Redactie
Redactie ADHD 19 jun 2018
Leestijd: 9 minuten

ADHD & het voortgezet onderwijs

De overgang naar het voortgezet onderwijs is voor veel kinderen een stressvolle gebeurtenis. Als dat bij ‘normale’ leerlingen al zo is, hoe zit het dan met hun leeftijdsgenoten met adhd?

Een nieuwe school, nieuwe klasgenoten, voor elk vak een andere docent met eigen regels, steeds van lokaal wisselen en voortdurend huiswerk. Wie ziet hoeveel brugpiepers die eerste maanden te verstouwen krijgen, is niet verbaasd dat zij rond kerst bekaf zijn. Voor een adhd-er is dit alles zo mogelijk nog enerverender.

Minstens 12.000 tieners hebben adhd. De meesten daarvan volgen regulier onderwijs. En daar gaat het nogal eens mis. Veel meer dan op de basisschool wordt in het voortgezet onderwijs een beroep gedaan op de eigen verantwoordelijkheid van de leerling. Ze moeten zelf hun huiswerk plannen, zelfstandig opdrachten uitvoeren, naar ingewikkelde en soms langdradige instructies luisteren, hun werkstukken op tijd inleveren en hun schooltas voor de volgende dag op orde hebben. En laten dat nou net de taken zijn waar juist adhd-ers zo’n moeite mee hebben! Want, al zijn ze op deze leeftijd geen stuiterballen meer en neemt ook het impulsieve gedrag vanaf het begin van de puberteit af, het blijft een hele klus voor hen om hun aandacht ergens lang bij te houden. Ook plannen, timen, organiseren en coördineren is doorgaans niet hun sterkste kant. In de klas vormt zo’n leerling vaak een stoorzender: hij is snel afgeleid, kletst overal doorheen, luistert niet naar de docent en is voortdurend alles kwijt.

Slechte schoolprestaties

Geen wonder dat dit alles hun leerprestaties negatief beïnvloedt. Niet alleen blijven ze veel vaker zitten dan hun klasgenoten en halen ze gemiddeld lagere scores, ze worden ook veel vaker op een lager niveau ingeschaald en van school gestuurd. Dit zijn weliswaar Amerikaanse onderzoeksbevindingen, maar psychotherapeut Guido Mulder, die in zijn eerstelijnspraktijk veel adhd-pubers met hun ouders ziet, weet dat het in Nederland niet anders is: ‘Je ziet ze afglijden.’ Zo komt het herhaaldelijk voor dat een kind naar een lager schooltype wordt verwezen als het niet lekker gaat. ‘Er wordt al gauw gezegd: “Hij hoort hier niet thuis; laat hem maar een stapje lager gaan.” Maar dat lost niets op! Want die slechte schoolprestaties hebben niks met intelligentie te maken, maar alles met organisatie- en planningsproblemen. En die blijven natuurlijk ook op de nieuwe school bestaan. Sterker nog: het wordt er vaak alleen maar erger op, omdat het kind voortdurend onder zijn niveau presteert. De lessen zijn bloedsaai. Voor normale tieners al geen pretje, maar voor adhd-ers een ramp. Dan dwalen die gedachten pas echt snel af!’ Regina van Crieckinge kan dat alleen maar beamen. Zoon Adnan (13) is een jongen met een goede intelligentie die makkelijk havo aan zou kunnen. Vanwege zijn gedragsproblematiek wil dat niet lukken: hij zit nu op het vmbo met leerwegondersteuning. Maar Adnan heeft juist cognitieve stimulansen nodig om te gaan presteren. Qua intelligentie steekt hij met kop en schouders boven de anderen uit. Alleen de leerkracht ervaart hij als van zijn eigen niveau. ’Hij heeft nu een hekel aan school en is totaal niet gemotiveerd.’?

Aan hun lot overgelaten

Op de meeste scholen worden de brugklassers door de eerste moeilijke periode heen geholpen. De cijfers tellen in het begin nog niet mee en in de studielessen leren ze hoe ze moeten leren. Voor 97 procent van de leerlingen is dat voldoende: na december weten die zelf wel hoe ze verder moeten. Zo niet die 1 tot 3 procent van de leerlingen met adhd. Zij blijven extra begeleiding en zorg nodig hebben. Toch kent Mulder bijna geen enkele school met specifieke voorzieningen voor leerlingen met adhd. En als die er al zijn, dan stopt de ondersteuning meestal na het eerste jaar. ‘Zelfs aan kinderen die met hun rugzakje geld hebben om extra hulp op school in te kopen, komen ze nauwelijks toe. Vaak gaat maar een fractie van de extra uren rechtstreeks naar de leerling.’ Dat vmbo-leerlingen niet de zorg krijgen die ze nodig hebben, is onlangs vastgesteld door de Algemene Rekenkamer. Omdat bij veel scholen een goed leerlingvolgsysteem ontbreekt, is er geen zicht op de extra zorgbehoeften van de leerlingen. Bovendien, klagen veel scholen, hebben ze er ook niet genoeg geld voor. De samenwerking met andere instanties rond het kind laat nogal eens te wensen over: soms werken ze zelfs langs elkaar heen. Mulder: ‘Scholen doen wel hun best, maar er ís gewoon niets. Adhd heeft geen politieke prioriteit. Is men zo langzamerhand wel overtuigd van de noodzaak van extra programma’s in het basisonderwijs, voor het voortgezet onderwijs is dat besef nog niet doorgedrongen. Daarom wordt er onvoldoende geïnvesteerd in speciale faciliteiten als een Intern Begeleider die de benodigde zorg kan coördineren en zo nodig een externe deskundige kan inhuren.’ ?

Geen therapeut

Als er al een goed zorgplan en een goede zorgstructuur is, dan nog is het de vraag of dat van de grond zal komen. ‘Alles staat of valt bij de betrokkenheid en bereidheid van docenten en mentoren,’ zegt Mulder. En daar zit de zwakke schakel. Er zijn docenten die het ingewikkelde gedrag van adhd-leerlingen niet accepteren, verkeerd begrijpen en er ook weinig voor voelen om zich in de ‘zoveelste stoornis’ te verdiepen. Mulder: ‘In het voortgezet onderwijs wordt geen rekening gehouden met adhd: daar zijn ze op die leeftijd toch overheen gegroeid? Het wordt niet als chronische handicap gezien, maar als aanstellerij. “Hij kan het wel, maar hij wil niet” denkt men.’

Een leraar die niet met naam geciteerd wil worden, zegt: ‘Ik vind dat hele adhd-verhaal een hype. Drukke kinderen heb je altijd gehad. Als een kind niet kan meekomen, wat de reden ook is, dan komt het niet mee. Punt uit. En dat hij dan voor mijn part een IQ van 180 heeft, doet daar niks aan af. Als onderwijsinstituut schiet je door, wanneer je voor alle problemen een oplossing gaat bedenken en aanreiken. Weet u waar we allemaal al mee te maken hebben? Dyslexie, NLD, HSP, dyscalculie, adhd en het eind is natuurlijk nog lang niet in zicht. Ik ben leraar geworden om les te geven. Ik hoef niet zo nodig therapeutje te spelen.’

Ouders lopen vaak tegen een muur van onwil, onkunde en onbegrip op, als ze op school medestanders proberen te vinden. ‘Al snel vonden ze mij maar een lastige moeder, die zich wel enorm inzette voor haar zoon, maar toch niet moest verwachten dat zij hem speciale aandacht konden geven,’ beschrijft Peggy Herber haar ervaringen met de school van haar zoon. Na een jaar ploeteren op de havo-afdeling ‘mag’ hij nu naar het vmbo-t, hoewel hij daar eigenlijk te weinig punten voor heeft. ‘Maar als ik vervolgens vraag welke hulp ze hem dan gaan bieden, ontbreekt elk voorstel. Ik moet eerst maar afwachten hoe het hem daar zal vergaan.’ Machteloos, is het woord waarmee Mulder de gevoelens van ouders tegenover de school beschrijft. ‘Hun rol is in het voortgezet onderwijs beperkt. Hadden ze op de basisschool nog dagelijks contact met de juf, nu is de afstand tot de leerkrachten veel groter.’ De relatie wordt volgens hem ook nog eens vertroebeld, doordat ouders niet zelden stiekem als slappe opvoeders worden gezien. ?

Onderwijs op maat

Gelukkig kan het ook anders. Bijvoorbeeld op het Driestar College voor havo/vwo in Gouda, waar Anco van Moolenbroek adjunct-directeur is. Ooit kreeg hij van de ouders van een adhd-er een boek over deze stoornis in de handen gedrukt. En sindsdien is hij erdoor gegrepen. ‘Ze hebben “iets” dat ze boven het gemiddelde uittilt. Denk eraan, binnenin zit een kakofonie waaruit de symfonie nog geschreven kan worden,’ luidt de slotzin van de studie die hij deed naar de begeleiding van dit soort leerlingen in het voortgezet onderwijs. Hij is ervan overtuigd dat adhd-leerlingen thuishoren in het reguliere onderwijs, omdat ze er cognitief baat bij hebben. ‘De school moet zo veel mogelijk onderwijs op maat bieden aan de individuele leerling.’ Structuur, duidelijkheid en vaste regels, dat zijn de kernwoorden volgens Van Moolenbroek. En dat kan ook als kinderen met verschillende leraren te maken hebben. ‘Docenten mogen best een eigen aanpak hebben, maar ze moeten dan wel bij die aanpak blijven. Dat biedt duidelijkheid.’ Volgens Van Moolenbroek is de klas zelf ook heel goed in te zetten. ‘Een medeleerling kan de adhd-er op de vingers tikken als dat nodig is. Door een klas verantwoordelijkheid te geven, deel je de zorg. Dat heeft altijd een positief effect.’

Net als Mulder wijst Van Moolenbroek op het belang van een goed en geregeld contact tussen ouders, kind en school. Veel zal daarbij op de ouders neerkomen; zij moeten bereid zijn hun kind de hele middelbare schoolperiode te coachen. Of, zoals Regina van Crieckinge het zegt: ‘Ouders van adhd-pubers moeten veel meer betrokken blijven bij het onderwijs aan en de behandeling van hun kind. Hun kinderen kunnen nu eenmaal niet eenzelfde verantwoordelijkheid voor hun doen en laten dragen als andere kinderen.’

Gezamenlijke aanpak

Mulder raadt aan afspraken met school vast te leggen in een contract en dat op gezette tijden te evalueren. ‘Daarin moeten de rechten en plichten van school, ouders en kind helder omschreven zijn. Voor adhd-ers is het van belang dat ze precies weten wat de consequenties zijn als ze de regels niet nakomen. Die gevolgen kunnen ze zelf immers niet goed inschatten. De regels moeten consequent gehandhaafd worden.’ Belangrijk is om niet alleen met straf te dreigen, maar vooral beloningen of privileges in het vooruitzicht te stellen voor het geval hij zich wél aan de afspraken houdt.

Zo’n gezamenlijke aanpak moet hoogstwaarschijnlijk tot aan de eindexamenklas worden volgehouden. Een gesloten netwerk van school, ouders en eventuele andere instanties geeft de adhd-leerling het gevoel dat er voor hem gezorgd wordt, dat hij er niet alleen voor staat. Uiteindelijk snijdt het mes aan twee kanten: er komt meer rust in de klas én een leerling die zich gestimuleerd en gemotiveerd voelt, zal beter gaan presteren!’ l

Guido Mulder geeft als klinisch psycholoog/psychotherapeut in zijn Leusdense praktijk (ouders van) adhd-pubers trainingen in en adviezen voor de omgang/communicatie met school.

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zondagochtend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je zondag goed met de mooiste verhalen van J/M Ouders.