Claudia: ‘Mijn dochter (10) wordt buitengesloten door haar vriendinnen’
Pesten en plagen gebeurt op scholen dagelijks, hoewel leraren zich er bewust van zijn wordt het toch makkelijk over het hoofd gezien. Vooral als het pesten niet fysiek is en stilletjes plaats vindt. Claudia kan erover meepraten, haar dochter van tien wordt namelijk buitengesloten door haar ‘vriendinnetjes’. “Haar ‘vriendinnetjes’ zeiden vaak dat ze niet mee mocht doen en renden weg als ze haar aan zagen komen.”
“Mijn dochter is een vrolijke spontane meid. Ze had het altijd heel erg naar haar zin op school en speelde met veel verschillende kinderen. Wel had ze een paar vaste vriendinnen en één beste vriendin, waar ze echt wekelijks mee afsprak. Maar vanaf groep vijf begon dat een beetje te veranderen. Er kwam een nieuw meisje bij hen in de klas, die was een jaar blijven zitten en dus al wat ouder dan de rest.
Divagedrag
Aan haar gedrag was dat duidelijk te merken. Dit meisje was al bijna een puber, terwijl mijn dochter écht nog een kind was (en is). Al snel trokken de beste vriendinnetjes van mijn dochter naar het nieuwe meisje toe. Ze begonnen volgens mijn dochter ‘divagedrag’ te vertonen. Ze noemde het zelf dan: de dametjes. Die vooral bezig waren met hun handtasje, nagellak en sieraden.
Mijn dochter, een stoere meid, is niet zo van die meisjesdingen en verloor steeds vaker de aansluiting. In eerste instantie zei ik daarom tegen haar dat ze zich maar gewoon op andere vriendinnetjes moest focussen, waar ze nog wel leuk mee kon spelen. Dat deed ze dus ook en dat leek goed te gaan. Naar mijn idee ging ze nog steeds met plezier naar school. Ze sprak ook nog wel af met kinderen, maar minder vaak dan voorheen en bijna niet meer met haar ‘oude’ vriendinnetjes.
Buitengesloten in de pauze
Tot mijn oudere zoon laatst tegen mij zei dat hij zijn zusje alleen had zien ronddwalen tijdens de pauze. Daarop besloot ik mijn dochter eens te vragen hoe het eraan toegaat in de pauzes. Daaruit bleek dat ze vaak een heel groot deel van de pauze bezig was om aansluiting te vinden. Haar ‘vriendinnetjes’ zeiden vaak dat ze niet mee mocht doen en renden weg als ze haar aan zagen komen.
Vaak rende ze er dan nog een tijdje achteraan, tot de vriendinnetjes boos zeiden dat ze weg moest gaan en niet mee mocht doen. Vervolgens ging ze dan op zoek naar andere kinderen om mee te spelen, maar vaak was dan al het grootste gedeelte van de pauze voorbij.
Natuurlijk schrok ik hiervan, het beeld in mijn hoofd van mijn dochter eenzaam op het schoolplein brak mijn hart. Ik vroeg of het wel vaker gebeurde dat ze werd buitengesloten. Toen vertelde ze dat het ook regelmatig in de klas gebeurde. Dat haar vriendinnetjes geheimpjes hadden die zij niet mocht weten en dat ze niet met haar in een groepje wilden om samen te werken aan een project.
Schuldig
Het brak mijn hart dat ze hier zoveel last van had en ik voelde me enorm schuldig dat ik het niet eerder had gemerkt. Direct de volgende dag heb ik een gesprek met de juf aangevraagd. Die herkende echter niets van het verhaal, ze zei dat er op deze leeftijd veel sprake is van ‘meidenvenijn‘, maar dat het in deze klas juist erg meeviel. Wel beloofde ze erop te letten.
Met mijn dochter sprak ik af dat ze de ‘vriendinnetjes’ gewoon zou negeren en dat ze zou proberen om meer met andere kinderen te spelen. Dat lukte gelukkig wel, want ze is nog steeds een spontaan vrolijk meisje. Inmiddels gaat het dan ook iets beter, soms speelt ze ook wel weer met haar oude ‘beste vriendin’, maar zoals vroeger wordt het niet meer.”
Dit is waarom een kind baat heeft bij het hebben van een beste vriend of beste vriendin