Waarom roep ik zo tegen mijn kind? Vadercoach legt uit waar uitbarstingen vandaan komen
Alec (41) is gek op zijn zoon, maar als die begint te huilen, te dromen op het voetbalveld of met een laag cijfer thuiskomt, verandert er iets in hem. Nog voor hij het doorheeft, floept er iets uit als: “Mietje!” of “Ben jij dom ofzo?!”: woorden waar hij zich direct voor schaamt. Vadercoach Marloes Craenen legt uit waar zulke uitbarstingen écht vandaan komen en hoe je dit patroon kunt doorbreken.
“Als mijn zoon begint te jammeren om iets kleins, thuiskomt met een laag cijfer voor een proefwerk of weer staat te dromen op het voetbalveld, voel ik het gelijk in mijn lijf. Het schiet erin als een felle golf van irritatie die me in één klap overneemt. En nog voordat ik het doorheb, zeg ik iets dat veel te hard is voor een kind. Zoals ‘Mietje!’ of ‘Jemig, ben jij dom ofzo?!’… woorden waarvan ik niet eens wil toegeven dat ik ze uitspreek. Als ik het inslik, komt het er op een andere manier uit. Ik geef bijvoorbeeld zijn speelgoed een rotschop, of vertrap het. Erg hè, ik weet het. Direct daarna denk ik natuurlijk “Sukkel! Waarom doe je dit nou?” Maar dan is het al te laat.”
Ik leg te lat te hoog voor een gevoelig kind
“Het ergste is misschien wel hoe mijn zoon dan wegkijkt. Stil, gekwetst, alsof hij er niet is. Terwijl ik diep van binnen dus weet dat het niet aan hem maar aan mij ligt. Dat ik de lat veel te hoog leg voor een gevoelig kind als hij. Ik wil hem helemaal geen rotgevoel geven. Ik wil hem zien, steunen. Maar ik zit zo vast in die reflex dat ik niet meer weet hoe ik eruit kom.”
“Ik schaam me er voor. Niemand weet dit ook. Ik wíl helemaal niet de vader zijn die zijn kind kleineert of afblaft. Maar zodra dingen anders lopen dan ik in mijn hoofd had, klapt die frustratie er zo hard uit dat ik mezelf niet eens herken. Daarna voel ik me leeg, mislukt en vooral: schuldig. Het kan echt niet langer zo. Hoe doorbreek ik dit patroon?”
Vadercoach Marloes Craenen geeft advies
Alec, wat jij beschrijft zie ik bij veel vaders. Dus laat ik je dit als eerste meegeven: je bent niet de enige. Er wordt alleen door vaders onderling niet over gesproken. En het feit dat jij je schaamt en nu hulp zoekt, zegt mij dat je ontzettend veel van je zoon houdt en hoe graag jij dit anders wilt. Daar begint het. Dat is belangrijk om te beseffen.
Net als veel andere vaders, begin ook jij met jezelf af te straffen. Heb je dat door? Terwijl juist daar een onmisbare stap ligt om dit patroon te doorbreken: minder hard voor jezelf zijn.
Niet jij, maar het kind in jou wordt geraakt
Vaders die zo fel reageren op hun kind doen dat niet omdat hun kind iets verkeerds doet, maar omdat hun kind ze herinnert aan hun eigen kwetsbaarheid. Als jouw zoon “jammerig” is, dromerig, traag, onzeker, niet oplet of iets niet lukt, dan raakt dat aan iets ouds in jou.
Misschien ben jij vroeger dom genoemd, gevoelig of lui. En misschien werd er toen tegen jou gezegd dat je je moest ‘vermannen’ en werd jouw zachtere, sensitieve kant niet gezien. Terwijl dat juist je superkracht is.
Want als je op dat moment niet de geruststelling van een betrouwbare volwassenen hebt gekregen, heeft jouw systeem deze ervaringen nooit goed kunnen verwerken. Want zo’n ervaring was ooit veel te groot en te overweldigend voor het kinderbrein wat je toen had.
Kleineren is geen aanval maar een beschermingsmechanisme
Wanneer jouw kind nu precies datzelfde gedrag laat zien, schiet je brein nog steeds in dezelfde error. De overlevingsstand: je lichaam herkent de spanningsprikkels van vroeger en labelt de huidige situatie nog steeds als ‘gevaarlijk’. Onveilig. En dus zoekt je systeem direct een manier om de error te stoppen. Dat doet het door te vluchten, te verstarren of… hard uit te halen.
Kleineren is dus geen bewuste keuze. Het is een manier om de pijn in jezelf te dempen. Te redden wat er te redden valt. Niet oké, maar wel begrijpelijk. En ook, en nu komt het goede nieuws: veranderbaar.
Wat je kind op dat moment nodig heef
Je kind laat geen lastig gedrag zien. Hij laat zien waar híj onzeker is. Waar híj nog aan het leren is. En wat hij dan nodig heeft, is niet iemand die harder wordt. Niet iemand die wegduwt. Maar iemand die blijft staan en zegt: “Lastig hè? Ik blijf bij je. Dit komt goed.”
Die support en het vertrouwen in je kind dat hij er heus wel komt, in zijn eigen tijd en op zijn eigen tempo, dát bouwt zelfvertrouwen. Sterker: het maakt een kind veerkrachtig. Niet de hardheid, maar de aanwezigheid.
De oplossing voor te hard gedrag naar je kind
De sleutel voor jou ligt in opmerken wat er ín jou gebeurt als je kind iets doet waar jouw brein error door krijgt. Dat kan je trainen door bij jezelf te gaan herkennen wat er precies gebeurt in je hoofd. Label iedere ministap die je ervaart, bijvoorbeeld:
- ik schrik;
- ik hoor die oude stem (en/of zie dat gezicht / die ogen) van vroeger;
- ik voel spanning;
- dit moet stoppen!;
- ik wil reageren, uithalen;
- ik voel mezelf verharden;
- ik schiet in de stress;
- ik roep te hard;
Op het moment dat je deze stappen bij wijze van een observator leert opmerken, ontstaat er ruimte voor het maken van andere keuzes. Zèlfs achteraf. Hoe vaker je dit doet, hoe sneller je het patroon kan doorbreken.
De stappen die je zet om de cyclus te doorbreken
- Je kind doet iets wat jouw oude pijn triggert.
- Je merkt de reflexen op en stopt. Letterlijk één seconde.
- Zeg nu niets. Nul, noppes, nada. Alles wat nu in je opkomt is niet reeel. Het komt uit de overlevingstand waar je brein in staat. Die moet eerst tot rust komen voordat je weet wat je echt wilt zeggen.
- Zeg intern tegen jezelf: “Dit is oud. Dit was van mij. Dit hoort niet bij hem.” Zo scheid je verleden en heden.
Gaat het toch mis? Dat gebeurt. Wees mild voor jezelf. Je bent je brein aan het trainen.
Voor je kind gaat het om wat je daarna doet.
Ga terug naar je kind en zeg: “Papa reageerde te hard, sorry. Het lag niet aan jou. Jij deed niks verkeerd. Ik heb geleerd om zo te reageren, maar dat vind ik helemaal niet fijn. Jij mag dit anders doen. Jij mag gewoon jezelf zijn.” Neem daarna even de tijd om te reflecteren met de stappen hierboven.
Dát is waar hechting ontstaat. Én hoe een kind leert dat liefde niet afhankelijk is van perfect gedrag.
Waarom jouw kind jou hier zo bij nodig heeft
Kinderen spiegelen precies dat stuk in ons dat ooit geen plek kreeg. Niet om ons pijn te doen, maar om ons te helpen helen. Wanneer jij dit patroon doorbreekt, geef je je zoon het grootste cadeau dat bestaat: de vrijheid om zichzelf te zijn, zonder angst voor jouw afwijzende oordeel.
Geen enkel kind wordt sterker van hardheid. Kinderen bloeien op bij vaders bij wie ze onvoorwaardelijk zichzelf mogen zijn. En jij gaat daar voor zorgen. Heel veel succes!