Een dochter (15) met drie vaders: ‘Loslaten was het pijnlijkste én het liefste wat ik kon doen’
Jacoliens dochter is vijftien, bijna zestien. Een leeftijd waarop veel jongeren zoeken naar wie ze zijn, waar ze thuishoren. Voor haar dochter heeft die zoektocht nóg een extra laag: ze heeft drie vaders. Een biologische vader, een gezaghebbende vader en een bonusvader met wie Jacolien inmiddels tien jaar getrouwd is.
“Onze gezinssituatie is complex, dat geef ik altijd eerlijk toe. Maar het is ook onze realiteit, een realiteit waar we heel hard voor hebben moeten vechten.”
Jaren van strijd
Zeven jaar lang draaide alles om rechtszaken, jeugdzorg en steeds weer nieuwe hulpverleners. De ene beslissing volgde de andere op. En terwijl volwassenen spraken over schema’s, regelingen en rechten, was het Jacoliens dochter die telkens moest schakelen. “Ze ging soms in één week naar drie verschillende huizen. Dan was ze net gewend, dan moest ze weer door. Ze heeft zich nooit ergens echt thuis gevoeld,” vertelt Jacolien. “Achteraf begrijp ik dat dat haar enorm in verwarring heeft gebracht.”
Uiteindelijk besloten de ouders de strijdbijl te begraven. Niet omdat de instanties het oplossen, maar omdat ze zelf inzagen dat het zo niet verder kon. Sindsdien gaat het anders: verjaardagen worden samen gevierd, ouders komen bij elkaar over de vloer, er wordt samen overlegd. “De kinderen grappen weleens: ‘Jullie lijken wel beste vrienden.’ En misschien zijn we dat ook geworden,” zegt Jacolien. “Niet in de klassieke betekenis, maar wel als ouders die elkaars intenties vertrouwen.”
Moment van loslaten
Toch liet die jarenlange strijd littekens achter, vooral bij haar dochter. Ze trok zich steeds meer terug, zette zich af tegen Jacolien en uiteindelijk kwam het tot een breekpunt. “Ze wilde helemaal niet meer bij mij slapen. Ze ging naar haar biologische vader. Dat deed pijn, natuurlijk. Maar het was ook het moment waarop ik dacht: ik moet haar laten gaan, anders verlies ik haar helemaal.”
Mensen in haar omgeving hebben daar soms duidelijke meningen over. “Als ze mijn dochter was, had ik haar thuisgehouden.” Maar Jacolien voelt dat anders. “Ze heeft altijd geleefd in een wereld waar anderen voor haar bepaalden. Instanties, volwassenen, regels. Nu ontdekt ze zichzelf. Ze heeft ruimte nodig. Als ik haar die niet geef, blijft ze alleen maar vechten.”
Verdwenen herinneringen
Wat misschien nog het meest steekt, zijn de dingen die Jacolien voor haar deed in de jaren daarvoor, en die haar dochter zich nauwelijks nog herinnert. “Ik bracht haar naar school, deed tussen de middag de overblijf, ging mee naar zwemles en naar paardrijden. Dat waren onze momenten. Maar voor haar zijn ze verdwenen. Ze vindt me nu vooral streng, raar, niet leuk.”
Toch blijft Jacolien zoeken naar kleine manieren om verbonden te blijven: een avond samen eten, samen sporten, een ritje naar de manege. “Het doet pijn dat ze me niet ziet zoals ik er altijd ben geweest. Maar nu praten we, nu is het gezellig. Als ik haar vasthoud, duw ik haar alleen maar verder weg.”
Ooit
Jacolien weet niet hoe de toekomst eruitziet. Wat ze wél weet, is wat ze haar dochter toewenst. “Ik hoop dat ze een zelfverzekerde jonge vrouw wordt, die met beide benen op de grond staat. Dat ze later zal voelen dat alles wat ik deed uit liefde was, ook het loslaten. Vooral het loslaten. En ik hoop dat ze op een dag terugkijkt en denkt: ‘mama was er altijd’. Misschien anders dan ik toen zag, maar ze was er. Dat is genoeg.”
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.jmouders.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F09%2FSchermafbeelding-2023-07-03-om-10.03.07.png)