Geslachtsdelen, hakenkruizen en memes: wat jongens online uitproberen en hoe jij als ouder in gesprek blijft
Een piemel op een tafel tekenen of een hakenkruis krassen in een schooltafel: ouders herkennen het als baldadigheid of zien het juist als iets verontrustends. Online zie je hetzelfde terug in memes en extreme grappen. Wat bezielt jongens van 11 tot 15 jaar om online te experimenteren?
Jacqueline Kleijer, die voor haar master Zorgethiek en Beleid onderzoek deed naar dit gedrag, ziet vooral een zoektocht naar identiteit en sociale erkenning. “Het gaat meestal niet om een overtuiging of politieke ideologie, maar om experimenteren. Jongens willen erbij horen, grenzen aftasten en status opbouwen. Dat hoort bij de ontwikkeling. Het is belangrijk dat ouders zich realiseren: dit is een fase.”
Op de basisschool doe je nog veel samen en gezellig, maar zodra jongens naar de middelbare school gaan, verandert dat. Ze zoeken hun eigen plek en willen geaccepteerd worden. Dit gebeurt zowel offline als online, waar digitale status en likes een belangrijke rol spelen.
Morele mist
“Jongens van 11 tot 15 bevinden zich in een conformistische fase,” legt Jacqueline uit. “Ze zetten zich af tegen wat ze thuis meekrijgen en zoeken erkenning bij hun groep. Online werkt dat net zo: wie de heftigste meme deelt, krijgt status of likes.” Het delen van memes of deelname aan ultrarechtse online groepen kan zo een manier zijn om erbij te horen en soms zelfs een bouwsteen van identiteit. Jacqueline benadrukt: “Het wordt pas spannend als kinderen steeds minder andere geluiden horen en normen uit hun online groep overnemen. Dan is het belangrijk dat ze thuis of op school wél andere perspectieven zien.”
Niet elk puberaal experimenteren is problematisch. Het risico ontstaat wanneer jongeren via algoritmes en groepsdruk in een soort morele mist terechtkomen. “Dan lijkt alles normaal en neem je ongemerkt normen van de groep over. Stap voor stap kan dat leiden tot extremere ideeën,” zegt Jacqueline. Langdurige blootstelling kan leiden tot radicalisering, vrouwenhaat of andere problematische denkbeelden. “Het wordt zorgwekkend als een kind er thuis nooit over praat, niet gezien wordt door ouders of school, maar wel online bevestiging vindt,” legt ze uit. Ook de maatschappelijke context speelt mee. “Wanneer politici of influencers dezelfde boodschappen verspreiden, lijkt extremisme opeens gewoon een mening. Jongens herkennen dan geen grens meer tussen grap, identiteit en ideologie.”
Experimenteren
Het kan lastig zijn te zien wanneer experimenteren omslaat in zorgelijk gedrag. Jacqueline noemt een aantal signalen: extremere memes, holocaust- of vrouwenmemes delen, hakenkruizen of andere extreme symbolen in games, tekeningen of vlaggen en terugtrekken uit sociale situaties of een sterke focus op groepsacceptatie. “Het belangrijkste is niet alleen signalen herkennen, maar erover praten. Vraag wat je kind ervan vindt en luister echt,” zegt Jacqueline. “En onthoud: het is normaal dat dit soms lastig is. Je hoeft het niet perfect te doen.” En het gaat niet alleen om praten, benadrukt ze. “Samen tijd doorbrengen is minstens zo belangrijk. Doe iets leuks met je kind, onderhoud de band en help hem een hobby, sport of activiteit te vinden waar hij zich thuis en gezien voelt. Als een kind erkenning en plezier ervaart in de echte wereld, hoeft hij dat minder online te zoeken.”
Ook in het dagelijks leven kan je veel betekenen, voegt ze toe. “Laat je kind meehelpen in en om het huis. Samen werken aan kleine taken geeft structuur, schept verbondenheid en versterkt het gevoel van gezamenlijke verantwoordelijkheid. Zo bouw je niet alleen aan een fijne leefomgeving, maar ook aan jullie relatie.”
In gesprek
Ouders kunnen veel betekenen, maar hoeven het niet alleen te doen. “Het gaat om een band die je elke dag een beetje onderhoudt. Door te luisteren, nieuwsgierig te zijn en ruimte te geven voor meningsverschillen, blijf je in contact,” zegt Jacqueline. Een voorbeeld is de Netflix-serie Adolescence, die in Engeland op scholen wordt gebruikt om jongeren bewust te maken van hoe online content hun denkbeelden kan beïnvloeden. “Het gesprek erover is vaak belangrijker dan de serie zelf. Jongens willen echt praten, maar hebben volwassenen nodig die dat gesprek durven voeren,” legt ze uit.
Het helpt ook om meerdere perspectieven in te brengen: familie, vrienden of docenten kunnen een gesprek aanvullen en laten zien dat er meer meningen bestaan. “Veel ouders beseffen niet dat zij zelf niet in de bubbel zitten waar hun zoon(s) zich in bevinden. Hoe je daar lucht van krijgt? Door te blijven praten met elkaar zodat je zoon zich kan uiten. Dat kan een jaar of twee, drie duren. En waarschijnlijk soms ook flink schuren. Maar juist zo blijf je met elkaar in contact,” voegt Jacqueline toe.
Gedeelde verantwoordelijkheid
Verbieden of boos worden werkt vaak averechts. “Dan keur je niet alleen gedrag af, maar ook een stukje identiteit,” legt Jacqueline uit. Effectiever is: nieuwsgierig blijven. Vraag hoe je kind er zelf naar kijkt, laat merken dat je aanwezig en betrokken bent, en bouw voort op kleine momenten van contact. Jacqueline benadrukt: “Je hoeft het niet allemaal perfect te doen. Het gaat erom dat je aanwezig bent en laat merken ‘Ik ben benieuwd naar jouw wereld’. Daar bouwen jongens op voort.”
Opgroeien is een gedeelde verantwoordelijkheid van ouders, school én samenleving. “Met aandacht, geduld en betrokkenheid kunnen jongens veilig hun identiteit ontwikkelen, zonder dat online extremisme hun morele kompas vervormt.”
:format(jpeg):background_color(fff)/https%3A%2F%2Fwww.jmouders.nl%2Fwp-content%2Fuploads%2F2025%2F09%2FSchermafbeelding-2023-07-03-om-10.03.07.png)