Sanne Verweij
Sanne Verweij Opvoeden 24 mrt 2023
Leestijd: 5 minuten

Zo ondersteun je het zelfvertrouwen van jouw kind, volgens opvoedkundige Tischa Neve

Als ons kind leert fietsen, lezen of schrijven dan strooien we met complimenten. Maar is dat wel het beste om te doen voor hun zelfvertrouwen? En op welke manier help je ze nou echt dat zelfvertrouwen op te bouwen? Psycholoog en opvoedkundige Tischa Neve geeft tips.

Spoiler: zeggen dat je kind slim of juist erg talentvol is? Dat werkt juist averechts.

Zo geef jij je kind zelfvertrouwen

Neve vertelt hoe je ze wél op weg kan helpen.

Specifiek zijn

“Het beste is om ze feedback te geven op dingen die lukken en die ze zelf voor elkaar gekregen hebben”, vertelt Neve. “Het handigst is om zo specifiek en beschrijvend mogelijk te zijn met het compliment dat je maakt. Dus niet: ‘Wat goed dat je die toren hebt gebouwd’, maar: ‘Je hebt alle blokken rustig op elkaar gezet en nu heb je een hoge toren gemaakt!’ Zo zeg je meer over wat je kind ervoor gedaan heeft en het positieve effect ervan, waardoor hij meer in zijn eigen kracht komt.”

Van binnenuit

“Het werkt veel beter om te zeggen: ‘Wat zal jij trots op jezelf zijn’, Dan: ‘Wat ben ik trots.’ Op de eerste manier hou je ze namelijk een spiegel voor. Kinderen die onzeker zijn hebben er veel aan om benadrukt te krijgen wat ze voor iets gedaan hebben. Zo gaan ze het van binnenuit voelen, waardoor ze zelfverzekerder worden en denken: het is me gelukt!”

Het is je gelukt

“Stel je kind vindt het spannend om door het gat te zwemmen bij zwemles. Als ouder wil je hem er dan van overtuigen dat het wel gaat lukken en dat hij het zeker kan. Maar als een kind dit zelf niet voelt, dan helpt dat niet. Het helpt dan vooral om aan te geven waarom je denkt dat hij het kan leren. Dat je bijvoorbeeld zegt: ‘Weet je nog dat je dat moeilijk vond, dat je dat toen hebt geleerd en je het nu kan?’ Door eerdere ervaringen waarbij een kind iets heeft geprobeerd of hulp heeft gevraagd te verwoorden, laat je ze terugdenken aan positieve ervaringen.

Complimenten zonder oordeel zijn het beste om te geven. ‘Goed zo’, zegt weinig over wat het kind ervoor heeft gedaan en meer over wat jij er als ouder van vond. Daarom is het beter om te zeggen: ‘Het is je gelukt.’ Zo’n zin vertelt je kind meer over wat hij er zelf voor heeft gedaan.”

Leerstrategieën

“Als je kind iets heeft gedaan wat hij heel eng vond om te doen, is het volgende fijn voor ze om te horen: ‘Je hebt hard geoefend, je hebt het geprobeerd en het is gelukt.’ Op deze manier geef je ze de leerstrategieën mee die ze kunnen helpen om iets te doen wat ze niet goed durven. Dit doe je ook door ze te vragen hoe iets gelukt is. Daardoor moeten ze nadenken over de strategieën die ze gebruikt hebben en welke er voor hun werken.”

Complimenten

“Vaak richten we ons qua complimenten op hoe slim of talentvol ze zijn, maar dit werkt juist niet. Complimenten krijgen op wat ze doen of het proces naar iets toe helpt veel meer. Dus geen compliment over dat goede eindcijfer, maar juist over het harde werk dat ze erin hebben gestopt of hoe goed ze ervoor geleerd hebben. Zo complimenteer je niet op wie ze zijn, maar op wat ze doen. Het is bewezen dat dit het meest effectief is.”

Zelfstandigheid en zelfvertrouwen

“Stel de fietssleutel is kwijt. In plaats van dat wij als ouders oplossingen aandragen, helpt het om je kind te vragen hoe hij denkt dat dit opgelost kan worden. ‘Wat zou je kunnen doen om de fietssleutel terug te vinden?’ Zo geef je je kind een stukje regie en stimuleer je zijn zelfstandigheid. Je kunt ze ondersteunen door te vragen: ‘Hoe zou je het kunnen oplossen?’ Of door te vragen wat ze van jou nodig hebben.

Het is goed om ze te vertrouwen en dat ook te zeggen. Bijvoorbeeld: ‘Ik heb er alle vertrouwen in dat het gaat lukken.’ Of: ‘Ik heb er alle vertrouwen in dat je je aan de afspraken zal houden die we gemaakt hebben.’ Ze voelen zich dan zelfverzekerd omdat jij ze dat stukje vertrouwen toekent.”

Vergelijken

“Vergelijk je kind met zichzelf en niet met anderen. Dus zeg niet: ‘Jij kan het nu ook, net als je broertje’, maar: ‘Eerst vond je het moeilijk, maar nu lukt het je.’ Zo vergelijk je hem met waar hij eerst stond. Eerst kon hij het nog niet, toen heeft hij geoefend en nu kan hij het.”

Gedrag

“Je kind straffen of corrigeren doe je op het gedrag en niet op je kind als persoon. Het helpt namelijk niet voor zijn zelfvertrouwen als je zegt: ‘Wat ben je onhandig.’ Of: ‘Wat ben je toch dom soms.’ Het helpt wel als je zegt: ‘Wat je nu doet is niet zo handig.’ Zo gaat het over het gedrag, waar het eerst ging over hem als persoon.

Uitendelijk heeft het zelfvertrouwen van je kind ook te maken met zijn omgeving, ervaringen en karakter. Als ouders heb je daar niet allemaal invloed op, maar je kunt wel helpen met het zelfvertrouwen van je kind door deze tips toe te passen.”

Tischa Neve is kinderpsycholoog en opvoedkundige, ze richt zich op het inspireren en ondersteunen van ouders en professionals bij de opvoeding en het grootbrengen van kinderen. Ook schreef ze meerdere boeken. Ook heeft Tischa een eigen podcast met de titel ‘Even over mijn kind‘.

Closer worden met je kind? 9 tips van een orthopedagoog

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zondagochtend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je zondag goed met de mooiste verhalen van J/M Ouders.