Lisette Gerbrands
Lisette Gerbrands Opvoedadviezen Vandaag
Leestijd: 3 minuten

Opvoedkundige Anne-Marie Stevens over online buitensluiting: ‘Hun brein reageert alsof ze fysieke pijn ervaren’

Steeds meer jongere kinderen hebben een telefoon en zitten in groepschats met klasgenoten en vrienden. Voor volwassenen lijkt het vaak onschuldig, maar voor kinderen kan zo’n appgroep een bron van spanning, onzekerheid en verdriet zijn. De nieuwe campagne van KPN, Kom voor elkaar op. Ook online, laat zien dat online buitensluiting geen klein probleem is. En dat ouders een belangrijke rol spelen.

Opvoedkundige Anne-Marie Stevens benadrukt dat online buitensluiting kinderen harder raakt dan we vaak denken. “In een groepschat hoor je er letterlijk wel of niet bij. Je ziet in één oogopslag wie meedoet, wie reageert en wie genegeerd wordt. Dat maakt de pijn vaak langduriger en zichtbaarder dan op het schoolplein.”

Gevoeligheid digitale buitensluiting

In tegenstelling tot het schoolplein, waar groepsdynamiek snel kan veranderen, blijft online gedrag vastgelegd. Alles is terug te lezen en te delen. Het brein van kinderen reageert daarbij alsof ze fysieke pijn ervaren, dezelfde hersengebieden lichten op als bij een echte verwonding. “Daarom zie je vaak zulke heftige emoties: verdriet, schaamte, boosheid of plotselinge terugtrekking,” legt Stevens uit.

Bovendien stopt buitensluiting niet als de schooldag voorbij is. De telefoon gaat mee naar huis, en daarmee ook het signaal: jij hoort er niet bij. Dat maakt het psychologisch zwaarder dan veel ouders beseffen.

Signaleren is cruciaal

Kinderen vertellen zelden zelf dat ze buitengesloten worden. Schaamte en angst voor ouderlijke ingrepen spelen mee. Stevens adviseert daarom te letten op subtiele signalen: gedragsveranderingen zoals teruggetrokkenheid of irritatie, digitale signalen zoals het scherm snel wegdraaien, of lichamelijke klachten zoals buikpijn en slecht slapen. “Ook opmerkingen als ‘Ze vinden mij stom’ of ‘Ik hoor er toch niet bij’ zijn belangrijk,” zegt ze. “Wuif zulke uitspraken niet te snel weg.”

Gesprek aangaan zonder te controleren

Veel ouders willen meteen oplossen: de chat inzien, ingrijpen of de telefoon afpakken. Stevens waarschuwt: “Dan verlies je vaak precies wat je wilt behouden: openheid.” Een kind dat zich buitengesloten voelt, heeft eerst behoefte aan veiligheid, erkenning en rust. Open vragen helpen: “Ik merk dat je de laatste tijd wat stiller bent. Klopt het dat er iets speelt in die groepsapp?” of “Hoe is het eigenlijk met de sfeer in jullie chat?”

Kies momenten die niet officieel voelen, zoals autorijden, een wandeling of samen koken. En wees nieuwsgierig in plaats van veroordelend: “Hoe voelde dat voor jou toen dat gebeurde?” of “Wat denk jij dat je nu nodig hebt?” Zo leert het kind dat het veilig is om te delen, zonder angst voor straf of kritiek.

Groepsdruk en experimenteren

Groepsdruk speelt een grote rol. Kinderen willen erbij horen en doen soms dingen die ze alleen niet zouden doen, zoals iemand negeren of meedoen met een grap. Stevens benadrukt: “Dat zegt niets over jou als ouder of over de liefde in jullie gezin. Kinderen leren juist door te experimenteren en fouten te maken.” Open gesprekken helpen hen verantwoordelijkheid te nemen zonder schaamte. Je hoeft niet bovenop je kind te zitten, maar af en toe meelezen mag best. Zo krijg je beter inzicht in wat er speelt en voorkom je dat het gesprek pas begint als er iets misgaat.

De boodschap van KPN’s campagne is helder: kom voor elkaar op, ook online. In die ogenschijnlijk onschuldige groepschats leren kinderen wat het betekent om erbij te horen, op te komen voor anderen en zich veilig te voelen, zelfs achter een scherm.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Ieder weekend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je weekend goed met onze mooiste verhalen.