Laurien Bleeker
Laurien Bleeker Eten en Voeding 26 nov 2023
Leestijd: 5 minuten

‘Eerst je groenten en dan pas een toetje’ en nog 7 andere dingen die je beter niet kan zeggen aan de eettafel

Het diner is voor veel mensen een belangrijk moment van de dag, omdat het hele gezin dan samen is. Net zo belangrijk als het avondeten dat je op tafel zet, zijn de dingen die je zegt tegen je kinderen tijdens het eten. Die kunnen namelijk van (negatieve) invloed zijn op hoe je kinderen vervolgens op latere leeftijd omgaan met eten.

Het zijn standaard zinnen die je waarschijnlijk wel eens zegt of hebt gezegd, wij hebben dat ook gedaan. Alles met de goede bedoelingen om bij je kind maar wat gezonds naar binnen te krijgen. Toch kun je de volgende zinnen beter niet meer zeggen.

8x dingen die je beter niet tegen je kinderen kan zeggen tijdens het avondeten

We zetten negen dingen op een rij die je vooral niet tijdens het avondeten tegen je kinderen moet zeggen en dingen die je juist wel kan doen of zeggen. Eetsmakelijk én gezellig!

‘Pas als je groenten op zijn, mag je een toetje’

Je geeft hiermee eigenlijk de boodschap af dat groenten niet lekker zijn en een toetje wel. Dus je kind moet eerst iets eten wat het niet lekker vindt en mag daarna pas iets eten wat het wel lekker vindt. Zo wordt groenten (avondeten) eten een straf en het toetje een beloning. Dat gaat je kind niet helpen om meer of vaker groente te gaan eten. Geef het toetje liever als optie na het avondeten, of je kind nu geen of veel groente heeft gegeten.

Of maak er iets speciaals van en bied af en toe een toetje aan in plaats van elke avond. Wat ook kan helpen bij sommige kinderen is om het toetje meteen bij het avondeten te serveren. Soms wordt dat dan als eerste opgegeten, maar gaat het kind vervolgens verder met het avondeten, zonder mokken.

‘Je bent zo kieskeurig!’

(Hardop) labelen werkt averechts bij kinderen, wat voor label dan ook, zo blijkt uit onderzoek. Door je kind te vertellen dat het kieskeurig is, kan het gaan denken dat het inderdaad veel eten niet lust en het dan ook maar niet meer gaat proberen. Het gaat dus voldoen aan de betekenis van het label, wat juist niet te bedoeling is. Probeer dan ook niet te veel nadruk te leggen op het kieskeurige gedrag van je kind, maar probeer aan te moedigen van alles in ieder geval een hapje te proeven.

‘Nog vijf happen en dan ben je klaar’

Je wilt dat je kinderen later een gezonde relatie met eten krijgen, maar je wilt ook dat ze nu genoeg vitamines binnen krijgen. Daarom roep je soms “nog vijf happen en dan ben je klaar” tegen je kind. Logisch, maar niet wenselijk. Je vertelt je kind op deze manier namelijk dat het meer moet eten terwijl het misschien vol zit of gewoon niet meer wil. Dan gaat je kind dus over een eigen grens heen en op latere leeftijd kan dit voor een ongezonde relatie met voeding leiden. Geef je kind liever een compliment over de paar happen die het genomen heeft en je zal zien dat je kind steeds meer geniet van gezond avondeten.

‘Dit vind je vast niet lekker’

Dat is een zin die niet echt motiverend werkt voor je kind. Moedig je kind juist aan om avondeten waarvan je vrijwel zeker weet dat je kind het niet lekker gaat vinden te proeven. Proeven is in dit geval namelijk belangrijker dan het daadwerkelijk lekker vinden, want zo leert je kind verschillende smaken kennen. Stimuleer die nieuwsgierigheid dus juist.

‘Je moet het proberen’

Ja, we zijn voorstander van in ieder geval iets proeven, maar wel tot op een zekere hoogte. Je kind dwingen om ergens een hap van nemen, kan niet de bedoeling zijn. Dat bevordert juist een negatieve relatie met eten. Natuurlijk is het stimuleren van het nemen van een hapje avondeten helemaal prima, maar laat je kind uiteindelijk zelf de keuze maken om wel of geen hap van bijvoorbeeld een nieuw gerecht te nemen. Meerdere keuzes geven helpt vaak goed, zet bijvoorbeeld ook wat bekend eten op tafel of serveer wat rauwkost erbij.

‘Wat goed van je dat je je bord leeggegeten hebt’

Je bord helemaal leeg eten is iets wat onze generatie geleerd heeft, maar wat we niet door zouden moeten willen geven aan onze kinderen. Daarmee geef je namelijk de boodschap af dat een leeg bord het einddoel is van het avondeten. Het kan zijn dat kinderen die gevoelig zijn voor zo’n compliment vervolgens hun signalen van honger of vol zitten, gaan negeren, omdat ze dan beloond worden met een compliment van jou. Vraag liever of je kind lekker gegeten heeft en vertrouw erop dat je kind zelf aanvoelt wanneer het genoeg gegeten heeft.

‘Van pizza en patat word je dik’

Probeer voor je kind te vermijden dat je praat over eten dat dikmakend of slecht is. Wat je daarmee bereikt is namelijk dat je kind zich schuldig kan gaan voelen wanneer het dat soort dingen eet en het misschien zelfs stiekem moet gaan eten zodat niemand het ziet. Dat zorgt weer voor een ongezonde relatie met eten. Leer je kind juist een goede balans aan tussen veel verschillende voedingsmiddelen.

‘Dit is zonde van het eten’

Wanneer je kind een half bord eten laat staan terwijl het zelf heeft opgeschept en je geeft daar kritiek op, kan er een gevoel van schaamte ontstaan bij je kind. Ook kan het leiden tot overeten, omdat je kind het eten dan toch maar op eet, terwijl het eigenlijk vol zit. Fijner voor je kind en om voedselverspilling tegen te gaan is om het te leren wat een goede hoeveelheid eten is. Mocht je kindje daarna nog trek hebben, kan het altijd nog wat opscheppen natuurlijk.

Eten kinderen te ongezond? ‘Ik zie dagelijks frikandelbroodjes en chocoladewafels in mijn klas’

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zondagochtend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je zondag goed met de mooiste verhalen van J/M Ouders.