Lisa van den Akker
Lisa van den Akker Persoonlijke verhalen 10 apr 2021
Leestijd: 7 minuten

Hannah’s zoon is autistisch én gameverslaafd: ‘Hij kan exploderen.’

Ivo, de 15-jarige zoon van Hannah, is verslaafd aan gamen. Sinds een jaar is hij in therapie bij Jellinek Jeugd. Maar een extra complicatie is dat Ivo autistisch is – net als zijn vader, broers en zusje.

‘De computer en de PlayStation staan in de zitkamer. Expres, zo kan ik beter in de gaten houden wat iedereen doet. Dat geldt vooral voor Ivo. Want als het aan hem ligt, speelt-ie van de vroege ochtend tot de late avond. Hij is al zeker vier jaar verslaafd aan gamen. Al mijn kinderen – ik heb er vier – zijn autistisch, net als hun vader. Maar ze hebben het allemaal op een andere manier. Ivo ging vanaf groep 6 naar het speciaal onderwijs. Daar zit hij nu nog steeds, in een 3/4 havo/ vwo-klas. Hij heeft het er enorm naar zijn zin, maar het is wel lastig dat bijna al zijn klasgenoten behept zijn met het gamevirus. Na school gamen ze vaak online met elkaar.

Autistisch en gameverslaafd

Als hij de kans krijgt begint hij ’s morgens na het douchen al met spelletjes op z’n mobiel. Tijdens de maaltijden moeten mobieltjes sowieso van tafel. Heen en terug naar school – hij gaat met de auto omdat zijn school in een andere stad staat – speelt hij op zijn Nintendo. Op school gamet hij volgens mij alleen in de pauze. Meestal is hij rond vieren thuis; dan moet hij eerst de hond uitlaten. Omdat hij veel huiswerk al op school maakt, wil hij daarna gamen. En na het eten wil hij ook weer. Om tien uur moet hij naar bed, maar dat lukt niet altijd. Zeker niet als hij een online spel speelt, want dan zijn anderen van hem afhankelijk.

Je moet dus heel erg duidelijk zijn. Altijd afspraken maken, van tevoren een limiet aangeven. Over een kwartier gaan we eten, dan moet je afsluiten. Dat moet ik om de vijf minuten herhalen. En dan is hij echt van goede wil, hij is er heilig van overtuigd dat het hem lukt om zich daaraan te houden. Maar meestal lukt het niet. Dus uiteindelijk moet je hem er van afhalen. Dan kan hij heel heftig reageren. Hij explodeert, zou je zo een klap kunnen geven. Maar dat herken ik ook wel een beetje bij zijn vader. Die is precies hetzelfde. Joep komt thuis, pakt zijn tablet en gaat zitten. Het maakt ze zelfs niet uit of er visite is; ze gaan gewoon gamen. En als je ze daarin stoort, ben je een spelbreker.

Mobiel gefocust

Soms mag Ivo een paar dagen niet gamen. Als het echt de spuigaten uitloopt, haal ik alles weg. Dan pak ik ook zijn telefoon af. En ik verstop de controllers. Maar Ivo is slim, veel slimmer dan ik. Hij vindt altijd wel weer wat anders. Er zit een code op de computer, maar als een ander die per ongeluk niet afsluit, zit Ivo er direct achter. Hij heeft er een neus voor. Al ga je maar even naar het toilet. En dan is het heel vervelend om hem daar weer vandaan te krijgen. Aan de andere kant is het een hartstikke lief joch. Af en toe kijk ik samen met hem naar een film. Dat vindt hij leuk. Andere keren wil hij wel meekijken, maar lukt het hem niet om zich los te weken van zijn spel. Zijn broers zijn minder van het gamen. Maar die zijn wel heel erg op hun mobiel gefocust en daardoor nauwelijks bij een gesprek te betrekken. Dat vind ik ook een vorm van verslaving.

Deskundige op gebied van gameverslaving vertelt: dit kun je doen als je kind te veel aan het gamen is

Vier tot vijf uur per dag gamen

Ivo speelt vaak spellen waarin je iets moet oplossen of bereiken. Hij is er heel gehaaid in, speelt de meest ingewikkelde games zó uit. Dat geeft hem veel voldoening. Bij gamen krijg je direct respons. Als die positief is, werkt dat heel stimulerend. Zeker als je bij een online spel ook nog eens waardering van je medespelers krijgt, iets wat een autistisch kind meestal in zijn omgeving mist. Nog een voordeel: je ziet niemand, terwijl je wel samen aan het spelen bent. Dat is makkelijk; je hoeft geen oogcontact te hebben of op lichaamstaal te letten.

Zijn school heeft een vast overleg met Jellinek Jeugd. Ik kaartte al twee jaar lang bij zijn mentoren aan dat Ivo alleen maar met gamen bezig is. Maar ze dachten dat ik overdreef. Tot ik zei: “Laat Jellinek dan eens meekijken. Misschien heb ik het inderdaad fout.” Er volgde een gesprek en toen schrokken ze toch wel. Want hij bleek minimaal vier tot vijf uur per dag aan gamen te spenderen. Hij kan er ook uren over praten. Hij heeft een goede algemene ontwikkeling, dat is het probleem niet. Maar het enige waar hij over praat en waar zijn contacten op gebaseerd zijn, is gamen.

Sinds een jaar zijn we nu met hem in therapie. Er was een gesprek met het hele gezin, en zijn vader ging daarna de meeste keren ook mee. Want dat is de insteek bij Jellinek Jeugd: je moet samen een manier vinden om eruit te komen. Maar afspraken verzanden heel snel als je niet meer in zo’n setting bij elkaar zit. Zijn broers proberen het wel. Dan zeggen ze tegen hem: “Ivo, je hebt met mama afgesproken dat…” En dat zeggen ze ook tegen Joep. Want als ik niet thuis ben en de pc en PlayStation zijn afgesloten, dan gaat Ivo naar zijn vader. En als die ook graag een spelletje wil spelen, gaan ze allebei gamen. Joep vertel ik dus ook niet waar de controllers liggen. Ik ben de enige die het weet.

Politieagent in huis

Plannen en organiseren is heel moeilijk voor mijn gezin. Alle structuur moet voor het grootste deel van mij komen. Soms baal ik daar wel van. Je wordt de politieagent in huis, een soort begeleider. En minder echtgenoot en moeder. Nu ze ouder worden, merk ik wel dat sommige dingen gaan inslijten. Maar het kost veel energie. Je moet continue alert zijn. Daarom werk ik ook niet. Hoewel dat financieel eigenlijk wel nodig is, met vier kinderen op het middelbaar en hoger onderwijs. Tot aan de geboorte van mijn jongste heb ik altijd in de zorg gewerkt. Het is een voordeel dat ik daardoor meer over het omgaan met dit soort problemen weet. Ik probeer mijn kennis ook bij te houden.

Controle van buitenaf

Als we eerder naar Jellinek Jeugd waren gegaan, was het waarschijnlijk makkelijker geweest om Ivo’s gedrag om te buigen. De therapie is nu bijna afgelopen. En dan? Het is raar om een afsluitend gesprek te hebben terwijl je denkt: dat kan nog niet. Ivo vindt zelf niet dat hij een probleem heeft. Dat is de moeilijkheid. Als zijn vader nou zou zeggen: “Ivo, we gamen van zeven tot negen uur ’s avonds.” Maar die kan dat ook niet. En in mijn eentje krijg ik dat niet voor elkaar. Bij Jellinek maakte hij daar afspraken over die hij moest ondertekenen. Zij zeiden: “Je moet een dag per week niet gamen.” Dat hielp. Door die controle van buitenaf is het een tijdje redelijk gegaan.

Natuurlijk hoop je dat hij uiteindelijk zelf inziet dat hij wat anders moet gaan doen. Helaas zit hij in een kringetje van vrienden die het ook geen probleem vinden. Ze hebben allemaal een goed IQ, kunnen daardoor hun schoolwerk aan en zien geen reden om méér te doen. Het is geen onwil van ze, het is onvermogen.

Glas is halfvol

Mijn moeder zegt wel eens: ”Jij hebt een zwaar leven.” Zo ervaar ik het niet. Bij mij is het glas altijd half vol. Wel ga ik er soms bewust even tussenuit. Iets leuks doen, met vriendinnen een dagje weg. Ik weet dat er dan thuis ongeremd gegamed wordt. Dat is dan maar zo. Ik denk er gewoon niet aan en geniet van wat ik doe. Je groeit erin mee.

Ivo zal mijn begeleiding nog lang nodig hebben. Hoe moet dat straks, als hij een vervolgopleiding gaat doen? Het wordt al lastig om daar alleen naartoe te gaan en gestructureerd te studeren. Ik hoop zo dat hij iets vindt dat hem echt boeit. Zelf wil hij dierenverzorging gaan doen. Maar hij is ook heel goed met computers: als anderen een probleem hebben, vragen ze Ivo of hij het kan oplossen. Daarin kan hij nog best een heel eind komen. Maar ik heb er wel eens slapeloze nachten van.’

https://www.jmouders.nl/tips-verslavingspsycholoog-voorkom-gameverslaving-kind/

De namen van Hannah en haar gezin zijn om privacyredenen gefingeerd

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zondagochtend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je zondag goed met de mooiste verhalen van J/M Ouders.