Frank (47): ‘Mijn zoon (13) maakt steeds wheelies waardoor zijn fiets kapotgaat. Wat nu?’
Iedere vader kent het gevoel van onmacht, het gevoel dat je geen grip krijgt op je kind, maar niet iedere vader praat erover. In deze rubriek deelt vadercoach Marloes Craenen elke week een casus uit haar eigen praktijk en geeft zij haar advies. Deze week het dilemma van Frank (47): “Mijn kind doet steeds wheelies op zijn normale fiets. Daardoor gaat de fiets kapot. Ik word daar boos om. Wat kan ik doen?”
“Mijn oudste zoon van 13 speelt graag buiten met zijn vrienden. Beetje voetballen, beetje crossen, heerlijk. Maar de laatste tijd is die fiets steeds kapot. Wat blijkt? Hij doet er wheelies op. Terwijl ik hem nog zó had gewaarschuwd: ‘Geen stunts, geen wheelies, gewoon normaal fietsen.’ Daar is dat ding natuurlijk niet voor gemaakt.
‘Jouw schuld!’
Dus toen het achterwiel er half af lag, was ik woest. Alwéér. En deze keer kan ik het niet zelf repareren. De fietsenmaker noemt een belachelijk bedrag. Dus nu moet hij, tot zijn grote frustratie, op de oude, roze fiets van zijn zusje naar school. Laatst schreeuwde hij: ‘Zo houd ik geen vrienden meer over. En dat is jouw schuld!’
En eerlijk? Ik had er ook weinig haast mee. Ik wilde dat hij zou voelen hoe belangrijk die fiets voor hem is. Zodat hij er voortaan zuiniger mee omgaat. Want dat ding was hartstikke duur! Alles zomaar oplossen of vervangen, daar leer je hem toch niks mee? Maar die ene opmerking, die blijft hangen. Dus wat is nu wijsheid: repareren, een nieuwe kopen of hem deze les gewoon laten leren?”
Het antwoord van vadercoach Marloes Craenen
“Ik snap je frustratie. Je kunt bij wijze van spreken de echo van je eigen waarschuwing nog horen en je zoon lijkt hem alweer te zijn vergeten. Met een kapotte fiets en een torenhoge rekening als gevolg. Dat schuurt. Toch wil ik je uitnodigen even uit te zoomen. Kijk niet alleen naar het gedrag, maar naar wat eronder zit. Zie je ook zijn lef, zijn wil om iets nieuws te kunnen, om de beste te zijn? Misschien voel je zelfs een beetje trots. Heb je dat al uitgesproken?
Boosheid is logisch. Hij overschrijdt een grens. Maar de lading eronder, de woede, het harde oordeel, is vaak oud. Misschien van een vader die jou vroeger ook liet voelen: ‘Eigen schuld, dikke bult. Dit is de emotionele rekening die je betaalt.’ Wat deed dat met jou? Temde het je speelsheid, je lef, je levensenergie? En wil je dat voor je eigen kind?
Eigen gevolgen dragen
En kijk dan nog eens naar hem. Daar fietst hij – op die roze fiets. Ongemakkelijk, beschaamd misschien. Maar hij dóet het. Dat ís al leren. Door hem z’n eigen gevolgen te laten dragen, maak je hem eigenaar van het probleem. En als jij ondertussen naast hem blijft staan, luisterend, zonder oordeel, leert hij nóg iets groters: dat fouten maken oké is en dat jij blijft. Ook dan.
En nee, dat betekent niet dat jij het voor hem moet oplossen. Zeker niet. Hij mag voelen dat zijn keuzes gevolgen hebben. Maar geef hem eigenaarschap, geen straf. Hoe?
- Baal. Mopper. Scheld desnoods, maar doe het zonder publiek. Gooi het eruit als je sport en kom daarna terug in rust.
- Zeg wat je niet oké vindt. Maak afspraken. Laat hem meedenken in plaats van opdreunen wat jij vindt.
- Denk met hem mee, niet vóór hem. Misschien wil hij wél een stuntfiets. Laat hem uitzoeken wat die kost. Heeft hij genoeg met rapport- of verjaardagsgeld? Zo niet: dan spaart hij bij. Bijvoorbeeld door elke week jullie auto te wassen. Samen, lachend. Dan bouw je én aan verantwoordelijkheid én aan verbinding. En maak je je zorgen dat hij straks op een oude stuntfiets naar school gaat? Wees eerlijk: gaat dat echt over hem of over jouw idee van wat ‘hoort’? Als je wil dat hij zich vrij ontwikkelt, luister dan naar hém. Niet naar de stem van jouw ouders in je hoofd.
Stefan (44): ‘Sinds mijn zoon (14) gamet, maken we alleen maar ruzie, wat moet ik doen?’