukt, krijg je twee punten. Dat gebeurt niet vaak, dus ik was superblij.” Stoppen? Dat is voor Signe geen optie. “Ik heb nog nooit gedacht: ik wil ermee ophouden. Alles is leuk. En iedereen past zich aan als het nodig is. Het is gewoon mijn sport.”
Meer dan sport alleen
Caroline ziet hoeveel meer rolstoelhockey betekent dan alleen een teamsport. “Ze ziet oudere jongeren – mensen van twintig, dertig – die studeren, zelfstandig wonen, relaties hebben. Voor haar is dat een voorbeeld: hé, dat kan dus ook. Het geeft haar zelfvertrouwen, ambitie en een doel.”
Ze lacht. “En eerlijk is eerlijk: ik had nooit gedacht dat ik een hockeymoeder zou worden. We rijden het hele land door – van Arnhem tot Drachten of zelfs België – maar het is het zó waard. Het kost tijd, ja, maar wat het oplevert is onbetaalbaar. Je ziet je kind opbloeien, lachen, echt onderdeel zijn van een team.”
Ik begin
Signe’s verhaal is inmiddels opgenomen in het boek Ik begin – een bundel met vijftien waargebeurde verhalen van kinderen en bekende Nederlanders die startten met wat eerst onbereikbaar leek. Onder hen presentator en profvoetballer Sherida Spitse, rolstoeltenniskampioen Diede de Groot, presentator Jörgen Raymann en oud-profvoetballer Rocky Hehakaija. De verhalen laten zien hoe een klein steuntje in de rug een groot verschil kan maken, want alle kinderen verdienen het om hun dromen waar te maken.
Voor Signe was het heel bijzonder om zichzelf tussen die namen terug te zien. “Ik vond het echt cool om mijn verhaal te lezen,” vertelt ze trots. “Ik hoop dat kinderen die iets hebben, lezen dat ze altijd moeten doorgaan. Er is altijd wel een sport die bij je past. En dat andere mensen zien dat wij eigenlijk ook gewoon normaal zijn. Je hoeft niet te staren, je mag gewoon vragen.” Caroline vult aan: “Als er straks een ander kind is dat dit leest en denkt: hé, dat wil ik ook, dan is het al geslaagd. Of als een ouder denkt: misschien is dit iets voor mijn kind. Dat is precies waarom zulke verhalen belangrijk zijn.”
Mogelijkheden
Caroline weet als geen ander hoeveel organisatie het kost om een kind met een beperking te ondersteunen. “Ja, het kost tijd, en ja, je bent veel onderweg,” zegt ze nuchter. “Maar wat het oplevert – zelfvertrouwen, plezier, vrienden – dat is alles waard. Dus probeer het gewoon. Ga kijken bij een sportdag, een vereniging, wat dan ook. Er is zó veel mogelijk.” Signe knikt. “Hockey is mijn leven,” zegt ze. “En ooit… wil ik in het Nederlands team spelen.”
*Het boek Ik begin is een initiatief van ABN AMRO in samenwerking met de Kinderboekenweek, Jeugdfonds Sport & Cultuur, Esther Vergeer Foundation en H’ART Museum.