Redactie
Redactie Emoties 10 sep 2020
Leestijd: 7 minuten

Zo kalmeer je driftkikkers en dwarsliggers

Schreeuwen, krijsen, gillen, schoppen. Slaan met de deuren. En zo’n boze blik… Driftbuien horen er op elke leeftijd bij. Gezellig is anders natuurlijk. Dus wat doe je als je de bui al ziet hangen? En wat als de driftbui tot uitbarsting komt?

Als ouder voel je je soms radeloos als je kind een extreme driftbui heeft. Sommige kids hebben er amper last van, anderen liggen dagelijks een paar keer dwars. Lees hier hoe je daar op een goede manier mee om kan gaan.

Kleuters

Een driftbui kan voorkomen op verschillende leeftijden. Hieronder lees je alles over kleuters die dwarsliggen en driftkikkeren.

De oorzaak van een driftbui

Driftbuien bij kleuters vloeien voort uit de peuterpuberteit. De woede heeft vaak eenzelfde, duidelijk aanwijsbare oorzaak: een kleuter heeft iets in zijn hoofd maar het lukt hem niet om het voor elkaar te krijgen, hij wordt niet begrepen en heeft de woorden nog niet om zichzelf verstaanbaar te maken.

Voor veel kleuters is dat lastig schakelen in hun nog egocentrische leefwereldje. Zijn ze al wat taalvaardiger, dan helpt dat behoorlijk: kinderen die duidelijk kunnen maken wat ze willen en bedoelen, hebben aantoonbaar minder last van uitbarstingen.

Doen en niet doen

Soms zie je een zwart humeur al bij het krieken van de dag aankomen. Je kind is met zijn verkeerde been uit bed gestapt, is bloednerveus voor een belangrijke gebeurtenis of gewoon razend moe. Om te voorkomen dat hij om het minste of geringste op de kast zal zitten, kun je als ouder maatregelen nemen. Benaderen met humor helpt, rust bieden ook. Neem de tijd – haast werkt averechts. Wees duidelijk, consequent, stel grenzen en geef een extra compliment. Iets ondernemen, al is het buitenspelen, is ook een goede remedie om weg te komen uit de beladen sfeer in huis. Alles om te zorgen dat je deze dag zo goed mogelijk samen doorkomt.

Zijn peuters nog driftig met hun hele lichaam, boosheid bij kleuters uit zich veel gerichter. Ze slaan of gooien met spullen, ze roepen gemene dingen als “jij moet dood” of “jij bent stom”. Kleuters kunnen de impact van hun woorden en daden niet overzien en snappen eigenlijk nauwelijks wat ze zeggen. Neem het op het moment zelf niet al te serieus, en trek het je vooral niet persoonlijk aan. Pas als de driftbui over is, kun je uitleggen dat het niet aardig is om anderen dood te wensen of stom te noemen.

Een kind mag best boos zijn. Laat je kleuter voelen dat er ruimte is voor zijn kwaadheid, maar niet voor het bijbehorende agressieve gedrag. Domweg straffen heeft weinig zin, op de gang zetten ook niet. De driftbui gaat er niet van over, sterker, hij neemt vaak alleen maar toe. Soms is afleiden al voldoende. Leid je kleuter weg van de plek of het stuk speelgoed waar de wrevel ontstond.

Gouden tip

Probeer je kleuter te kalmeren en te troosten, praat samen over wat hem dwarszit. Een jong kind moet leren zich met woorden te uiten. Help hem daarbij, geef hem die woorden en vat vervolgens samen wat er is gezegd. En zet als je kind er gevoelig voor is humor in: met een grapje klaart de sfeer meestal gauw op.

Schoolkinderen

Ook naar schoolgaande kinderen kunnen last hebben van een driftbui. Daar ga je weer heel anders mee om dan bij kleuters. Wij leggen je uit hoe je doet.

De oorzaak van een driftbui

Meer dan bij kleuters, speelt bij oudere kinderen het karakter een rol. Jongens en meisjes met een licht ontvlambare aard zullen vaker last hebben van een driftbui dan kinderen met een relaxte natuur. Vooral als dingen niet lukken of ze verliezen een spelletje, moet de omgeving het ontgelden.

Doen en niet doen

Ouders zijn vaak geneigd in zo’n situatie de boel snel te sussen, een oordeel te vellen en een oplossing aan te dragen. Dat is echter helemaal niet zo verstandig want in veel gevallen maakt het de boosheid van je kind alleen maar erger. Beter is het de luim van je kind ruimte te geven. Eerst even luisteren, begrip tonen en je zoon of dochter dan in staat stellen zelf een uitweg te vinden.

Een woedeaanval helemaal voorkomen, is misschien lastig. Maar zorgen dat je de boosheid niet aanwakkert, kan wel. Als een kind belet wordt in zijn plannen doordat hem rigide en zonder uitleg iets verboden wordt, kan hij driftig worden. Wees daarom secundair in je reactie. Als iets je niet aan staat, beschrijf dan eerst wat je ziet (“ik zie dat je op tafel staat”) en vraag vervolgens om uitleg (“wat ben je daar aan het doen?”) Misschien blijkt dan wel dat het niet uit balorigheid is, maar om een spin van de muur te halen. Luisteren, meeveren en kalm blijven helpt het ergste voorkomen. Daarna kun je je punt maken, dat scheelt driftig gedrag.

Het is ook beter om een boze bui niet meteen af te kappen omdat het irritant is of plaatsvindt op een onhandige locatie of slecht moment. Laat je niet gek maken door de omgeving; de meeste mensen zijn meer met zichzelf bezig dan met jou. Heb geduld. En onthoud: het is altijd onmacht, geen onwil. Geen kind is voor zijn lol boos.

Gouden tip

Een basisschoolkind is eraan toe om zijn emoties te leren hanteren. Vertel wat de nadelen van zijn gedrag zijn dat anderen het vervelend vinden bijvoorbeeld. Wijs hem op manieren om zijn frustraties te beheersen. Daar zijn simpele trucjes voor: tot tien tellen, weglopen, een persoon in je hoofd nemen die in moeilijke situaties altijd koelbloedig blijft (Guus Geluk, voetballer Messi of oma misschien?). Benoem de successen: “Gisteren was je erg boos, maar binnen vijf minuten was het over. Dat vond ik heel knap van je.”

Pubers

Ja hoor, ook pubers kunnen last hebben van driftbuien. Daar ga je uiteraard weer heel anders mee om dan met schoolkinderen. Hoe je dat precies doet, lees je hieronder.

De oorzaak van een driftbui

Ook pubers hebben driftbuien, zij het (doorgaans) wat minder fysiek dan jongere kinderen. Pubers leven in hun eigen koninkrijk. Willen ze iets, dan moet daar alles voor wijken en o wee als ze bij hun plannen gedwarsboomd worden. Zijn ze eenmaal boos, dan kan dat – door de opspelende hormonen en het bijbehorende irrationele gedrag – behoorlijk heftig zijn.

Doen en niet te doen

Probeer eindeloze, emotionele discussies te staken (of liever: te voorkomen) door een time-out in te stellen en samen of apart rustig te worden. Zeker als je puber zijn woede fysiek gaat uiten, is het zaak pas op de plaats te maken en even uit elkaars blikveld te verdwijnen. Ben je wel on speaking terms, keur het driftige gedrag dan af en doe dat liefst beschrijvend: “Ik zie dat je boos bent. Dat maakt het moeilijk praten met je, laten we later vandaag een moment vinden om erop terug te komen.”

Neem altijd de leiding en gebruik de ik-boodschap. “Ik wil graag dat we kalmeren, anders ga ik ook dingen zeggen die ik niet wil.” Op een later, rustig moment kun je bespreken hoe jullie voortaan met dit soort situaties omgaan. Wat werkt het best voor jullie beiden? Geef je puber hierin een stem, laat hem meedenken. Onderhandel met elkaar, dat verdient hij en dat is ook nodig om los te komen van jou.

Gouden tip

Laat je puber in alle redelijkheid zien waarom zijn gedrag niet gepast is. Spijbelt hij? Dan ben je als ouder natuurlijk geneigd om hem onomwonden duidelijk te maken dat dat absoluut niet oké; is. Maar beter ga je een eindje met hem mee: “Ik snap dat spijbelen leuk is, dat je liever leuke dingen met je vrienden doet dan je les Engels te volgen. Maar er kleven ook nadelen aan: als je gesnapt wordt, krijg je straf, je loopt achter op school want je mist een les en die moet je op een ander moment weer inhalen.” Vat de voor- en nadelen voor hem samen, laat de verschillende kanten aan de zaak zien, maar laat je puber – ogenschijnlijk – zelf keuzes maken.

Meer lezen?

Foutje gezien? Mail ons. Wij zijn je dankbaar.

Iedere zondagochtend het beste van J/M Ouders in je mailbox 👪

Start je zondag goed met de mooiste verhalen van J/M Ouders.