Een kind af en toe straf geven, hoort bij de opvoeding: ‘Niet van deze tijd’
Regelmatig legt J/M Ouders een stelling voor aan ouders of experts en laten we voor- en tegenstanders hierover aan het woord. De stelling van deze week luidt: een kind af en toe straf geven, hoort bij de opvoeding. We vroegen een aantal ouders om hun mening over dit onderwerp.
Meerdere deskundigen zijn het erover eens dat straffen vaker niet dan wel werkt. Zo zou het de hechting tussen ouder en kind zeker niet bevorderen en schijnt de time-out spot helemaal niet te werken. Op een positieve manier met de situatie omgaan zou veel meer effect hebben dan het afpakken van speelgoed of het op de gang zetten van je kind. Toch wordt er in verschillende gezinnen anders gedacht over straffen. Ieder doet het natuurlijk op z’n eigen manier. Deze ouders praten mee over de stelling: een kind af en toe straf geven, hoort bij de opvoeding.
Stelling: een kind af en toe straf geven, hoort bij de opvoeding
Deze ouders zijn het wel of niet eens met de stelling en onderbouwen daarbij hun mening.
Straf voor gedrag dat we niet accepteren
Leonie (31): “Hier ben ik het mee eens, al vind ik het meer consequenties van je gedrag en dan zoveel mogelijk een logische consequentie. Als luisteren bijvoorbeeld even niet lukt, dan kan je nu even niet in de woonkamer zijn. Of als je duwt of schreeuwt naar een ander kind, dan kan je blijkbaar nu niet spelen met moet je even ergens anders verblijven. Fietsen voorbij de lantaarnpaal terwijl we hadden afgesproken tot aan de paal en niet verder? Dan kan je even niet buiten zelfstandig fietsen, want dat is gevaarlijk. We proberen de straf dus een logische consequentie van het gedrag te laten zijn. Al lukt dat ook niet altijd. Dus soms zet ik mijn kind op de gang als consequentie van zijn gedrag. Dat is dan een ‘strafmiddel’ om hem uit de situatie te halen waarin hij niet luistert en hem te laten merken dat we het gedrag niet accepteren.”
Straf geven vind ik niet meer van deze tijd
Laurien (39): “Straf geven vind ik niet meer van deze tijd. Dan heb ik het over een kind voor straf op de trap zetten, omdat het onwenselijks heeft gedaan. Of iets afpakken waar een kind aan gehecht is, zoals een knuffel, omdat het een broertje of zusje heeft geslagen. Dat soort straffen vind ik heel ouderwets. Het enige dat je daarvan leert is dat je alleen gelaten wordt als je emoties hoog zitten, terwijl je kind je op dat moment hard nodig heeft. Kinderen gaan zich naar mijn mening eenzaam voelen daarvan. Bovendien gaat een kind op de trap echt niet nadenken over wat hij of zij net (verkeerd) heeft gedaan. Ik denk dat het belangrijker is om het gesprek aan te gaan. Dat hoeft geen eindeloze discussie te worden, maar duidelijk benoemen wat je ziet en wat het doet met een ander. Daarna weer door. Het zijn en blijven kinderen die vallen en opstaan, het enige wat je hoeft te doen is ze daarin begeleiden, luisteren en er zijn. Juist op momenten dat de emoties hoog oplopen.”
Kinderen horen op een eigen kamer te slapen: ‘Vader kruipt meestal bij haar in bed’