Juf Sofie waarschuwt: dit zijn de signalen dat een hoogbegaafd kind wordt gemist op school
Als leerkracht én moeder van twee hoogbegaafde dochters ziet juf Sofie elke dag hoe groot het verschil kan zijn wanneer een kind wél ruimte krijgt om te groeien. In dit artikel vertelt ze hoe ouders en leerkrachten talent beter kunnen herkennen, ondersteunen en beschermen.
Geen label
Veel hoogbegaafde kinderen halen niet de cijfers die bij hun talent passen. Simpelweg omdat ze te moeilijk denken, de toetsen te talig zijn, ze zich aanpassen of hun omgeving hun signalen niet herkent. Juf Sofie weet hoe makkelijk ze over het hoofd worden gezien en ziet het vaak gebeuren: kinderen die geen label krijgen omdat ze niet passen in de schoolse verwachtingen van “slim”. “Er is een hele groep kinderen die we over het hoofd zien,” legt ze uit. “Vaak meisjes, vaak uit gezinnen met een lagere sociaaleconomische status, of kinderen met een andere thuistaal. Ze geven echt wel signalen af, maar omdat we teveel naar toetsresultaten kijken of ze over het hoofd zien, komt hun talent er niet uit.”
“Een Cito-toets kan een kind echt tekortdoen. Zelfs rekentoetsen bestaan vooral uit verhaaltjes. Ik heb leerlingen meegemaakt die fenomenaal slim zijn, maar door dyslexie laag scoren. Leerkrachten hebben dan soms een compleet verkeerd beeld.” Zelf zet ze daarom bij de stichting waar ze werkt een signaleringsinstrument in op de computer: minder afhankelijk van taal, óók geschikt voor kinderen met dyslexie of een niet-Nederlandse achtergrond.
Signalen
Veel ouders twijfelen wanneer hun kind “anders” lijkt. Sofie: “Een consultatiebureau kan al helpen. Als een peuter twintig blokjes stapelt terwijl vier de norm is, of als een kind volzinnen praat terwijl andere kinderen drie woorden zeggen, dan mag je best aangeven dat je kind méér kan.”
Maar signalen kunnen heel verschillend zijn. Denk aan een kleuter die al heel vroeg of juist heel laat praat, vroeg wil leren lezen of schrijven, een scherp gevoel voor humor heeft of gedetailleerd kan tekenen. Of zich terugtrekken, juist naar oudere kinderen toe trekken, overgevoeligheid voor prikkels of ‘wakkere’ baby’s of juist een kind dat veel slaapt door prikkelverwerking.
Waar je ouder dan op kunt letten? “Als een kind vastloopt zodra het naar school gaat. Het wordt boos, verdrietig, teruggetrokken of juist opstandig, dan klopt er iets niet. Soms past een kind zich zo hard aan dat niemand ziet hoe ongelukkig het eigenlijk is.”
Gevaar van “te braaf”
Hoogbegaafde kinderen zijn vaak meesters in zich aanpassen. Totdat het niet meer gaat. “Ik zie veel kinderen die in groep 5 vastlopen. Ze krijgen geen uitdaging en leren niet om moeite te doen. Dat kan zich uiten in opstandig gedrag, maar ook in stille terugtrekking. Beide zijn alarmsignalen.” Vroeg signaleren is daarom essentieel. Niet om meteen te testen, maar om te kijken wat een kind nodig heeft.
Volgens Sofie hoeft lang niet elk kind een IQ-test te doen. “Integendeel. Als een school goed kan voldoen aan de behoefte van het kind, dan is een test niet nodig. Maar als je niet weet waar het probleem zit, of als je echt handelingsadvies nodig hebt, dan kan het een goed idee zijn.”
Niet alleen slim, ook kwetsbaar
Cognitieve ontwikkeling gaat niet altijd samen met emotionele ontwikkeling. “Een kind van zeven kan misschien wel AVI-plus lezen en een boek over de Tweede Wereldoorlog pakken, maar daarna twee weken niet slapen. Als ouder of leerkracht moet je rekening houden met álle ontwikkelingslijnen.”
Verbaal sterke kinderen worden vaak overschat: “Ze vragen bijvoorbeeld hoe een crematorium werkt, maar dat betekent niet dat ze kunnen omgaan met alle details. Hun nieuwsgierigheid is groot, maar hun draagkracht niet altijd.”
Niet altijd beter
Hoogbegaafdenklassen bieden vaak uitdaging: Spaans, programmeren, projecten, en reguliere stof die wordt teruggebracht tot een derde van de tijd. Maar dat betekent niet dat elk kind beter af is. “De belangrijkste vraag blijft: is je kind gelukkig? Heeft het vrienden, een fijn contact met de leerkracht, en krijgt het genoeg uitdaging? Dan is een overstap niet automatisch de beste keuze.”
Daarom pleit ze voor betere samenwerking én meer kennis: “Als een school de hulp van het samenwerkingsverband niet inschakelt, mogen ouders dat zelf doen. Veel ouders weten dat niet.” Sofies belangrijkste advies: “Stel jezelf steeds opnieuw de vraag: is mijn kind gelukkig, gezien en uitgedaagd? Het antwoord daarop is belangrijker dan welk label of systeem dan ook.”
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.jmouders.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F09%2FSchermafbeelding-2023-07-03-om-10.03.07.png)