Lisa van den Akker
Lisa van den Akker Gamen 7 jul 2023
Leestijd: 6 minuten

7x feiten en fabels over gamen en kinderen

Van gamen worden kinderen slim. Maar ook dik. En wie vaak agressieve games speelt, krijgt zelf een kort lontje. Allemaal beweringen die je vaak hoort als het over gamen en kinderen gaat. Maar zijn dat nu eigenlijk feiten of fabels over gamen? Wij zetten het op een rij.

Als ouder van een kind dat van gamen houdt heb je soms vragen. Je leest en hoort zoveel over gamen dat je soms niet meer weet wat nu waar is en wat niet. Daarom zetten wij zeven fabels en feiten over gamen op een rij.

Feiten en fabels over gamen

Nu weet je voor altijd of deze beweringen feiten of fabels zijn over gamen.

1. Gamen is goed voor de algemene ontwikkeling

Feit. Al zijn games er natuurlijk in soorten en maten. Uit onderzoek blijkt dat met gamen de oog-handcoördinatie, het reactievermogen en strategisch inzicht worden getraind. Chirurgen die veel met precisie-instrumenten werken, verfijnen hun operatietechnieken door videogames te spelen. Zo worden games bij meer beroepen ingezet.

Volgens Jeroen S. Lemmens, auteur van het boek Gameverslaving, is gamen zoiets als wiskundeopgaven maken. Het gaat niet zozeer om de specifieke handeling (wiskundesom oplossen/computerspel tot goed einde brengen), maar om algemene vaardigheden die je er voor nodig hebt: vooruit denken, alternatieven vergelijken, beslissingen nemen. En zo, stapsgewijs, een lastige puzzel oplossen. Leren door te doen beklijft beter dan leren door te lezen. En dus, zegt Lemmens, is leren via games een leuke en effectieve manier van educatie.

2. Van veel gamen word je dik

Feit. Kinderen die veel achter het beeldscherm zitten, lopen inderdaad het risico op overgewicht. Om dit te voorkomen zouden ze minstens evenveel tijd aan buitenspelen moeten besteden, zo blijkt uit onderzoek. Maar het gemiddelde Nederlandse kind zit dagelijks 3,2 uur achter de computer en speelt 1,4 uur buiten. Reden tot zorg dus.

Maar er gloort hoop: kinderen kunnen zich tegenwoordig ook achter het scherm in het zweet werken. Met de Nintendo Switch kunnen ze allerlei sporten doen. En wie van dansen houdt, kan zijn energie kwijt met Just Dance. Leuk, maar zie het allemaal niet ter vervanging van ‘echte’ sporten.

Wat is Roblox? Alles wat je als ouder wil weten over deze game

3. Van veel gamen word je eenzaam

Fabel. Zolang er met mate gespeeld wordt, is er weinig aan de hand – net als met het risico op overgewicht trouwens. Bovendien sluiten games en sociale contacten elkaar zeker niet per definitie uit. Via internet en online games doen kinderen vaak allerlei nieuwe contacten op (wat behalve leuk en leerzaam natuurlijk ook riskant kan zijn, omdat op internet niet iedereen zijn ware aard en identiteit toont). En veel kinderen zitten helemaal niet in hun eentje achter het beeldscherm. Wie kent niet deze taferelen: groepjes meiden die losgaan bij karaoke; een kluwen jongens rond het computerscherm – eentje aan de knoppen, de rest in spanning toekijkend, of twee kleuters die, met open mond, een spelletje doen met cijfers op de Ipad?

4. Van gewelddadige games word je agressief

Feit. Wie vaak agressieve games speelt, heeft een grotere kans zelf agressief te worden. Dat zegt de Amerikaanse professor Brad Bushman, die veel goed wetenschappelijk onderzoek heeft gedaan naar dit onderwerp. Ook volgens dr. Peter Nikken van het Nederlands Jeugdinstituut kan mediageweld effect hebben op de emoties, de houding en het gedrag van kinderen van verschillende leeftijden.

Games speel je actief en wie ergens actief bij betrokken is, leert meer en sneller. Dat is mooi voor de algemene ontwikkeling, maar in het geval van gewelddadige games is er een keerzijde: je leert actief hoe je anderen geweld kunt aandoen. Meer en sneller dan wanneer iemand dat op tv voordoet, of wanneer je erover leest in een boek.

Ook de identificatie is sterker bij games, stelt Bushman. ‘Bij de meeste tv-programma’s kan de kijker kiezen óf hij zich identificeert, en met wie. Bij gewelddadige games ben je degene die vecht en schiet. Bovendien worden games grafisch steeds mooier, en dus realistischer. Hoe realistischer, hoe groter de identificatie.’

Het verband tussen geweld in games en gewelddadig gedrag is niet één op één. ‘Sommige fanatieke gamers zullen hun leven lang geen vlieg kwaad doen – net zoals sommige verstokte rokers géén longkanker krijgen,’ aldus Bushman. Niettemin lopen juist fanatieke gamers een verhoogd risico. Maar uiteindelijk bepalen altijd meerdere factoren hoe vatbaar iemand is voor geweld in games. Jongens zijn dat meer dan meisjes; jongere kinderen meer dan oudere. Ook het karakter van een kind en sociale omstandigheden spelen mee.

5. In games kun je agressie kwijt die je anders ‘in het echt’ zou botvieren

Fabel. Het zou mooi zijn, maar helaas, deze theorie is achterhaald. ‘Natuurlijk kun je beter iemand in een game neerschieten dan in het echt,’ zegt professor Bushman, ‘maar de vraag is: vermindert het schieten op personen in games de kans dat iemand zoiets in werkelijkheid doet?’ Op besliste toon: ‘Nee. Er is veel onderzoek naar gedaan en daaruit blijkt dat de kans juist toeneemt dat iemand dan ook in werkelijkheid geweld gaat gebruiken.’ Bushman haalt er zijn schouders over op dat sommigen zich zo ‘goed’ voelen als ze fijn kunnen schieten in een game. ‘Mensen kunnen zich ook goed voelen als ze drugs innemen. Met andere woorden: niet alles wat goed voelt, is ook goed.’

6. Méér dan hooguit een beetje agressief word je niet van games

Fabel. Helaas: volgens professor Bushman kleven er nog twee risico’s aan gewelddadige games:
– Angst. Bekend is dat volwassenen die veel gamen, gemiddeld minder naar buiten gaan – uit angst. Als veiligheidsmaatregel kopen ze een hond of zetten ze extra sloten op hun deur. En dat zijn dan volwassenen die, mogen we hopen, onderscheid kunnen maken tussen fantasie en werkelijkheid. Kinderen tot een jaar of 7 kunnen dat nauwelijks. Games worden steeds realistischer, wat het onderscheid nog lastiger maakt. Overigens uiten kinderen hun angst vaak indirect en pas na verloop van tijd. Durft een kind niet meer in zijn eentje naar de wc? Valt het vaak moeilijk in slaap of heeft het nare dromen? De moeite waard om na te gaan of dat verband houdt met enge films, tv of computerspelletjes.
– Gevoelens stompen af. Ook dit effect van geweld in games is, volgens Bushman, in goed wetenschappelijk onderzoek vastgesteld. ‘Simpel gezegd komt het hierop neer: het doet je niets als een medemens pijn heeft of in nood is. In games schiet je mensen immers ook voortdurend door het hoofd.’

https://www.jmouders.nl/tips-verslavingspsycholoog-voorkom-gameverslaving-kind/

7. Ouders hebben weinig invloed omdat kinderen veel meer verstand van gamen en computers hebben

Fabel. Elk apparaat heeft een zichtbare aan- en uitknop. Zeker zolang kinderen klein zijn, bepalen ouders wat er thuis gespeeld wordt en hoe lang. Kinderen zijn bijna altijd in gezelschap van een volwassene, dus het is niet al te ingewikkeld om een oogje in het zeil te houden. Desnoods met behulp van een eierwekker waarmee de speeltijd wordt bijgehouden. Er zijn meer hulpmiddelen. Zo zijn er apps en software te koop of gratis te downloaden die ouders helpt de gametijd te limiteren en een veilige internetomgeving te creëren. Ook staat op games en apps aangegeven voor welke leeftijd de game geschikt is.

Zo maak je gamen leuk voor het hele gezin

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zondagochtend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je zondag goed met de mooiste verhalen van J/M Ouders.