Redactie
Redactie Emoties 19 jun 2018
Leestijd: 4 minuten

Bang voor van alles

antwoord

Angst hoort bij de ontwikkeling van kinderen. Het is een nuttige emotie, een overlevingsmechanisme bij bedreigende situaties. Het is vaak ook zinvol. Het zorgt ervoor dat je voorzichtig bent, bijvoorbeeld als je op grote hoogte bent of in het verkeer. Angsten horen er dus bij, dat wil zeggen als het binnen normale proporties blijft. 

Bij angst van een kind spelen verschillende factoren een rol:

  1. je kind zelf
  2. jij (ouders)
  3. de omgeving

Laten we stil staan bij wat jij kunt doen als je kind angstig is. Kijk wat er voor jou en je kind werkt:

  • Kijk eens goed naar je kind. Wat is het karakter van je kind? Is het altijd al snel angstig geweest of is dat sinds een tijdje? Zijn er bijzondere gebeurtenissen geweest die achter het angstig zijn kunnen zitten? Bijvoorbeeld een scheiding, verhuizing of nieuw broertje of zusje? Een traumatische ervaring?
  • Ook jij speelt een belangrijke rol bij kinderangsten. Hoe ga jij om met dingen die je zelf eng vindt? Ziet je kind het duidelijk aan jou als je bang bent, of vertel je het hem? Dat kan ervoor zorgen dat je kind ook een angst voor bijvoorbeeld bepaalde dieren of onweer ontwikkelt. En hoe reageer je op je kind als het iets eng of spannend vindt?
  • Hoe gaat het met deze angsten op bijvoorbeeld school en bij anderen? Is de angst dan ook zo groot of zit er toch iets in de interactie met jou en je kind thuis en de angsten? Het kan zijn dat daar een bepaald patroon is ontstaan. 
  • Focus niet te veel op de angst van je kind. Als je er steeds mee bezig bent en al zenuwachtig wordt omdat je bang bent dat je kind bijvoorbeeld de dokter eng gaat vinden, dan kan dat zijn angst vergroten. Kinderen voelen dat haarfijn aan. 
  • Doe ook niet te nonchalant over angsten. Een kind moet voelen dat er angst mag zijn. Het moet zich veilig bij je voelen als het bang is. ‘Iedereen is wel eens bang’ of ‘Ik weet dat het je gaat lukken om langs de spin te lopen, kom ik loop met je mee’ helpen veel beter dan ‘stel je niet zo aan’. 
  • Praat overdag over de angst met je kind. Niet door proberen te overtuigen dat het wel mee valt, maar door te luisteren en dóór te vragen. Wat zorgt ervoor dat je kind voor iets bang is? Voor wat precies is je kind bang? De donder of de lichtflits; het blaffen of de hond die kan springen? 
  • Bespreek eens met je kind welke angsten het al (deels) heeft overwonnen in zijn leventje. Waar was je kind vroeger bang voor en nu niet meer? Wat gaat al een stukje beter? Hoe heeft je kind dat geleerd, hoe is dat gelukt? Door op deze manier met je kind te praten voelt je kind dat het hem kan lukken angsten te overwinnen. 
  • Bespreek ook wat er fijn aan zou zijn als je kind dingen minder eng vindt. Wat levert dat op? Door hier goed over na te denken motiveer je een kind om samen te werken aan het verminderen van de angst. 
  • Het werkt het beste als je je kind geleidelijk laat wennen aan dingen die het spannend vindt. Je kunt je kind vragen hoe jullie dat gaan aanpakken. Maak eens een lijstje van dingen waar je kind bang voor is en rangschik ze van ‘minst bang voor’ tot ‘meest bang voor’. Laat je kind kiezen met welke jullie gaan beginnen en bespreek samen hoe jullie in kleine stapjes kunnen oefenen met minder bang zijn. 

Bijvoorbeeld ‘hond’:

  1. boekjes/filmpjes kijken over honden
  2. bij de lieve kleine hond van de buurvrouw kijken
  3. deze hond aaien
  4. de hond samen een keer uitlaten
  5. (samen) een grotere hond aaien
  6. in het dierenasiel kijken bij de honden
  7. et cetera

Door je kind zelf keuze te geven in de stappen geef je hem controle. Dat kan helpen om angsten te overwinnen. 

  • Bespreek elke keer dat je kind iets durft of geprobeerd heeft hoe dat gelukt is. Hoe lukte het om het toch te doen ook al vond hij het spannend? Wat hielp hem? Zo leer je je kind nadenken in dingen die werken en helpen. En focus je helemaal op de stapjes die hij al maakt. Deze dingen kan hij vervolgens gebruiken als hij iets spannend of eng vindt. 
  • Leer je kind dat angsten ook weer voorbijgaan. En vraag hem wat jij kunt doen om het wat makkelijker te maken. En wat moet je beter niet doen. 
  • Informatie geven kan ook helpen. Wat kan een spin of insect wel doen en wat niet. 
  • Vermijd dingen waar je kind bang voor is liever niet. De angstdrempel wordt dan alleen maar groter.

Het kan zijn dat het jullie samen niet lukt om de angsten te overwinnen. Als angsten het leventje van jou en/of je kind echt beheersen en ervoor zorgen dat hij niet meer zorgeloos kan genieten van de dingen, dan is het een goed idee om hulp te zoeken. Een goede kindercoach of –psycholoog, of een consult bij het centrum voor Jeugd en Gezin bij jou in de buurt kan jullie dan vast verder helpen!

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zondagochtend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je zondag goed met de mooiste verhalen van J/M Ouders.