Had ik maar nooit… m’n schoonmoeder voor ‘even’ in huis genomen
In de rubriek Had ik maar nooit… komt elke week een moeder aan het woord met spijt. Of ze nou spijt heeft van flesvoeding, een abortus of het moederschap. Deze moeders hebben allemaal iets met elkaar gemeen en dat is spijt van hun aanpak als moeder.
Deze keer spreken we met Sanne (41). Sanne heeft spijt dat ze haar schoonmoeder voor ‘even’ in huis heeft genomen.
“Het was maar voor even. Een paar weken, hooguit. Totdat mijn schoonmoeder iets anders had gevonden. Dat zei ze zelf ook. Maar nu… nu zijn we een jaar verder en woont ze hier alsof ze altijd al bij het interieur hoorde. Ik had nooit gedacht dat ‘voor even’ zo eindeloos kon voelen. Het begon met een logeerbed in de studeerkamer. Inmiddels hebben we een vaste boodschappenlijst met haar favoriete ontbijtgranen, is de tv standaard afgestemd op haar ochtendprogramma’s en voelt ze zich meer thuis dan ikzelf.
Van logee naar huisgenoot
Langzaam maar zeker begon ze uit te pakken. Eerst onschuldig: een badjas aan de kapstok. Prima. Daarna kwam haar favoriete kruidenrekje op het aanrecht. Haar eigen mokken verschenen in de kast. Toen haar bijzettafeltje uit haar oude huis werd binnengedragen, begon het te dagen: ze is helemaal niet van plan om weg te gaan. Ze kookt graag, daar maakt ze geen geheim van, en schuift zichzelf aan tafel alsof het nooit anders is geweest. En eerlijk? De kinderen vinden het gezellig. Maar ík? Ik voel me steeds meer een soort gast in mijn eigen huis.
Haar voorwaarden
Het gekste is nog: mijn man vindt het heerlijk. ‘Ze helpt toch superveel?’ zegt hij dan, als ik voorzichtig probeer te peilen of het misschien eens tijd wordt voor een ander plan. Ja, dat klopt. Ze helpt. Maar ze helpt op haar voorwaarden. Alles gaat zoals zij het doet. De was wordt anders gevouwen, mijn pannen verdwijnen naar plekken waar ik ze niet kan vinden, en als ik een keer zelf kook, vraagt ze met een glimlach: ‘Zal ik het even afmaken?’ Alsof ik haar stagiaire ben.
Niemand praat over vertrekken
We hebben het er nooit écht over. Zij niet en hij ook niet. Alsof we het nooit anders hebben bedoeld. En als ik voorzichtig begin over ruimte, over privacy, over dat mijn schoonmoeder toch een eigen plekje zou zoeken, dan krijg ik: ‘Maar het is toch gezellig zo?’ Of: ‘Waarom moeilijk doen als het zo goed gaat?’ Het gesprek voeren voelt als ruzie uitlokken en dus slik ik het weer in. Maar ik weet: dit is mijn grens, en ik sta er steeds dichter tegenaan.
Een soort derde ouder
Voor de kinderen is het een droom. Altijd iemand thuis, iemand die helpt met huiswerk, weet waar hun sokken zijn, boterhammen smeert en oplet of ze hun jas aan hebben. Maar ik wil geen medemoeder in huis. Ik wil zelf bepalen hoe we het doen. Zonder dat er een derde ouder commentaar geeft op de schermtijd, op de hoeveelheid snoep, of op het feit dat we pizza eten op woensdag. En hoe goed ze het ook bedoelt, het is míjn gezin. Míjn manier.
Gesprek aangaan
Ik weet dat ík degene moet zijn die het gesprek moet aangaan. Maar hoe zeg je tegen iemand die zich thuisvoelt: ‘Het is tijd om weer te gaan’? Zonder dat het hard klinkt, zonder dat het alles op scherp zet. Mijn man ziet het probleem niet, de kinderen zijn dol op haar, en zij? Mijn schoonmoeder denkt dat dit de nieuwe realiteit is. En misschien is dat ook zo geworden. Maar het knaagt. Elke dag een beetje. Had ik maar nooit gedacht dat ‘voor even’ zomaar een jaar of langer kon worden.”
* Om privacy-redenen is er een schuilnaam gebruikt. De echte naam is bekend bij de redactie.
Meer verhalen over Had ik maar nooit… lezen?
- Had ik maar nooit… Een kortpittig kapsel genomen toen ik moeder werd
- Had ik maar nooit… Zo snel voor een scheiding gekozen
- Had ik maar nooit… Zoveel druk op mezelf gelegd tijdens het opvoeden