‘Waar verstop jij een olifant?’ Michal en Rianne over hun nieuwste boek Kunstklets
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.jmouders.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F04%2Frianne-michal-kunstklets.jpeg)
Boeken toegankelijk, leuk én betekenisvol maken voor jonge kinderen; Rianne van Essen, oprichtster van uitgeverij Gezinnig, en onderwijskundige en auteur Michal Janssen laten het zien door hun kletsboeken. Het laatste boek Kunstklets maakten ze samen met het Rijksmuseum, Van Gogh Museum en Stedelijk Museum Amsterdam. Rianne: “Kinderen maken door uitnodigende opdrachten, grappige vragen en creatieve invulpagina’s op een laagdrempelige en speelse manier kennis met kunst.”
Hoe zijn jullie ooit gaan samenwerken?
Rianne: “In 2008 ging mijn platform Gezinnig live en kort daarna kwam ik met Michal in contact. Ze had zelf een kletsboek bedacht en vroeg of het iets was voor gezinnig.nl. Ik vond het ‘reuze-gezinnig!’ In 2010 heb ik het uitgegeven en zijn we meer boeken gaan maken. Twee jaar later verscheen Slaapklets, ons eerste dagboek voor ouders en kinderen om de dag samen door te nemen.”
Waar ontstond het idee voor het eerste kletsboek?
Michal: “Mijn kinderen waren nog klein. Als ik vroeg ‘Hoe was het op school?’, dan kreeg ik vaak alleen ‘leuk’ of ‘stom’ terug. Daarom begon ik andere vragen te stellen. Bijvoorbeeld: ‘Heeft de juf gemopperd?’ of ‘Heeft iemand een grapje gemaakt?’ Die vragen schreef ik op briefjes. Zo is het idee ontstaan.”
Wat is jullie missie met de kletsboeken?
Rianne: “We willen ouders helpen om kwalitatieve momenten met hun kind te hebben. Ook thema’s als emotieregulatie, scheiding of seksuele ontwikkeling komen langs. In de kern gaat het om verbinding: samen lachen, praten en stilstaan bij wat er speelt.”
Hoe ziet jullie samenwerking eruit?
Michal: “We brainstormen veel samen. Vaak gaan we daarna allebei met een hoofd vol ideeën naar huis. Ik werk de inhoud uit, daarna volgt veel getik en feedback over en weer. Vervolgens gaat onze vaste vormgever ermee aan de slag. De vormgeving is heel belangrijk: kinderen moeten kunnen aankruisen, tekenen en lijnen zetten. Dat maakt het boek echt interactief.”
Wat maakt jullie kletsboeken anders dan andere boeken?
Michal: “Ze zijn laagdrempelig én uitnodigend. In Kunstklets starten we bijvoorbeeld met een groot schilderij waarin veel te zien is. Dan vragen we: ‘Waar zou jij een olifant verstoppen?’ Kinderen duiken meteen in het beeld en letten op details. Het moet leuk en grappig zijn. In het boek Slaapklets voor kleuters staat bijvoorbeeld een opdracht waarbij je je knuffel zo hoog mogelijk moet gooien, terwijl je op de grond ligt.”
Hoe kwam het idee voor Kunstklets tot stand?
Rianne: “We kregen een mail van Sarah Broekhoven, educator Van Gogh Museum. Ze kende onze boeken en vroeg een beetje grappend: ‘Wordt het niet eens tijd voor Kunstklets?’ Dat idee vonden wij meteen geweldig! De musea willen kinderen op een positieve manier met kunst laten kennismaken – en dat hoeft niet alleen in het museum. Kunst is ook thuis of op straat.”
Wat vinden jullie het leukste aan Kunstklets en/of de andere kletsboeken?
Michal: “Het was voor Kunstklets heerlijk om met zoveel beeld te werken. Ik dacht eerst dat ik niks met kunst had, maar ik heb er zó van genoten. Je hoeft echt geen kunstkenner te zijn om geraakt te worden. En kinderen trouwens ook niet.”
Rianne: “Ik vind het altijd mooi als een idee werkelijkheid wordt. Maar het leukste blijft de reacties van ouders: dat het boek werkt, dat het verbindt, dat kinderen zin krijgen om samen te kletsen.”
Worden de boeken getest door kinderen?
Rianne: “Toen onze eigen kinderen nog tot de doelgroep behoorden lazen ze alles mee. Gelukkig hebben we een fijn netwerk: via onze nieuwsbrief en socials nodigen we altijd ouders en kinderen uit om feedback te geven.”
Tot slot: wat maakt jullie boeken zo krachtig?
Michal: “Het gaat er niet om of je kind veel of weinig praat, maar dat je even écht samen bent. Bij Kunstklets draait het om verwondering, plezier en verbeeldingskracht. En dat gun je elk kind.”
Lees ook Kinderpsycholoog Tischa Neve legt uit: ‘Alle emoties van een kind hebben een functie’