Jelle (40): ‘Hoe kan ik genieten van mijn papadag, als mijn kind me geen seconde met rust laat?’ Vadercoach geeft advies
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.jmouders.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F04%2FDSC_2523top1stralend1.jpg)
Het vaderschap kent naast alle mooie momenten ook zijn uitdagingen. In deze rubriek deelt vadercoach Marloes Craenen elke week een casus uit haar eigen praktijk en geeft zij haar advies. Deze week het dilemma van Jelle (40): ‘Hoe kan ik genieten van mijn papadag, als mijn kind me geen seconde met rust laat?’
Jelle: “Papadag. Lekker lang weekend, denk ik dan. Beetje aanrommelen met de kinderen, samen avonturen beleven, wat boodschappen doen en wat tijd voor mezelf. Maar die kleine loopt de hele dag achter mijn broek aan. Bij alles wat ik doe, zit hij er met zijn neus bovenop. Hij moet toch ook zelf leren spelen?
Papa, ik verveel me
Natuurlijk starten we de dag samen op de bank: eerst een boekje, dan een bakkie voor mij en wat drinken voor die kleine. Dan wil ik dat hij zich even zelf vermaakt. Dus geef ik hem een auto, een puzzel of wat klei en ga wat voor mezelf doen. Maar tien seconden later is het alweer: ‘Papa, kijk’, ‘Papa, help’ of ‘Papa, ik verveel me.’ En dat frustreert me zo!
Als ik hem geen aandacht geef, gaat hij vervelend lopen doen: hangen, klieren, etteren… net zolang totdat ik geïrriteerd reageer of boos word. En dan is het huilen. Ik wil helemaal niet de mopperende vader zijn. Ik wil die leuke vader zijn, want ik ben stapel op mijn kind. Maar door zijn aanhoudende gezeur, krijg ik het soms echt benauwd.
Kan ik op zo’n papadag echt niks voor mezelf doen? Ik vind het erg om toe te geven dat ik soms liever ga werken. Dan kan ik tenminste mijn eigen gang gaan.”
Tips van vadercoach Marloes Craenen
Marloes: “Het is zo logisch wat hier gebeurt. Op een dag dat je thuis bent met de kinderen moeten er vaak ook andere dingen gedaan worden. Dingen waar je kind even niet bij kan helpen. Toch zegt wat hier gebeurt vaak meer over de vader dan over het kind. En vaders, troost je: niet alleen jij, ook je vrouw heeft hier last van.
Verveling is goed. Door zich even te vervelen, gaat je kind uiteindelijk wel doen wat hij echt leuk vindt. Maar dan moet je kind wel van jou de ruimte krijgen om door dat nare gevoel van verveling heen te komen. De vraag is dus meer: kan jij er als vader zijn voor je kind in verveling? Zo ja, dan zal het gevoel van verveling transformeren naar positieve gevoelens als plezier en vrijheid. Baal je ervan dat je kind zich verveelt, dan gaat het de negatieve kant op.
Oefenen in vervelen
Kinderen moeten zich dus eerst leren vervelen. Wat je doet is dit: ga liggen op de grond, samen met je kind en zeg: ‘Verveel jij je ook zo? Naar gevoel hè? Ik zou willen dat ik me iets fijner voelde. Dan zou ik iets leuks gaan doen, waar ik blij en vrolijk van word. Waar zou jij blij van worden?’ Blijf een poosje liggen op de grond tot je kind (of jullie samen) iets heeft gevonden waar hij heel blij van wordt.
Zelf vinden wij dit gevoel van verveling ook niet leuk. We zijn gewend om bezig te zijn, om dingen gedaan te krijgen en op te lossen. Met een kind is dat ritme ineens anders. Ons hoofd heeft daar moeite mee en vlucht in gedachten: to-do lijsten, projecten, financiële uitdagingen, collega’s, etc. Maak dus bewust je hoofd leeg en zet de dingen die je echt niet mag vergeten op een lijstje. De rest heeft nu minder prioriteit.
Dat laatste biertje
Ga eens na: hoe was je weekend? Was het rustig of gezellig druk? Moet je bijkomen van dat laatste biertje of wijntje gisteravond? De nasleep van iets onschuldigs kan de oorzaak zijn dat het nu niet lukt om met je aandacht bij je kind(eren) te zijn. Je kind heeft dat haarfijn door. Hij mist je aanwezigheid.
Als jij een vader bent die veel commentaar heeft op de wereld om zich heen, dan gaat je kind zich daarnaar gedragen. Ten eerste maakt het je kind onzeker. Kinderen zijn loyaal aan hun ouders en willen het graag goed doen, maar jouw lat ligt wel erg hoog. Daarnaast zal je kind zich afhankelijk van jou opstellen als de wereld niet te vertrouwen is.
Vraag jezelf dus eens af: hoe veilig vind ik de wereld waar mijn kind in opgroeit eigenlijk? Wat is mijn wereldbeeld? Heb ik de overtuiging dat ik mijn kinderen moet beschermen? Of heb ik het vertrouwen dat mijn kind sterk genoeg is om de wereld aan te kunnen?”