Meer blogs
´Wat ontzettend herkenbaar´ was de meest genoemde reactie op mijn laatste blog hier bij J/M voor ouders. En of ik tips had? Ik ben blij met de response en wil onmiddellijk weer in de pen klimmen. Als het aankomt op de vraag hoe om te gaan met een kind met ADHD en ODD, heb ik een ongekende, innerlijke drang om mijn ervaring te delen.
Dat betekent niet dat ik de waarheid in pacht heb. Ik ben ‘slechts’ een ouder die zijn best doet zijn kind zo goed mogelijk te begeleiden. Net als jij. Ik weet dan ook niet of ´tips´ het juiste woord is, maar ik kan wel vertellen wat mij helpt in het omgaan met het opstandige, snel overprikkelde en hypergedrag van onze oudste. En vooral ook wat niet.
‘Mijn kind is niet gek!’
Allereerst: erken het afwijkende gedrag van je kind en het feit dat dit een probleem creëert. En dat niet alleen, erken ook je eigen beperking om hiermee om te gaan. En handel daar vervolgens naar. Nog schrikbarend vaak hoor ik verhalen in mijn omgeving van (één van de) ouders die weigeren met hun kind naar een psycholoog, psychiater of coach te stappen. ‘Mijn kind is niet gek!‘ Tegen die ouders zou ik willen zeggen: dat is hij ook niet. Maar in balans is hij ook niet, anders zou hij dit gedrag niet laten zien. Een diagnose door professionals maakt inzichtelijk op welke manier en in welke mate hij uit balans is. Soms kan daar een label op geplakt worden, soms ook niet. In elk geval kunnen er vervolgens passende handvatten worden aangereikt om er mee om te gaan.
Meer rust dankzij medicatie en coaching
Nadat onze oudste officieel de diagnose ADHD en ODD kreeg, is hij medicatie gaan slikken om zijn schooltijd te overbruggen. Het eerste jaar deed hij dit in combinatie met gedragstherapie om zelf inzicht te krijgen in zijn emoties en het effect van zijn gedrag op anderen. De meningen over medicatie lopen sterk uiteen en wat voor de één werkt, hoeft zeer zeker niet voor de ander een oplossing te zijn. Wat ik belangrijk vind, is dat onze zoon zelf aangeeft meer rust te ervaren dankzij zijn medicatie. En dat het slikken van de methylfenidaat geen negatieve bijwerkingen op hem heeft, zoals het verdwijnen van zijn eetlust of het vertonen van apathisch gedrag. Hij is nog steeds die bewegelijke en aanwezige jongen, maar wel in staat weer mee te komen in de klas en op de sportvereniging.
En hoe zit het dan met de gekte van alledag?
Tot zover de voor de hand liggende stappen. Wat daarnaast overblijft is de gekte van alledag. Al die momenten dat je kind niet meewerkt en jij met je handen in je haar zit, omdat je ook niet meer weet wat je met hem aan moet. Hier elf tips met wat mij helpt:
- Pick your battles wisely
Het is mijn vaste lijfspreuk, want er zijn er een hoop van. Je kunt immers niet verwachten van een kind met ADHD en ODD dat hij zich hetzelfde gedraagt als zijn broertje of zusje zonder gedragsstoornis. Je zult je eigen grenzen op moeten rekken en het ideale plaatje laten varen, anders ben je alleen maar strijd aan het voeren. En laten we wel wezen, die extra tijd achter de tablet geeft jou ook weer even de broodnodige rust. Bepaal voor jezelf als ouders wat je echt belangrijk vindt en houd daar aan vast. - Houd een open geest en toon begrip
Ik heb geleerd dat met de simpele waarom-vraag, je vaak al snel de angel uit een situatie kan halen. Kinderen doen dingen niet voor niets en het is zeer zinvol om de motivatie achter hun handelen te kennen, zodat deze – en niet zozeer de kwade daad – besproken wordt. - Geef complimenten en corrigeer beperkt
Dat is niet altijd makkelijk, ik moet vaak genoeg op mijn tong bijten om niet te roepen ‘doe rustig’. Terwijl ik weet dat een groot deel van de onrust van mijn oudste bij hem hoort. Net zo goed dat hij in negatieve situaties vaak ook iets goed heeft gedaan, zoals eerst iemand waarschuwen in plaats van direct op de vuist gaan. Het zijn kleine dingen, maar kunnen een hoop verschil maken. Zeker in de toon van het gesprek dat ik daar vervolgens met hem over heb. - Manage verwachtingen tijdig
Kondig van te voren aan wanneer je gaat eten (‘over tien minuten’), vraag hoe lang een filmpje nog duurt in plaats van te roepen ‘nu alle schermpjes uit’. Vraag ook naar de verwachtingen van je kind als er sprake is van bijvoorbeeld een uitje of verjaardag, vaak dienen deze bijgesteld te worden. - Lopen de emoties te veel op?
Neem dan letterlijk afstand van de situatie. Loop de tuin in, het balkon op of je slaapkamer in. Zoek een plek waar je weer tot jezelf kunt komen. Ga niet het huis uit, want kinderen kopiëren en voordat je het weet, is hij ook de voordeur uitgelopen. - Leer je kind hetzelfde te doen
Bespreek met hem één of meerdere plekken binnenshuis waar hij naar toe kan als het hem even teveel wordt. En leg broertjes en zusjes uit dat ze hem op zo’n moment met rust moeten laten. Ditzelfde geldt voor op school, de sportvereniging of op een feestje. - Bied je kind tijdens een woedeaanval een uitlaatklep aan
Onze oudste heeft in de papierbak staan springen, tijdschriften en spijkerbroeken gescheurd en hij is zelfs een keer met zijn vader bij de kartbaan beland. Puur om die negatieve energie eruit te krijgen en om de negatieve situatie te doorbreken. - Geef korte, heldere boodschappen,
Zo weet je kind waar het aan toe is. ‘Misschien’ is voor onze zoon een ‘ja’ en zolang we niet concreet maken wanneer hij iets moet doen, zal hij er ook niet aan beginnen. - Ga niet in discussie, hoe verleidelijk ook
Onze oudste kan redeneren als Brugman en zal altijd vinden dat hij gelijk heeft. Daarnaast wist hij mij te vertellen dat hij ‘mij toch niet meer hoort’ wanneer hij midden in een woedeaanval zit. Lees hier meer over in mijn blog: ‘Zo voorkom je discussie’. - Spiegel en reflecteer op rustige momenten
Wij hebben hier thuis spontaan rollenspellen gespeeld met onze oudste, waarin hij de meester was en ik de dwarse leerling. Dat was niet alleen hilarisch, maar ook zeer effectief. - Stabiel mogelijk thuisfront
Het is niet altijd mogelijk, maar probeer een zo stabiel mogelijk thuisfront voor je kind te zijn. Een kind met een gedragsstoornis legt een hoge druk op het gezin, maar het feit dat mijn man en ik samen sterk staan, geeft onze oudste de veiligheid en geborgenheid die hij nodig heeft om zichzelf op een positieve manier te ontwikkelen.
In bovenstaande tekst spreek ik over het kind als ‘hij’, maar het kan natuurlijk net zo goed ‘zij’ zijn.